Na Rembrandt van Rhijn (2016) en Johannes Vermeer (2023) is het podium in het Rijksmuseum dit voorjaar voor Frans Hals. Met Hals maakt het team van het Rijks het trio compleet van de grootste Nederlandse schilders uit de 17de eeuw. “Wie het laatst lacht, lacht het best.” Frans Hals doet met zijn vele portretten dit spreekwoord eer aan. Tot 9 juni kun je een selectie van bijna 50 werken uit zijn grote oeuvre (ruim 200 schilderijen) op één locatie bijeen zien. Deze unieke kans brengt bij de velen een brede lach op het gezicht.
Frans Hals, een Vlaming in Holland
Vol trots wordt Frans Hals vaak in het rijtje met Rembrandt, Vermeer, Van Gogh en Mondriaan genoemd als onze nationale trots op schilder gebied. Eerlijkheid gebied te zeggen dat Frans Hals, geen Nederlander van geboorte is. Hij is ergens tussen 1582-84 in Antwerpen geboren. Dit was de tijd van de Tachtigjarige Oorlog tussen Spanje en de Lage Landen. Toen Antwerpen in 1585 in Spaanse handen viel, zijn veel Vlaamse kunstenaars, wetenschappers en ondernemers naar de noordelijke Nederlanden verhuisd. Leiden en Haarlem stonden in die jaren bekend als vrije en liberale steden. Protestanten die in de Zuidelijke Nederlanden werden bedreigd, konden een nieuwe toekomst opbouwen in Zuid- en Noord-Holland. De ouders van Frans Hals, Franchoys Hals en Ariaentje van Geertenrijck, kozen net als schilder Karel van Mander voor Haarlem als hun nieuwe woonplaats. Hals senior was lakenbereider. Hals junior kreeg zijn eerste schilderlessen in Haarlem van Karel van Mander.
“Hei is in sein Jeügt was lüstich van leven geweest.”
Schilder Matthias Scheits (1679)
persoonlijke notitie in zijn exemplaar van Manders-Schilder-Boeck (1604).
Sint Lucasgilde in Haarlem
Er is niet veel bekend over het leven van Frans Hals (1582/84-1666). De in Hamburg geboren schilder Matthias Scheits heeft hem gekend en Hals in enkele notities beschreven. We weten dat hij in 1610 werd ingeschreven als meester-schilder bij het Haarlems Sint-Lucasgilde. Een ander ijkpunt is 1603 dat is het jaar waarin zijn eerste leermeester Karel van Mander uit Haarlem vertrok. Over de leertijd van Hals daarna missen we informatie. In het jaar 1616 wordt melding gemaakt van een verblijf in Antwerpen. Hals zou daar schilderlessen hebben gevolgd in het atelier van Peter Paul Rubens en kennis hebben gemaakt met Anthony van Dijck. Van 1610 tot 1666 werkt Frans Hals, vooral als portretschilder in Haarlem. Hij is twee maal getrouwd en zou naar schatting vader zijn van dertien kinderen.
‘Den Treffeliken Conterfeiter (portretschilder) Frans Hals van Harlem,
heeft geleert by Carel Vermander van Molebeke.”
Schilder Matthias Scheits (1679)
persoonlijke notitie in zijn exemplaar van Manders-Schilder-Boeck (1604).
Hoe herken je een Frans Hals?
In zijn openingspresentatie geeft conservator Friso Lammertse van het Rijksmuseum in een paar zinnen aan hoe je een echte Hals kunt herkennen: “Hij stelde zich ten doel zo overtuigend mogelijk een levend mens weer te geven. Hij ging daarbij weloverwogen en met lef op zoek naar een eigen stijl die volstrekt origineel was binnen de Nederlandse 17de-eeuwse schilderkunst”. Hals is de schilder van de lach én de schilder van 27 tinten zwart. Hij koos voor een snelle en losse penseelvoering waardoor de mensen die hij schilderde een ongekende beweeglijkheid kregen. Je kunt zeggen dat Hals leven in verf blies.
Nieuwe poses
De schilder ontwikkelde een eigen presentatievorm, hij bedacht nieuwe poses, zoals gedraaid op de stoel, sommige personages kijken uit het doek en ze lijken tot leven te komen. Hals schilderde ook de gewone man/vrouw zoals Malle Babbe, de Rommelpotspeler en visserskinderen.
De Schuttersstukken van Frans Hals
Er is geen schilder in ons land die meer schuttersstukken heeft gemaakt dan Frans Hals. Tussen 1616 en 1639 componeerde hij zes van deze grote groepsportretten. Het genre van de schuttersstukken is exclusief voor de Nederlanden in de 16de en 17de-eeuw. Op het geschilderde groepsportret staan de leden van een schuttersgilde. Gewapende burgers die de orde handhaafden in de steden en als dat nodig was hun stad en inwoners beschermen tegen aanvallen van buiten. Schilder Dirck Jacobsz heeft in 1529 het eerste schuttersstuk geschilderd. Rembrandt schilderde het meest bekende werk in dit genre: de Nachtwacht (1642). Zoals gezegd schilderde Frans Hals er zes. Voor het eerst in de geschiedenis zijn twee van deze grote werken vanuit de Schutterszaal in het Frans Hals Museum uit logeren gegaan naar Amsterdam.
De presentatie van de Schutterstukken in het Rijksmuseum vind ik helaas nogal kil. De logees hangen er ondanks het grote formaat verloren bij in Amsterdam (bovenste foto in de collage).
Mijn tip:
Ga dit voorjaar ook naar de Schutterszaal in het Frans Hals Museum in Haarlem en maak kennis met de groepsportretten van sterke vrouwen die nu deze zaal hangen.
De zaal met lefgozers
Taco Dibbits, hoofddirecteur van het Rijksmuseum nodigt ons uit om in de een na laatste zaal goed te letten op de lefgozers van Frans Hals. Hier hangen portretten van onder andere Pieter van den Broeke (1633), Isaac Ambrahamsz Massa en Nicolaes Pietersz Duyst van Voorhout. Het topstuk in deze zaal is De lachende cavalier (1624) uit de Wallace Collection uit Londen. Mede door de samenwerking met de National Gallery London werd deze logeerpartij mogelijk. De Frans Hals tentoonstelling was al in Londen te zien en reist na Amsterdam door naar Berlijn waar hij te zien zal zijn in de Gemäldegalerie, Staatliches Museen zu Berlin.
Bijzondere logees op en rijtje
De lachende cavalier is sinds 1870 voor het eerst terug in ons land. Andere bijzondere logees zijn (zoals vermeld) de twee Schuttersstukken uit Haarlem, de Lachende Vissersjongen (1630) uit een privé collectie en de Lachende jongen (1625) uit het Mauritshuis. In de laatste zaal hangt de laatste logee, het groepsportret van de Regentessen van het Oudemannenhuis (1664) uit Haarlem. Net als de schuttersstukken behoort dit doek tot de vaste collectie van het Frans Hals Museum in Haarlem.
Frans Hals is tot en met 9 juni 2024 te gast in het Rijksmuseum in Amsterdam. Reserveer hier op tijd online je ticket (en tijdsslot).
Thuis alvast even kijken?
Wil je bezoek goed voorbereiden of ben je niet instaat naar Amsterdam te komen, dan kun je via deze link online de Frans Hals Ontdekkingsreis maken. De Nederlandse versie is ingesproken door Evan van der Gucht. In de Engelse versie vertelt BBC presentator Joanna Lumley alles over de vernieuwende, vrolijke Frans Hals. Naast een taalkeuze heb je de keuze uit twee programma’s: 1.de voorbereiding op de tentoonstelling en 2. Alles wat je over Frans Hals wilt weten. Wie was hij, wat schilderde hij, waarom en hoe?
Frans Hals ook in Haarlem
Ondanks de grote bruiklenen in de tentoonstelling in Amsterdam, is er in het Frans Hals Museum in Haarlem nog veel te zien en te beleven rondom Frans Hals en tijdgenoten. Van de meester zelf hangen hier nog maar liefst 17 schilderijen, waaronder drie schuttersstukken.
De tijdelijke expositie “de vrouwen in de schutterszaal’ kan ik je van harte aanbevelen. De groepsportretten van Thérèse Schwartze (1851-1918), Charley Toorop (1891-1955), patricia kaersenhout (1966) en Iriée Zambé (Amsterdam, 1995) zijn een bezoek meer dan waard. Het Frans Hals Museum is gratis te bezoeken met de Museumkaart. Kijk hier voor alle details.
Gratis podwalk door HaarlemHet museumteam heeft een speciale podwalk uitgezet zodat je het 17de-eeuwse Haarlem van Frans Hals zelf kunt ontdekken. Via deze link kun je de podwalk gratis downloaden.
© tekst en foto’s Wilma Lankhorst
© gebruik van de afbeeldingen met dank aan en met toestemming van Het Rijksmuseum, Het Frans Hals Museum, Gemäldegalerie, Staatliches Museen zu Berlin, the Wallace Collection, National Gallery London en alle andere bruikleengevers.