Het team van Museum Beelden aan Zee heeft weer een bijzonder tentoonstelling georganiseerd. Na If not now, when? is de grote zaal opnieuw gevuld met speelse beelden. Ditmaal gecreëerd door één man: schilder, beeldhouwer, graficus en keramist Joan Miró. Deze Catalaanse artiest vertaalde zijn dromen en fantasiebeelden in schilderijen en sculpturen. Met name zijn beelden zijn voor velen een verrassing. Wij zagen ze jaren geleden in zijn geboorteplaats Barcelona en in 2015 in de tuinen van het Rijksmuseum. Dit najaar zijn 55 sculpturen te zien aan een andere kustlijn: het strand bij Scheveningen. Ontdek het andere gezicht van Miró in Beelden aan Zee.
De wonderlijke wereld van Joan Miró
Joan Miró is op 1893 in Barcelona geboren. Zijn vader is goudsmid maar ziet een artistieke toekomst voor zijn zoon op het eerste gezicht niet zitten. Joan wordt boekhouder tegen zijn zin in met als resultaat een zieke jonge man. Dan beseffen zijn ouders dat ze hun zoon een ander perspectief moeten bieden en gaat hij studeren aan een privé academie. Gulzig zuigt hij alle nieuwe kennis en ideeën in zich op. Hij verdiept zich in het impressionisme, het kubisme en het fauvisme. In 1920, 27 jaar oud, gaat jij voor het eerst naar Parijs. De jaren daarna pendelt hij steeds op en neer tussen Parijs en Catalonië. In de Franse hoofdstad leert hij veel nieuwe mensen kennen zoals Ernest Hemmingway en Henry Miller (schrijvers) en verschillende surrealistische schilders zoals André Beton. Hier bevrijdt hij zich van de beperkingen van realistische representatie. In Parijs exposeert hij in de jaren dertig samen met Pablo Picasso, Hans Arp en Max Ernst. Miró ontwikkelt hier zijn eigen wereld en beeldtaal: de motor achter zijn tekentaal is zijn onderbewuste. Zijn dromen en visioenen vertaalt hij in abstracte tekens, eigen symbolen en poëtische elementen.
‘Voor mijn is vorm nooit iets abstracts. Het is altijd een teken van iets.
Het is een mens, een vogel of iets anders’.
Joan Miró 1948
Schilderen van vazen & schalen
Schilderen op canvas blijft voorlopig de basis voor Miró’s werk. Tijdens de oorlogsjaren begint hij met het beschilderen van vazen en schalen. Aan het begin van de tentoonstelling zie je in de vitrine het keramische hoofd ‘tête multicolore’ (1943-46). Dit is een mooi voorbeeld van hoe Miró zijn schilder- en beeldhouwkunst met elkaar verbindt. Miró is leergierig en staat altijd open voor nieuwe materialen en experimentele technieken. Hij maakt dagelijks wandelingen en neemt steeds vaker vondsten mee naar huis. Hij staat open voor het idee van het gevonden voorwerp (objet trouvé) en de rol van toeval in de kunst.
Op de vlucht voor oorlogen
Als in 1936 De Spaanse Burgeroorlog (1936-1939) uitbreekt vlucht Miró naar Frankrijk. Zijn eerste bestemming is Parijs, later trekt hij verder naar de kustplaats Varengeville-sur-Mer. Als daarna de Tweede Wereld Oorlog begint, gaat Miró in 1940 definitief terug naar zijn geboorteland Spanje. In 1956 laat hij de Spaanse architect Joseph Louis Sert een atelierwoning voor hem ontwerpen. Ook op Mallorca woont hij aan de kust en maakt hij er bijna dagelijks jutterstochten. Zijn ruime atelier en tuin vullen zich met gevonden voorwerpen. Deze voorwerpen combineert hij met dagelijkse gebruiksvoorwerpen tot nieuwe samenstellingen. Ook al lijken deze composities spontaan en intuïtief, Miró heeft alle onderdelen met zorg gekozen en tot een sculptuur gemaakt. Door de assemblages met brons te overgieten of te schilderen in zijn favoriete kleuren rood, geel blauw, wit en zwart maakt Miró er nieuw, eigen werk van.
Het hoofdthema in Miró’s beelden is de vrouw.
Zij fungeert voor hem niet alleen als het klassieke symbool
van de vruchtbaarheid,
naar symboliseert ook de verbondenheid met de aarde.
Jet van der Sluis (Museumschrift 6/2024 p. 68)
De beeld– en tekentaal van Joan Miró
Het is wel handig om iets meer te weten over de eigen beeld- en tekentaal van Joan Miró.
Zowel in zijn schilderijen, tekeningen, keramische objecten en in zijn beelden zie je sommige symbolen steeds terugkomen. De amandelvorm symboliseert zowel de baarmoeder als de vulva. Beide staan symbool voor de vruchtbaarheid. Vogels verbinden werkelijkheid en droom met elkaar. In hun vlucht lijken ze de hemel en de aarde met elkaar in contact te brengen. Miró geeft vogels vaak weer door de vorm van een halve maan en soms als een losse tak. Bekijk in dit geval Tête et Oiseau (hoofd en vogel, 1967).
Ei & tomaat
Een ander veel gebruikte vorm is het ei. Het ei als symbool van de vruchtbaarheid. De eivorm als symbool voor de vruchtbaarheid is naast de vrouw ook verbonden met de vogel. En dan hebben we nog de tomaat. Als je zoals hier in Beelden aan Zee de unieke mogelijkheid hebt om meerdere beelden van Miró gelijktijdig te zien, vallen ook hergebruikte vormen opeens op. In het begin van de zaal staat een gipsmodel Torse (1969). Miró heeft zich voor deze sculptuur laten inspireren door drie met elkaar vergroeide tomaten. De drie op elkaar geplaatste bollen vormen tezamen een (boven)lichaam met weelderige vrouwelijke vormen. Net als het prehistorische beeldje Venus van Willendorf verwijst Torse naar het vruchtbaarheidssymbool.
Blikvanger: het verliefde paar
De blikvanger in deze tentoonstelling is Couple d’amoureaux aux jeux des fleurs d’amandier (liefdespaar dat speelt met amandelbloesem, 1975). In het begin van de jaren zeventig gaat Miró experimenteren met kunsthars. Hiermee kan hij hoge, beschilderde sculpturen maken. Echt werken van monumentale formaten. In 1974 volgt een opdracht voor het zakendistrict, La Défense in Parijs. Wat jij nu hier ziet, is in Parijs vier maal ze groot te zien. De Fondation Miró is heel zuiging op deze sculptuur waardoor het zelden buiten Barcelona te zien is. Hier staan twee beelden: de mannelijke figuur is verticaal, zijn hoofd wordt geassocieerd met de zon. De vrouwelijke figuur (in blauw) heeft een halve rode maan, met daarin twee ogen. De halve maan verwijst hierbij weer naar vruchtbaarheid.
Mijn indrukken:
Ik vind het altijd een feestje om naar één tentoonstelling in Beelden aan Zee te gaan. Die unieke ligging aan zee, de beeldentuin op het dak en het vele licht dat de zalen instroomt zijn unieke elementen;
De grote zaal leent zich goed voor groot werk, zo ook nu het verliefde paar krijgt alle ruimte, maar trekt met haar felle kleuren ook direct je aandacht;
Heel handig is het compact zaalboekje waarin alle kunstweken met titel en jaar van vervaardiging staan. De aanvullende verhaaltjes maakt het kijken nog leuker;
De combinatie van de schilder/beeldhouwer Joan Miró en ‘duo collega’ Vera Guilkers is ook goed gekozen.
Joan Miró sculptures is tot en met 2 maart 2025 te zien in Museum Beelden aan Zee. MK=geldig.
Naast Miró nu ook te zien Vera Gulikers & Jean Arp
Je komt bij Beelden aan Zee zelden voor een expositie. Naast een hoofdtentoonstelling zijn er altijd een of meerder kleinere exposities. In dit geval zijn dat Jean/Hans Apr en Vera Gulikers (1981). De laatst genoemde heeft haar eerste solo met Love over Gold. Net als Miró is Gulikers schilder èn beeldhouwer. Zij onderzoekt in haar werk het meisjesachtige en vrouwelijke in de kunst. Gulikers maakt iconische beelden van kleurrijke vrouwenbeelden met slingerende benen die doen denken aan de flexibiliteit van een stofzuigerslang. Haar beelden verwijzen naar het heersende schoonheidsideaal. Ze onderzoekt ook niet thema zelfportret. Als je meerdere van haar sculpturen ziet, valt het gezicht op. Verscholen in een zwabber, een schilderij of hondenlichaam zie je dan opeens het gezicht van de kunstenaar zelf.
Vera Gulikers Love over Gold is tot en met 2 maart 2025 te zien in Museum Beelden aan Zee. Kijk hier voor de details.
Jean (Hans) Arp een versteend bos
Voor beeldend kunstenaar Jean (Hans) Arp (1886-1966) was het glas helder: kunst en natuur zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Hij streefde er naar om sculpturen te maken die naadloos aansloten bij de natuur. Arp deed niet aan imitaties. Hij ontwikkelde een heel eigen visuele taal op basis van ontluikende, organische vormen. Arp’s taal bewoog zich vloeiend tussen abstractie en typerende beelden. Hij was een ontdekker van nieuwe vormen.
Jean Arp en gips
Arp werkte graag en veel met gips. Met dit veelzijdige materiaal kon hij zijn vloeiende en organische vormen vertalen naar een driedimensionale ruimte. Zijn gipsen sculpturen waren werkmodellen in zijn studio. In zijn studio maakte hij altijd twee dezelfde gipsen zodat de vormen ook (her)gebruikt konden worden in nieuwe kunstwerken. Het atelier van Arp had de uitstraling van een ’versteend, betoverend woud’. In 2023 heeft de Stichting Hans Arp & Sophie Taeber-Arp (Berlijn)wereldwijd een schenking van 220 (gips)werken aan tien culturele instellingen. Museum Beelden aan Zee kreeg 21 gipsen werken en een bronzen sculptuur. Alle partners gaan een jaar lang onderzoek doen naar de beeldentaal van Arp. Wordt vervolgd…
Jean Arp, a petrified forest is tot en met 15 december 2024 te zien in Museum Beelden aan Zee. Kijk hier voor de details.
@ tekst en foto’s Wilma Lankhorst
© gebruik van de afbeeldingen met dank aan en met toestemming van Museum Beelden aan Zee, de genoemde kunstenaars en alle bruikleengevers.