Albarta ten Oever,
een vrouw in de kunst
In de serie vrouwelijke kunstenaars maak je in deze uitgave kennis met de Groningse kunstenares Albarta ten Oever. Zij is één van de weinige vrouwelijke kunstschilders in de 18e eeuw. In het Groninger Museum kun je tot en met 2 april 2018 ruim twintig werken van haar zien. Ik sprak o.a. met curator Egge Knol, las de fictie roman die Wout van Riesen in 1942 over haar schreef. Op basis van deze bronnen, aangevuld met de tentoonstellingscatalogus Albarta ten Oever, een vrouw in de kunst, heb ik de 7 vragen die ik iedere maand aan een vrouwelijke kunstenaar voorleg, zo compleet mogelijk beantwoord. Wat weet jij van Albarta ten Oever?
In 1774 geeft oma Ten Oever de Groningse kunstschilder Luijten Jacobs van der Werf opdracht om een portret van haar kleinkind te maken.
Albarta is dan 2,5 jaar oud.
Eerder schilderde Van der Werf vader Albartus en moeder Hillechyn.
Waar liggen de wortels van Albarta ten Oever?
Albarta ten Oever is op 17 februari 1772 in Groningen geboren aan de Kleine Steentilstraat. Haar moeder is Hillechyn Tonkens, burgemeestersdochter uit Appingedam en haar vader de Groningse houtkoopman Albartus ten Oever. Het paar trouwt op 7 mei 1771, korte tijd later is Hillechyn zwanger. Vader Albartus sterft enkele maanden vóór de geboorte van zijn kind aan de gevolgen van een longontsteking. De zorg voor Albarta’s opvoeding worden in het begin gedeeld door moeder Hillechyn en oma Ten Oever. In 1773 hertrouwt Hillechyn met de Groningse koopman Pieter Grimminge. Samen krijgen ze drie dochters en een zoon.
Als Albarta zes jaar is, erft ze een aanzienlijk bedrag van haar oma, Lamina Vos. Deze erfenis wordt door haar voogden beheert tot het moment dat ze wettelijk volwassen wordt.
Portret Albarta ten Oever (1804) door Wessel Lubbers
Op haar 17de trouwt Albarta met de 27 jaar oudere Pieter Roelfzema (1745-1826). Hij is onder meer luitenant van het burgerlijk regiment en in de periode 1820-1824 één van de vier burgemeesters van de stad Groningen. Volgens Hanna Klarenbeek (conservator van Paleis ‘t Loo) heeft Roelfzema een neus voor zelfstandige vrouwen. Hij was eerder getrouwd met de tien jaar oudere dichteres en feministe Anna van der Horst (1735-1785). Van der Horst zet zich onder meer in voor de ontwikkeling van vrouwen. Ze blijft ook na haar huwelijk met Roelfzema gedichten schrijven. Vier jaar na haar dood, hertrouwt Roelfzema met de jonge Albarta.
Pieter Roelfzema sterft op 19 oktober 1826, op 81-jarige leeftijd, Albarta is dan 54 jaar. Ze hertrouwt een jaar later met een Duitse houthandelaar Rijndert Berends Bakker uit Emden. Beide huwelijken blijven kinderloos.
Ondanks dat Albarta al jaren als gerespecteerd schilderes werkt, staat in haar huwelijksacte dat ze ‘zonder beroep’ is. Ze overlijdt op 82 jarige leeftijd op 22 januari 1854 in Groningen. Haar tweede man is vijf eerder gestorven.
Wat is er bekend over een eventuele kunstopleiding van Ten Oever?
Van moederskant (familie Vos) is er relatief veel waardering voor kunst. Zowel moeder Hillechyn als Albarta spelen op de spinet, een klein type piano. Oom Arent van moederskant, tevens een van haar voogden, heeft ook een warme belangstelling voor kunst. Hij stimuleert Albarta om een gedegen tekenopleiding te gaan volgen.
Verschillende bronnen geven informatie over tekenlessen die Albarta kreeg van een Groningse schilder Lofvers. Van Riesen noemt hem P(i)eter Lofvers. Een andere bron (Wikipedia) noemt Otto Lofvers (fijnschilder 1750-1826) én Hendrik Lofvers (tekenaar en fijnschilder). Ook Hanna Klarenbeek ging op zoek naar de artistieke vorming van Albarta. Dat het Pieter is, die Van Riesen aanhaalt, lijkt haar onwaarschijnlijk omdat Pieter bekend staat om zijn zeegezichten en landschappen.
in 1798 wordt de Groningse Tekenacademie Minerva opgericht. Meisje konden hier, gescheiden van de jongens tekenles volgen. Vanachter een schot leerden zij de kneepjes van het vak. Albarta volgt tekenlessen op deze academie.
Naast deze professionele begeleiding maakt ze met grote regelmaat, als studie, kopieën van grote meesters zoals Paulus Potter, Ruysdael en Van Goyen. Hiervoor bezoekt ze de kunstcollectie van Roelfzema en Anne van der Horst.
In de tentoonstelling het Groninger Museum ontdek ik een werk (het spiegelde koetje – 1813, zie hierboven) dat zij heeft gemaakt op basis van het gelijknamige werk van Paulus Potter uit 1648.
Van Roelfzema en zijn eerste vrouw Anna ter Horst is bekend dat ze kunst verzamelden. Vooral Hollandse meesters uit de 17 en 18e eeuw hebben hun voorkeur. Tijdens zijn tweede huwelijk breidt Roelfzema deze kunstcollectie samen met Albarta uit. In die tijd hangen in hun huis in de Groningse Poelestraat, Albarta’s eigen schilderijen tussen de werken van bekende zeventiende- en achttiende-eeuwse kunstenaars.
Wat inspireerde Albarta ten Oever het meest in haar artistieke werk en waarom?
De natuur, de stad Groningen en mensen zijn de drie grote inspiratiebronnen voor Albarta. Als het even kan, zit ze buiten met haar tekenspullen en probeert ze de kleuren in de natuur te pakken.
In 1796 koopt het echtpaar Roelfzema-Ten Oever, een buitenhuis in het Drentse Schipborg. Zeerust bestaat uit een buitenhuis waarop een zogenaamde zetboer het agrarische werk voor zijn rekening neemt. Op dit landgoed, dat gezien wordt als privé terrein kan Albarta naar harte lust buiten werken.
Al vroeg kiest Albarta voor het landschap als genre. Deze keuze is opmerkelijk in die tijd omdat vrouwen niet alleen buiten mochten schilderen/werken. De meeste vrouwelijke collega’s van haar kiezen dan ook voor de genres portret of stilleven. Deze onderwerpen kunnen ze binnenshuis maken.
Hanna Klarenbeek zegt over de locaties die Albarta schilderde: “De lokalisering van de plekken die Albarta schilderde, is in veel gevallen lastig. Ze stelde haar schilderijen mogelijk samen uit meerdere studies. Bovendien is tegenwoordig weinig meer over van de authentieke natuur die zij graag schilderde.”(p.26 Albarta ten Oever, vrouw in de Kunst).
Van Albarta is bekend, dat ze het werk van haar stadsgenote Elisabeth Geertruida Wassenbergh Groningen 1729 –1781) bewondert. Wassenbergh is schilderes en de dochter van portretschilder Jan Abel Wassenbergh (1689-1750) en Johanna van Oijen.
Portret van Elisabeth Geertruida Wassenbergh
Had Albarta een eigen atelier? Hoe zag haar werkdag er uit?
Volgens auteur Van Riesen krijgt de jonge Albarta in haar ouderlijk huis weinig tijd en vrijheid om te tekenen en te schilderen. Volgens haar stiefvader was het beter haar tijd te besteden aan huishoudelijke werkzaamheden.
Na haar huwelijk met de 27 jaar oudere Pieter Roelfzema, krijgt Albarta de mogelijkheid om in zijn huis een eigen atelier in te richten. Aan de noordkant van de grote koopmanswoning richt ze een werkkamer in. Zelf noemt Albarta haar atelier de portrettenkamer. Later richt ze ook op Zeerust een portrettenkamer in.
Als het weer en de etiketten het toe laten schildert Albarta vaak buiten in de vrije natuur. Haar landschappen zijn tijdens haar leven al heel populair. Ze verkoopt ze regelmatig aan kunstliefhebbers in Groningen en elders in het land.
l. catalogus expositie met deelname Albarta ten Oever, r. Albarta signeerde haar werk (hier op de rand van de boot).
Heeft Albarta ooit mee gedaan aan een expositie tijdens haar leven?
Ja zeker!
Ten Oever is tijdens haar leven al erkend én gewaardeerd als kunstenaar. De auteurs van de vier delen van de Geschiedenis der Vaderlandsche schilderkunst (1816-1840) Roeland van Eynden (1747-1819) en Adriaan van der Willigen (1766-1841) omschreven Albarta ten Oever in die dagen als:
“eene verdienstelijk Kunstminnaresse, die zich geheel der Teeken- en Schilderkunst wijdt”
Albarta ten Oever was lid van het Kunstlievend Genootschap Pictura, kortweg ook wel Galerie Pictura genoemd.Pictura is één van de oudste kunstgezelschappen van ons land. Het gezelschap is in 1832 opgericht met als doel beeldende kunst in Groningen te bevorderen. In dezelfde tijd ontstaan ook in andere steden soortgelijke kunsthuizen zoals Pictura in Dordrecht, Kunstliefde in Utrecht, Arti en Amicitiae in Amsterdam en Pulchri Studio in Den Haag.
Ten Oever is ook gevraagd om mee te doen aan minimaal twee groepstentoonstellingen. Zo is een selectie van haar werk in 1818 in Amsterdam (Levende Meesters) geëxposeerd. Andere werken in 1841 in Groningen.
Is er een galerie die een relatie heeft met het werk van Albarta ten Oever?
Albarta ten Oever is zelf lid geweest van het Groningse kunstlievend Genootschap Pictura. Omdat de Galerie Pictura nog steeds bestaat, zou ik deze graag eens bezoeken. Dit wordt een actiepunt voor mijn volgende bezoek aan Groningen!
Omslag roman ‘ Albarta ten Oever’ door Wouter van Riesen met illustraties van Anton Pieck
Is er een boek over het leven van Albarta ten Oever?
Auteur Wouter van Riesen heeft in 1942 een roman geschreven over deze 18e -eeuwse kunstenares. De uitgave ‘Albarta ten Oever’ is een fictie roman met illustraties van Anton Pieck en is uitgegeven door G.F. Callenbach NV (Nijkerk).
Een exemplaar, met een stoffen omslag is te zien in de tentoonstelling in het Groninger Museum.
Ik heb (een goedkoper exemplaar) gevonden en besteld via een site waarop tweedehands boeken worden aangeboden.
Mijn relatie met de kunstenaar
Toen ik de uitnodiging kreeg voor het persbezoek van het Groninger Museum voor de tentoonstelling ‘Romantiek in het Noorden’ heb ik gevraagd of er ook vrouwelijke kunstenaars waren opgenomen. Dat is niet geval voor genoemde expositie, maar Willemijn attendeerde me toen op de tentoonstelling van Albarta ten Oever, een vrouw in de kunst. Nadat ik Romantiek in het Noorden had gezien, ben ik voorgesteld aan de heer Egge Knol conservator in het museum. Hij is de samensteller van de tentoonstelling van de 18e -eeuwse (romantische) schilder Albarta ten Oever. Naast zelf te schilder, verzamelde ze, met haar eerste man, ook kunst. Hun collectie van 17e en 18e -eeuwse meesters was in die dagen al bekend.
Mijn tip:
Combineer je bezoek aan Romantiek in het Noorden met een kennismaking met Albarta ten Oever!
Waar is het werk van Ten Oever in 2018 te zien?
In het Groninger Museum kun je t/m 2 april 2018 de tentoonstelling ‘Albarta ten Oever, een vrouw in de kunst’ zien. In deze tentoonstelling kun je nu ruim 20 schilderijen, aquarellen en tekeningen van Ten Oever’s hand ontdekken.
Als je meer wilt weten over de kunstcollectie van Albarta en Pieter Roelfzema kan ik je de tentoonstellingscatalogus van harte aanbevelen. Hanna Klarenbeek heeft hier uitgebreid onderzoek naar gedaan.
In dezelfde catalogus beschrijft Egge Knol hoe Albarta ten Oever en haar werk na haar overlijden voortleeft. Hij vertelt over het boek en de werkwijze van Wouter van Riesen. In 1915 koopt het Groninger Museum een aquarel van Albarta ten Oever. Lang blijft dit het enige werk van deze Groningse schilder in de collectie van het museum. Het Drents Museum kocht in 1994 drie gewassen inkttekeningen waarop Drentse landschappen te zien zijn. Door recente schenkingen, aangevuld met enkele aankopen bezit het Groninger Museum nu tien werken van Albarta.
© tekst en foto’s Wilma Lankhorst © gebruik van de afbeeldingen met dank aan het Groninger Museum en alle bruikleengevers.