Wij noemen het Ludwig
Als op een geboortekaartje en ‘WIJ NOEMEN HET LUDWIG’ wordt het 40-jarig jubileum van de Keulse collectie Ludwig aangekondigd. De handige chocolade-koopman Peter Ludwig en zijn vrouw Irene waren liefhebbers van moderne kunst. Net als onze Helene Kröller Müller kochten zij werken van kunstenaars met naam en faam én relatief veel producties van nieuwe, toentertijd nog onbekende artistieke collega’s. In 1976 schonken zij de stad Keulen 350 werken uit hun omvangrijke verzameling. Aan dit gulle bod zat wel een voorwaarde: Keulen zou een museum bouwen dat hun naam op de gevel zou dragen. En zo geschiedde. 40 jaar geleden werd het bewuste convenant tussen stad en kunstverzamelaars ondertekend en vanaf 27 augustus 2016 tot en met 8 januari 2017 ben je uitgenodigd om deze kleurrijke 40-jarige verjaardag mee te vieren.
sneak preview
Verkeerschaos
De tentoonstelling ‘Wir nennen es Ludwig’ begint rechts onder in het museum. De werken van 25 deelnemers is verdeeld over twee verdiepingen. Het begint met een enorme verkeerschaos georganiseerd door Ahmet Öğüt (1981 Diyarbakir – Turkije) en het eindigt met een installatie in het platte vlak van Georges Adéagbo (1942 Cotonou, Dahomey (nu Benin).
Als ik de op zijn kant gecrashte Chrysler zie liggen, is mijn eerste gedachte ‘Wie is hier uit de bocht gevolgen?’. Als ik langer kijk zie ik naast en op de auto allerlei huisraad, banden en stukken hekwerk. En dan zie ik het portret van Peter Ludwig van Andy Warhol en werk van Oskar Kokoschka (uit de collectie van het Ludwig) op de puinhoop liggen.
Kunst op de barricade
Öğüt heeft zijn werk ‘Bakunin’s Barricade’ genoemd en vraagt zich met deze installatie af ‘Welke rol kunst speelt in de actuele wereldproblematiek’. Mijn gedachten schieten direct naar het nabije oosten waar IS-leden in hun strijd voor het pure geloof, eeuwenoude kunstschatten vernielen omdat het niet in hun straatje past. Maar Öğüt verwijst met zijn werk hier naar een andere strijd, die van 1849 in Dresden. De burgers van Dresden kwamen in die tijd in opstand tegen hun koning omdat ze de voorkeur gaven aan een republiek. Michail Bakunin was één van de burger-aanvoerders. En van hem kwam het idee om werken uit verschillende Dresdner-kunstcollecties bij de barricades op te hangen. Dit met het idee om zo de soldaten van de koning de strijd te laten staken. Er werd een convenant gesloten, dat nu onderdeel is van dit kunstwerk. ‘Het contract is belangrijk voor de koper van het kunstwerk. De eigenaar moet de barricades op straat gebruiken als er een conflict oplaait’, aldus Öğüt
Levende schilderijen
Via de achterzijde van de barricade loop ik de tentoonstelling in. Ik zie een dame wijzend naar een schilderij en vraagt me even af of ze echt is of van was. Opeens lopen er twee zwarte guerrilla’s door mijn gezichtsveld. En dan opeens … beweegt de dame. Er komen nog een paar mensen, ze praten met elkaar en dan schikken ze zich naar een detail uit een schilderij van Manet (lunch in het park). Ik ben getuige van een optreden van Alexandra Pirici en Manuel Pelmus. Deze bewegende kunstenaars maken steeds nieuwe ‘beelden’ gebaseerd op kunstwerken. Om hun werk te benoemden geven ze het een de naam van hun kunstcollectief in relatie tot het kunstwerk zoals Pirici_Pelmus_Picasso.. Het is leuk om te kijken en zelf te ontdekken welk kunstwerk ze uitbeelden. Ik herken onder andere de dansers van mijn favoriete schilder Henri Matisse.
Guerrilla Girls
Bij het aankondigen van deze feestelijke tentoonstelling heeft het museumteam gekozen voor een krachtig beeld: de gele banner met daarop een naakt model met een zwarte harige kop van een guerrilla en de tekst ‘ Moeten vrouwen naakt zijn, om in het MET museum te komen?’. In 1985 hebben een aantal feministische kunstenaars in New York de Guerrilla Girls opgericht. Zij willen aantonen dat in musea en galerieën veel te weinig kunst van vrouwen of niet blanke kunstenaressen wordt getoond. De samenstelling in de groep wisselt regelmatig, de dames willen onbekend blijven en dat is de reden dat ze guerrilla-masker dragen als ze naar buiten treden. in het Ludwig Museum ontmoet ik Guerrilla Girl Käthe Kollwitz en Guerrilla Girl Frida Kahlo. In opdracht van het Ludwig hebben ze een speciale video gemaakt over de collectie van het jubilerende museum. Omdat ik de uitkomsten van hun onderzoek graag de juiste aandacht wil geven, volgt er later nog een apart artikel met meer informatie over de doelstelling en acties van de Guerrilla Girls op dit blog.
Nog een lange weg te gaan
Het aanbod in de tentoonstelling ‘Wir nennen es Ludwig’ is zeer divers. Dat mag je ook verwachten van dit toonaangevende museum van hedendaagse kunst. Het Ludwig is niet alleen één van de top musea in Keulen, maar staat ook internationaal in een hoog aanzien. Als Nederlander zou ik willen zeggen, je kunt het vergelijken met ons Van Abbe museum in Eindhoven en het Stedelijk in Amsterdam. Tijdens de persbijeenkomst voorafgaande aan de officiële geeft directeur Yilmar Dziewior aan dat er in de afgelopen 40 jaar veel is gebeurd maar dat hij er zich goed van bewust is dat er nog veel uitdagingen voor hun liggen. Het museum wil nader onderzoeken of bestaande systeem waarin het huidige museum werkt om aanpassing vraagt gezien de veranderingen in de maatschappij. Hiervoor hebben ze 25 verschillende maatschappij kritische kunstenaars (individuen, duo’s en kunstenaarsgroepen) uitgenodigd om hun ervaringen te delen over het museum en de collectie in het bijzonder en het instituut museum in het algemeen.
Ook ziet Dziewior het als een belangrijke opdracht als het gaat om meer werken op te nemen en/of meer exposities te initiëren van niet westerse kunstenaars. We zagen het al in de inleiding van het boek ‘HERhistory of Art’ van Karin Haanappel (2012 A3boeken) dat de geschiedenis van de kunst vooral is gebaseerd op visies van (blanke) mannen en hun denkbeelden over kunst met focus op werken uit de Westerse wereld. In ‘Wir nennen es Ludwig’ zijn de werken van de West-Afrikaanse kunstenaar Georges Adéagbo hoopvolle voorbeelden van de uitbreiding die Yilmar Dziewior voor ogen heeft.
De cirkel lijkt rond
Georges Adéagbo is met maar liefst drie installaties vertegenwoordigd in deze tentoonstelling. Als je rechts langs de barricade van Bakunin loopt, kom je in een ruimte met de eerste installatie van Adéagbo. Hij verzamelt op allerlei locaties waar hij heeft gewoond, voor allerlei verschillende situaties elementen waarmee hij sinds 1980 kunstwerken creëert. Ter voorbereiding op 40 jaar Ludwig vroeg hij zich af:
“De kunst van vandaag. Wat is privé? Wat is openbaar? Museum Ludwig viert 40 jaar. Wij denken dan aan 40 jaar in Duitsland en 40 jaar in Afrika. Nelson Mandela leefde in die tijd. Er zijn veel overeenkomsten tussen Europa en Afrika. Veel is anders. De mensen in Afrika begrijpen de Europeanen door hun kunst. Europa begrijpt Afrika door kunst”.
In deze zaal waarin ik sta, ligt een rode loper, er staan vier houtensculpturen, waaronder één met vier hoofden (vier windrichtingen? (WL)). Er liggen boeken en stukken tekst vertaalt uit documenten. Een tweede werk van Adéagbo ontdek je bijna aan het einde. Daar gaat hij de dialoog aan met werk van Joseph Beuys. Zijn derde bijdrage is het sluitstuk van deze jubileumexpositie. Hier presenteert hij een verrijkte weergave van een werk dat hij in 2002 voor de Documenta 11 van Kassel heeft ontworpen. Museum Ludwig kocht dit in 2003 aan waarna Adéagbo zijn installatie verder verrijkte met zijn verbinding tussen Kassel en Keulen. Voor het 40-jarige jubileum heeft hij zijn werk voor de derde maal herzien, je kunt ook zeggen her-geïnstalleerd en voorzien van nieuwe gebeurtenissen tussen 2004 en 2016. Het geel vormt een historische ceremonieel-wandkleed waarvan de oorsprong ligt in Nigeria. Adéagbo stukken heeft aan toegevoegd uit plekken waar hij heeft gewoond in Azië, Amerika en Europa. Twee grote kleurrijke textiel karpers uit Japan zijn de blikvangers van deze installatie. Je oog gaat echt op ontdekkingsreis als je de tijd neemt om de wand af te struinen.
Wir nennen es Ludwig, is van 27 augustus 2016 tot en met 8 januari 2017 te zien in Museum Ludwig (direct achter het Keulen centraal). Museum Ludwig is van dinsdag t/m zondag geopend van 10.00 tot 18.00 uur en de eerste donderdag van de maand zelfs van 10.00 tot 22.00 uur. Je toegangsbewijs is de hele dag geldig. Wij zijn tussen door ook even gaan relaxen en lunchen en daarna weer met goede moed aan deel twee van onze verkenning begonnen.
Een groot aantal van de 25 werken/installaties die je ziet, zijn speciaal voor deze jubileumexpositie ontworpen of opnieuw samengesteld. Alle werken zijn eigendom van de betreffende kunstenaars, maar het museum hoopt, met directeur Yilmar Dziewior voorop dat er gelden los komen om enkele kunstwerken aan te kopen voor de vaste collectie. Christian Philipp Müller (1957 Biel, Zwitserland) daagt de bezoeker met zijn werk, direct bij de entree van deze jubileumexpositie daarvoor al uit.
Twee gratis boekjes als verjaardagscadeau
Er is op het moment van de opening nog geen catalogus voor deze jubileumtentoonstelling. Deze wordt lopende de expositie samengesteld. Wel zijn er twee kleine handzame boekjes in zwart wit gedrukt. Het boekje met roze flap beschrijft in eenvoudige taal welke 25 kunstenaars hebben meegewerkt en wat hun gedachten waren. Het boekje met de paarse flap is in het Arabisch en geeft dezelfde inhoud weer. Met beide mini catalogi die gratis bij de receptie verkrijgbaar zijn, wil het jarige Ludwig een presentje uitdelen aan nieuwe bezoekers. Het team van Ludwig hoopt vurig dat er veel nieuwe medelanders naar het museum in Keulen komen om eens kennis te maken met Ludwig en hun ervaringen te delen met het museumteam.
Meer weten over Keulen, lees dan hier verder.
Je bed is heerlijk opgemaakt in DJH City Hostel Köln Riehl
Iedere bijdrage aan deze jubileum expositie heeft een eigen verhaal. 25 Verhalen tot je nemen in één bezoek is best veel. Als je tijd hebt, blijf dan een nacht over en verdeel je energie over twee dagen. Wij hebben heerlijk geslapen in DJH Köln Riehl. Op de zesde en zevende etage van deze moderne jeugdherberg zijn comfortabele twee- en driepersoonskamers ingericht met privé badkamer. De naam City Hostel past prima bij dit concept.
© tekst, video en foto’s Wilma Lankhorst © gebruik foto’s met dank aan Museum Ludwig en de 25 deelnemende kunstenaars aan de expositie ‘Wir nennen es Ludwig’.
Eerder verschenen over Keulen op dit blog:
Käthe Kollwitz in Keulen
Kleurrijke Käthe in Keulen
Drie kanjers in Keulen
Käthe Kollwitz in 3D
Joan Mitchell in Museum Ludwig
Chocolade avontuur in Keulen
En tot slot … ook van mijn hand maar op een ander reisblog : Keulen in 10 beelden