Na de kennismaking in deel één van het tweeluik Geniale Frauen – Künstlerinnen und Ihre Weggefährten volgt nu het tweede en laatste deel. Briljante vrouwen – kunstenaars en hun metgezellen verraste me door de vele verhalen en werken van maar liefst 30 vrouwelijke kunstenaars in Europa van de 16de tot de 18de eeuw. In dit deel komen Judith Leyster, Rachel Ruysch en Magdalena (van) de Passe aan de beurt. Geniale vrouwen en hun metgezellen is nog tot en met 24 januari 2024 te zien in Hanzestad Hamburg.
Carrière vóór het trouwen
Binnen het thema ‘carrière vóór het trouwen’ is veel ruimte voor het werk van Judith Leyster (1609-1660). In Nederland en Vlaanderen bestond de mogelijkheid dat vrouwen lid konden worden van het schildersgilde. In andere Europese landen was dat in die tijd niet het geval. Bekend is dat Leyster als enige vrouw lid was van Haarlems Sint-Lucas Gilde. Judith Leyster was in 1633 zelfstandig meester-schilder in Haarlem en gaf ook les aan leerlingen. Haar werk herken je aan een vlotte penseelstreek net als dat van haar tijdgenoot Frans Hals.
Meesterschilder Judith Leyster
Leyster signeerde haar werk met de letters J en L ineengevlochten met daarbij een pijl die naar rechts uitmondt in een ster. Omdat haar signatuur lang onbekend is gebleven, is werk van haar (per vergissing) toegeschreven aan Frans Hals of Jan Miense Molenaar. In 1636 trouwde Leyster met schilder Jan Miense Molenaer (1610-1668). Na haar huwelijk zijn er geen gesigneerde werken van Leyster meer bekend. Wel is bekend dat ze werkzaam was in de kunsthandel die ze samen met haar man dreef.
Een veel verteld misverstand
Ook hier zegt de curator dat Hals de leermeester was van Leyster.
Dit is al een langlopende discussie waar de kunsthistorici het (nog) niet over eens zijn.
Grafische vrouwen
Het thema ‘vrouwen in de druktechniek’ lijkt een vreemde eend in de bijt. Toch is er hier een groot hoek voor ingericht. De vele etsen die hier hangen, zijn door drie vrouwen (en hun metgezellen) gemaakt. Eén van hen is de Duits-Nederlandse Magdalena (van) de Passe (Keulen 1600 – Utrecht 1638). Ze was een dochter van de graveur en prentuitgever Crispijn van de Passe de Oude (1564-1637). Deze Zeeuwse familie vluchtte eerst vanuit Antwerpen naar Keulen. In 1611 verhuisde het gezin naar Utrecht. Hier leerde Crispijn zijn dochter samen met haar drie broers de kneepjes van het grafische vak. Magdalena de Passe signeerde haar werk al vanaf haar veertiende. Samen met haar broer Willem werkte ze aan een serie van 65 gravures (illustraties voor de Heroologia Anglica 1620). Met haar vader werkte ze aan een serie illustraties van de Metamorphosen van Ovidius. Dit project is nooit voltooid.
Vrouwen in de kunsthandel
In de uitgebreide catalogus Geniale Frauen (Uitgeverij Himler) worden op p. 174 twee vrouwen genoemd die actief waren in die kunsthandel. Agnes Dürer (1475-1539) nam tijdens de reizen van haar man (Albrecht Dürer) en na zijn dood in 1528 de verkoop van zijn werk op zich. In de Zuidelijke Nederlanden was dat Mayken Verhulst (1518-1596). Mayken Verhulst Bessemers was de oudste dochter van de schilder Pieter Verhulst Bessemers. Het gezin telde elf kinderen. Alle zonen worden opgeleid tot schilder, alle dochters trouwen met schilders.
Kunstschilder en ‘mater familias’
Van Mayken Verhulst is bekend dat zij ook kunstschilder was met als specialisatie waterverfschilderijen. Zij trouwde met Pieter Coecke van Aelst (1502-1550). Na het huwelijk verdween haar naam uit de (schilders)archieven. Na het overlijden van haar man in 1550 duikt haar naam weer op. Ze heeft dan het beheer van het familiekapitaal op zich genomen. Kunstenaarsbiograaf Karel van Mander noemde Mayken Verhulst meerdere malen in zijn Schilder-Boeck (1604). Meer over Mayken Verhulst leer je op de Brueghel, de Familiereünie in het Noordbrabants Museum.
Vrouwelijke kunstenaars aan het hof
Zoals vermeld was het voor vrouwen in ons land (en Vlaanderen) mogelijk om zelfstandig lid te worden van het schildersgilde. In Italië was dat geen optie. Als alternatief zien we daar dat getalenteerde vrouwelijke schilders kansen krijgen aan een Europees hof. Ik schreef in dit kader al eerder over Sofonisba Anguissola (ca. 1532-1625) en haar werk aan het Spaanse hof van Philips II. Ook zij behoort tot de geniale vrouwen net als haar landgenoot Lavinia Fontana (1552-1614). Zij werkte in Rome voor de familie Buoncompagni op verzoek van Paus Gregorius XIII, lid van deze familie. Van beide Italiaanse kunstenaars hangen hier mooie werken.
Rachel Ruysch en de Duitse Kurfürsten
De Nederland schilder Rachel Ruysch (1664-1750) en haar partner, portretschilder Jurriaen Pool (1666-1745) werden in 1701 beiden lid van het Haagsche schildersgilde. Ruysch was de eerste vrouw in dit Gilde. Pool werkte vanaf 1703 voor de Duitse Kurfürst Johann Wilhelm von der Pfalz (Düsseldorf). In 1708 stelt de keurvorst ook Rachel Ruys aan als hofschilder. Ruysch en partner blijven ondanks hun aanstelling als hofschilder in Amsterdam wonen. Van Pool hangt hier een portret dat hij van zijn vrouw Rachel (of van haar moeder?) heeft geschilderd. Rachel Ruysch is vooral bekend om haar verrassende bloemstillevens. Zij geeft aan dit genre een heel eigen versie. Een gezamenlijk werk van Ruysch en Pool is een dubbelportret van het schilderechtpaar met kind en bloemstilleven uit 1716.
Bucerius slotakkoord van de Geniale Vrouwen
In het slotakkoord van de tentoonstelling Geniale vrouwen ontdek ik geen werk meer van Nederlandse/Vlaamse schilders. Het hoofdpodium in dit laatste deel (vrouwen en de Instituten) is voor Angelika Kauffmann (Chur 1741 – Rome 1807). Kauffmann was van origine een Zwitserse /Oostenrijkse kunstschilder, maar ze werkte ook in Engeland en in Italië. Haar vader Johann Josef Kauffmann, is frescoschilder. Hij heeft verschillende paleizen en kerken gedecoreerd. Van haar moeder leerde Angelika Engels, Italiaans en Frans. Ze werd gezien als een wonderkind en tekende al vroeg portretten.
Naar het Bregenzerwald
Na de dood van haar moeder (1757) verhuist ze met haar vader naar zijn geboortestreek, het Oostenrijkse Bregenzerwald. In Schwartzenberg werkten ze samen aan de beschildering van de parochiekerk. Ik sluit mijn bijzondere kennismaking met ruim 150 werken van geniale vrouwen af bij de allegorie van de tekenkunst (1778-1780) van Kauffmann. Een groot ovaalvormig werk met in het midden een vrouwelijke kunstenaar die een naaktstudie maakt. Dat kon niet in natura in die dagen. Haar voorbeeld is een gedraaide torso van marmer (?) op een sokkel. Hiermee sluit ik een prachtige ontdekkingsreis af door het leven van geniale vrouwen in de kunst.
Geniale Frauen – Künstlerinnen und Ihre Weggefährten (Briljante vrouwen – kunstenaars en hun metgezellen) is tot en met 28 januari 2024 te zien bij Bucerius Kunst Forum in Hamburg.
De tekstbordjes bij de werken zijn zowel in het Duits als in het Engels. Bucerius is op maandag open en maakt deel uit van de vijf musea van de Hamburgse kunstmijl.
Na Hamburg reist deze tentoonstelling door naar het Zwitserse Basel. Daar zijn de vrouwen, hun metgezellen en hun werken vanaf 2 maart tot en met 30 juni 2024 te zien In Kunstmuseum Basel.
Lees ook deel 1: Ontdek 30 geniale vrouwen in Hamburg.
Meer weten over Hamburg? Lees dan hier mijn verslag van onze stedentrip.
Kaarten met QR-codes en extra verhalen
Van zeven van de 30 kunstenaars zijn ansichtkaarten ontworpen met op de achterzijde een QR-code. Via deze code krijg je toegang tot speciaal voor deze tentoonstelling geschreven essays. Tot deze zeven behoren zowel Rachel Ruysch, Judith Leyster en de Zuid-Nederlandse Katharina van Hemessen. De kaarten kun je, zo lang de voorraad strekt, gratis bij de museumwinkel ophalen.
© tekst en foto’s Wilma Lankhorst
© gebruik van de afbeeldingen met dank aan en met toestemming van Bucerius Kunst Forum, Kunstmuseum Basel en alle bruikleengevers.