Wie dit najaar Zwolle bezoekt, kan niet om de familie Ter Borch heen. Ruim twintig jaar vóór de geboorte van Rembrandt (1606- 1669) werd in het Overijsselse Zwolle Gerard Ter Borch de Oude (Zwolle 1582, 1662) geboren. Hij werd de pater familias van een artistieke familie die schilders voortbracht als Gerard de Jonge, Harmen, Mozes én dochter Gesina. Over hen gaat verhaal dit najaar in Zwolle. Gesina krijgt een podium in Het Academiehuis in de Grote Kerk Zwolle. Het leven van de vier kinderen staat centraal in ANNO en je leert de gehele familie kennen in de overzichtstentoonstelling Thuis bij Ter Borch in Museum de Fundatie.
In deel 1 neem ik je mee naar de Grote kerk en ANNO. In deel 2 komt Thuis bij Ter Borch in de Museum de Fundatie aan bod.
Ter Borch de Oude trouwde drie maal
Om de hoofdpersonen in dit verhaal beter te leren kennen is de stamboom in de catalogus van de tentoonstelling Thuis bij Ter Borch (WBooks, 2025) een goede start. Van de opa en oma van Gerard de Oude zijn de geboorte en sterfjaren niet bekend. Wel dat ze drie zonen kregen: Gerard, Berend en Harmen. Harmen (1550-1634) is de vader van Gerard ter Borch de Oude, zijn moeder is Catharina Colen (1557-1611). Harmen en Catharina kregen vier kinderen: Gerard, Johan, Maria en Anna. Bij deze derde Gerard begint het verhaal in Zwolle. Gerard ter Borch trouwde drie maal. In 1613 met zijn eerste vrouw Anna Bufkens (Antwerpen 1587-Zwolle 1621) met haar kreeg hij twee kinderen. Zoon Gerard ter Borch de Jonge (1617-1681) en Jannechien. Moeder Catharina sterft bij de geboorte van Jannechien, ook het meisje overlijdt.
In 1621 hertrouwt Gerard met Geesken van Voerst (Deventer 1599-Zwolle 1628). Met haar krijgt hij twee dochters Anna en Sara. Als Geesken in 1628 overlijdt, hertrouwt de schilder nog in hetzelfde jaar met Wiesken Matthijs (Deventer 1607-Zwolle 1683). Zij is de enige echtgenoot die Gerard zal overleven. Wiesken en Gerard krijgen negen kinderen waarvan er drie binnen zes maanden na de geboorte overlijden. Uit dit huwelijk zijn de drie schilders Gesina (1631-1690), Harmen (1638-1677) en Mozes (1645-1667) geboren. De vetgedrukte namen van de kinderen erven vaders teken- en schildertalent. Over hen gaat dit verhaal.
Schilder of licentmeester?
Vader Harmen was convooi- en licentmeester in Zwolle. In deze functie was hij verantwoordelijk voor het innen van de douanebelastingen op goederen die door de Hanzestad Zwolle werden vervoerd. Vader Harmen zag het talent van zijn zoon en zorgde voor een gedegen artistieke opleiding voor zijn oudste zoon. Gerard heeft in zijn jonge jaren onder andere gewerkt bij de Zwolse zilversmid Arend van Bolten. Leergierig als hij was, las de jonge Gerard over de laatste artistieke trends in Amsterdam, Haarlem en Utrecht. Als hij 18 jaar wordt, begint hij aan de Grand Tour door Europa om zijn opleiding te voltooien. In de jaren 1600 en 1601 verblijf hij in Rome (Palazzo Colonna), Napels en Venetië. Uit deze Italiaanse periode zijn verschillende tekeningen (pen en inkt) bewaard gebleven.
Gerard ontwikkelt een warme belangstelling voor het weergeven van de naturalistische effecten van licht en schaduw. Na Italië reist hij verder door Europa. In 1612 komt hij terug naar Zwolle, een jaar later trouwt hij voor de eerste maal. Gerard staat voor de keuze: “Word ik schilder of licentmeester?” In die dagen stond een ambt in hoger aanzien dan een ambacht. En zo volgde Gerard vader Harmen op als licentmeester, een keuze waardoor hij zijn (grote) gezin financieel goed kon ondersteunen.
Meesterschilder wordt teken- en schilderleraar
De opgedane kennis als schilder zet Gerard de Oude in voor het onderwijzen van zijn kinderen. Daarbij moet gezegd worden dat het onderwijs vooral gericht was op de artistieke ontwikkeling van zijn zonen Gerard (de Jonge), Harmen en Mozes. Dochter Gesina die ook zijn tekentalent erfde kreeg geen lees van haar vader. Hoe weten we dat? Gesina heeft heel veel werk van haar vader, broers en zichzelf bewaard. Gesina sterft in 1690 kinderloos, in haar testament staat dat haar erfenis in zijn geheel bewaard moet blijven. Haar erfenis komt via haar nichtje in handen van de familie Zebinden. Zij zorgen ervoor dat de gehele artistieke nalatenschap in 1887 overgaat naar het Rijksmuseum in Amsterdam. En zo werd bijna 200 jaar na het overlijden van Gesina, Amsterdam schatbewaarder van de erfenis van de artistieke Zwolse familie Ter Borch. Dit najaar is de familie terug in Zwolle met maar liefst drie tentoonstellingen.
Gesina in de Grote Kerk Zwolle
Wij beginnen onze kennismaking met de familie Ter Borch in de Grote Kerk op de Markt in Zwolle. Hier zijn twee exposities te zien. Theaterwetenschapper Wim Trompert & muziekensemble Camerata Trajectina hebben samen de animatie-opera Geesken, gemaakt. De basis voor hun productie zijn de albums (familieplakboeken) die Gesina heeft gemaakt. Naast tekeningen van haar broers, bevatten deze albums tekeningen, liedjes en poëzieteksten van Gesina. In een compacte theatertent in de kerk ben je getuige van het leven van Gesina. Terwijl haar vader het werk van haar broers voorziet van aanmoedigingen en nieuwe inzichten, is het (half)broer Gerard die Gesina’s ontwikkeling ondersteunt en aanmoedigt. Gesina is tevens Gerard’s favoriete model. Je ziet haar vaak op tekeningen en schilderijen van Gerard de Jonge. De animatie-opera is leuk om te ontdekken.
Tip: Het is wel handig als je vooraf al iets weet van de familiegeschiedenis anders is de kans groot dat je verdwaalt in de 45 minuten durende opera. Tickets voor de opera kun je ter plaatse à € 6,- per persoon kopen.
Gesina x Jasper Abels
Op het priesterkoor geeft fotograaf, beeldend kunstenaar en modekenner Jasper Abels (1987) Gesina de hoofdrol. Abels is in Overijssel geboren en heeft onder andere in Zwolle gestudeerd. Hij kent de stad goed en heeft zich verdiept in de geschiedenis van de familie Ter Borch. Internationaal is Abels bekend door zijn werk voor onder andere de modemagazines Vogue, Vanity Fair en Harpers Bazaar. Hier in Zwolle haalt Abels allerlei technieken en materialen uit de kast om het publiek kennis te laten maken met de veelzijdigheid van Gesina.
Dood en rouwverwerking
De jongste zoon/broer Mozes overlijdt op 22-jarige leeftijd, in de strijd van Nederland tegen de Engelsen in 1667. Zijn dood en het rouwproces worden daarna vaak terugkerende thema’s in Gesina’s werk. Ook voor Abels zijn dit belangrijke thema’s. Zo is de blikvanger op het priesterkoor een dame gekleed in het zwart met een ultra lange sleep waarop teksten zijn geborduurd. In kijkwanden en op een video worden details uit tekeningen van Gesina gecombineerd met hedendaagse beelden. Je raakt hier gewoon niet uitgekeken. Gesina en gezien worden is mijn AANRADER!
Alles is familie in ANNO
Onze tweede stop is bij ANNO Stadsmuseum Zwolle https://anno.nl/projecten/thuis-bij-ter-borch-alles-is-familie/ Op deze locatie komen museum, archeologie, bouwhistorie, monumenten en archief onder een dak samen. Het bijzondere in relatie tot de familie Ter Borch is dat Het Drostenhuis onderdeel is van dit museum. Het Drostenhuis is het voormalige woonhuis van Catharina ter Borch (1634-1704). Op de wand in haar woonhuis is de stamboom van de familie getekend en daar zie ik dat deze Catharina, de derde Catharina is in de familie. Twee zusjes gingen haar voor, maar zij sterven jong. De derde Catharina trouwt met de Zwolse zakenman Jan van der Werf en zij kopen in 1685 het Drostenhuis aan de Melkmarkt in Zwolle. Je kunt dus zeggen dat je hier op ‘heilige grond’ loopt.
Aan tafel bij de familie Ter Borch
Je loopt hier in de voetsporen van Catharina door de kamers van haar huis. In elke ruimte komt een ander familielid aan bod aangevuld met een overzicht van Zwolle in de 17de eeuw en afgesloten door een familie treffen in de keuken. In de vier persoonlijke kamers van Gerard de Jonge, Harmen, Mozes en Gesina zie je als eerste personen levensgroot in karton, met achter hen in het silhouet woorden die hen kenmerken. Tevens zie je kopieën van bekende werken van het betreffende Ter Borch-gezinslid. In de kamer van Mozes gaat het over zijn vroege dood en het thema rouw. Gesina en Gerard de Jonge hebben samen een memorieportret van Mozes (1667-1669) geschilderd. Het Rijksmuseum heeft het origineel nu uitgeleend aan Museum de Fundatie.









