Bauhaus in Textielmuseum Tilburg
In dit Bauhaus-eeuwfeest laat het Textielmuseum Tilburg ons de relatie met modern textiel in Nederland zien. Na de sluiting van de school in 1933 zijn docenten en studenten massaal naar landen buiten Duitsland vertrokken. In ons land hebben verschillende Bauhäusler een nieuw bestaan op gebouwd. In de tentoonstelling Bauhaus en Modern Textiel in Nederland ligt de nadruk op de invloed van het Bauhaus op de Nederlandse textielvorming. Je ontdekt lijnen van het verleden naar het heden. Vier hedendaagse kunstenaars laten op uitnodiging van het Textielmuseum hun reflectie zien op het erfgoed van de wereldberoemde Duitse ontwerpschool.
Sneak preview door de ogen van de museumblogger
bauhausmädels in Nederland
In de expositie Bauhaus& Modern Textiel in Nederland kijk je door de ogen van vier bauhausmädel: Otti Berger, Lisbeth Oestreicher, Greten Neter-Kähler en Kitty van der Mijll Dekker. Mede door hun bewaarijver is er een unieke nalatenschap ontstaan. Het Bauhaus erfgoed dat we hier zien neemt ons mee naar de workshops onder leiding van Gunta Stölzl en later Anni Albers. Deze vier bauhausmädels laten zien wat het Bauhaus voor hen betekent en hoe zij de nieuwe ontwerptheorie in hun eigen praktijk in ons land vormgeven.
Bauhaus kijk op weven
De Bauhaus opleiding ontwikkelt een totaal andere kijk op het weefambacht. Tot en met de 19e eeuw stonden decoratieve elementen en verhalen centraal in de weefkunst. In Dessau komt de focus te liggen op functionaliteit (betaalbare) serie productie en gebruiksstoffen. Er werd op allerlei manier geëxperimenteerd met kleuren, stoffen, draden en andere materialen. In de introductiefilm vertellen Lisbeth Oestreicher en Kitty van de Mijll Dekker over hun herinneringen aan het Bauhaus en de experimenten die zij daar uitvoerden. De tentoonstelling laat op een compact oppervlakte, een rijkdom aan materialen en invloeden zien. Je mag zelfs je eigen stof ontwikkelen, nadat je online een korte introductie over weven hebt gevolgd.
Kitty van de Mijll Dekker
Als je aan Bauhaus en Nederland denkt, komt de naam van weefster Kitty van der Mijll als eerste naar boven. En nu hoor ik hier, uit haar eigen mond, dat Kitty eigenlijk helemaal geen weefster wilde worden. Na de Vorkurs van Joseph Albers was het Kitty’s grote wens om de architectuur workshop te gaan volgen. Albers gaf aan dat zij vooral decoratieve vaardigheden had geleerd en nagenoeg niets over constructies. Dat laatste is essentieel in de bouwkunde en architectuur. Ook haar oom, architect Jan Buijs raadt haar de architectuur richting af. Volgens hem luisteren bouwvakkers niet naar een vrouw. Kitty laat zich uiteindelijk ompraten en sluit zich aan bij de wevers workshop. De textielafdeling staat dan nog onder leiding stond van Gunta Stölzl, de enige Bauhausstudent die ook docent is geworden aan het instituut.
Zowel Kitty als Gunta zijn opgenomen in de serie van 87 portretten van Bauhausmädels, van Patrick Rössler.
Bij mij is materiaal, structuur en kleur altijd het uitgangspunt.
Het enige dat verandert is de vorm.
uitspraak Lisbeth Oestreicher
Voorbeeld van lesmateriaal van Lisbeth Oestreicher (1926-1930) ©Textielmuseum.
Lesmaterialen & weefstalen
Net als Kitty werd Lisbeth Oestreicher (1902-1989) lid van het Bauhaus-weverscollectief. Lisbeth heeft veel van haar lesmaterialen en geweven staaltjes bewaard en deze later geschonken aan het Textielmuseum. Ik ontdek smaakvolle ontwerpen voor jurken, rokken en vesten. De patronen zijn voorzien van proeflapjes van Lisbeth’s weefsels. Ook haar kleurproeven en ontwerpen zijn erg leuk om te zien. Ondank dat Oestreicher ze bijna 100 jaar geleden heeft ontworpen, geven ze nog steeds hedendaags gevoel.
Het werk van Bauhäusler Paul Citroen en het bauhaus manifesto
inspireren de leergierige Lisbeth voor de nieuwe aanpak van Gropius voor het Bauhaus.
In 1926 viert ze carnaval in Dessau tijdens het beroemde ‘witte feest’.
In 1927 schrijft Oestreicher zich in voor de Vorkurs o.l.v. Joseph Albers.
Kennismaking met Lisbeth
Helaas staat er geen portret van Lisbeth Oestreicher in het boek bauhausmädels (Taschen 2019). Daarom hier een korte introductie. Oestreicher is in 1902 in Karlstad (nu Karlovy Vary Tsjechië) geboren. Na haar studie aan het lyceum volgt ze een aantal traditionele kunstnijverheidsscholen in o.a. Wenen, München en Berlijn. Van 1926 tot 1930 staat zij ingeschreven bij het Bauhaus. Eerst als student aan de weverij, in 1929 krijgt ze een functie als medewerkster op deze afdeling. Er komt steeds meer kritiek op de manier van lesgeven van Stölzl, ze zou te veel met haar eigen ontwerpen bezig zijn. Oestreicher heeft ook een verdiepingscursus gevolgd bij I.G. Farben in het Duitse Hoechst.
Uit de stalen die bewaard zijn gebleven van de Wolweverij
is te zien dat Oestreicher haar Bauhaus-wortels
trouw is gebleven. Haar ontwerpen bestaan vooral uit
strepen & ruiten, de verschillende verbindingen zorgen
hierbij voor een afwisseling in structuur.
Caroline Boot, Bauhaus& Modern Textiel in Nederland (2019) Textielmuseum (p. 29)
Acceptatie door de ambachtsmannen
Na haar diploma krijgt zij als een van de weinigen een leerlingenatelier toegewezen. In de schoolvakantie en ’s avonds werkt Lisbeth hard door bij haar ouders thuis. Ze ontwerpt kleding voor twee zelf-maak-modebladen (Ullstein en Bayer). Eind 1930 is Oestreicher in Amsterdam voor het huwelijk van haar broer Felix. In Nederland gaat ze voor enkele textielfabrieken aan de slag o.a. bij Weverij Kan in Hengelo (O) en later ook bij de Koninklijke Weefgoederenfabriek. Ze verhuist in 1932 naar Hengelo.
Drie maal scheepsrecht in Hengelo
Haar derde werkgever in Overijssel is de Hollandsche Wolweverij & Ververij (opgericht als Hulshoff/Pol & Co). Zelf zegt ze over de periode in Hengelo dat het een hele goede tijd was. Oestreicher heeft veel geleerd van de (oude) getalenteerde ambachtsmannen en ze werd door hen gewaardeerd & geaccepteerd.
Model Austria
Als er geen geld meer is om haar salaris te betalen, vertrekt de joodse Oestreicher weer naar Amsterdam (1935). Daar zet ze atelier ‘Model-Austria’ op. Lisbeth pakt haar oude liefde voor het breien weer op. Fotograaf Eva Besnyö legt haar ontwerpen vast op de gevoelige plaat. Als in 1937 haar zus/fotograaf Maria, uit Wenen naar Amsterdam komt, slaan de beide zussen hun creatieve handen ineen in ‘Model en foto Austria’. Hun producties vinden al snel de weg naar tijdschriften als de Libelle, Het Rijk van de Vrouw, Panorama en Vrouwenpost. Als de Tweede Wereldoorlog uitbreekt, lukt het Lisbeth niet om een visum te krijgen voor Amerika.
Lisbeth overleeft haar verblijf in Westerbork omdat ze de kampcommandant steeds weer laat weten dat de speciale
jurk of trui voor zijn vriendin nog niet klaar is.
Caroline Boot, Bauhaus& Modern Textiel in Nederland (2019) Textielmuseum p. 31
Kamp Westerbork
In 1942 meldt ze zich in Westerbork. Daar zal ze drie jaar leiding geven aan de breiafdeling in het kamp. Eén dag na de Bevrijding trouwt Lisbeth in Kamp Westerbork met de Oostenrijkse ingenieur Otto Birman. Het echtpaar ontfermt zich later over de (wees)kinderen van haar broer Felix. Lisbeth pakt haar ontwerp- en breiwerkzaamheden weer op. Via het exclusieve warenhuis Metz & Co vinden haar producten hun weg naar de consument. Lisbeth blijft tot begin jaren 50 actief als ontwerpster.
Het roer gaat om
Dan gooit ze het roer om en zet ze zich in voor maatschappelijke organisaties als Unicef en Amnesty International. Ze blijft nog wel haar familieleden en bekenden verrassen met haar mooi ontwerpen, breisels en wandkleden. Haar leven lang blijft Lisbeth contact onderhouden met haar Bauhaus-vrienden zoals Gunta Stölzl, Kitty van der Mijll en het echtpaar Andor en Eva Weininger.
Overzicht zaal TextielLab links drie wandkleden van Marijn van Kreij. Hij heeft ook stukken van de proefstalen gebruikt om sierkussens te maken voor originele Bauhaus-krukjes. Het beroemde wandkleed 5 Chöre (1928) van Gunta Stölzl was in dit geval de grote inspiratiebron voor schilder en tekenaar Marijn van Kreij.
Bauhaus en modern textiel samen met TextielLab
Om het 100 jaar Bauhaus feest op eigen bodem mee te vieren, heeft het team van het TextielLab hedendaagse kunstenaars een opdracht gegeven. Het TextielLab is het unieke, kloppende hart van dit museum waar dagelijks nog volop wordt geëxperimenteerd en gewerkt. De vier kunstenaars die een ontwerp mochten maken voor het Bauhaus jubileumjaar zijn Saskia Noor van Imhoff (1982), Krijn de Koning (1963), Marijn van Kreij (1978) en Koen Taselaar (1986).
bauhaus-vrouwen als voorbeeld
Ter voorbereiding hebben de vier een speciale bauhaus-experierence dag gevolgd. Twee museumconservatoren deelden hun kennis en ervaring van de museale Bauhaus-collectie en beschikbare archiefstukken met hen. Mede op basis van de aanwezige bauhaus-lesmaterialen van Lisbeth Oestreicher, Kitty van de Mijll Dekker en Greten (Fischer/Neter) Kähler gingen de vier uitverkorene aan de slag. De eindresultaten zijn heel divers en erg de moeite waard.
A Slightly inaccurate but nonetheless lightly entertaining story of Bauhaus (2018) Koen Taselaar (detail).
Wandkleed met bauhaus-geschiedenis
Wie kent hem niet het wandtapijt van Bayeux? Een eeuwenoud, 70 meter breed tapijt waarop de geschiedenis van de slag bij Hastings in 1066 staat afgebeeld. Taselaar vond het spannend om met zijn wandkleed een beetje tegen de Bauhaus regels aan te schoppen. Bij Bauhaus zijn decoratieve elementen uit den boze. Ze zijn onnodig en niet functioneel. Taselaar past juist om die reden decoratieve elementen toe in zijn wandkleed met daarop de Bauhaus-geschiedenis van 1919 tot 1933. Even dwars zijn en kijkers op het verkeerde been zetten, terwijl Bauhaus juist om eenvoud en helderheid ging.
Pak maar even een kruk met een kussen van Marijn van Kreij en neem alle rust
voor de geweven versie van de Bauhaus-geschiedenis
Fragment installatie #+38.00 Saskia Noor van Imhoff en impressie van de tuf-techniek.
Saskia Noor van Imhoff
De basis van dit wandkleed is wol dat is getuft (de wol wordt met een soort pistool in de weefdraden geschoten). De inspiratie voor haar opdracht vond Van Imhoff in Gropius’ ontwerp voor de Meisterhäuser (1925-1926) in combinatie met voor het Kaufmann House (Californië, 1946) van architect Richard Neuta.
Op het kleed is ook een stuk steen aangebracht. Dit verwijst naar de zwerfkeien die rondom het Kaufmann House verspreid liggen. Let op: de hele zaalinrichting is onderdeel van installatie #+38.00
‘de Machinekamer’ (2018), een ruimte-gebonden installatie van Krijn de Koning rondom de stoommachine
Bezoek ook de machinekamer
Vergeet, nadat je de tentoonstelling hebt bezocht, niet de trap op te lopen naar de machinekamer. In deze ruimte staat een indrukwekkende stoommachine uit 1906. Krijn de Koning vraagt zich in zijn werk af hoe (architecturale) ruimtes ervaren kunnen worden. Hij maakt graag ruimte-gebonden installaties. Het kleurrijke vloerkleed dat je hier ziet, heeft hij speciaal voor om de stroommachine ontworpen. De Koning wil ervaren wat de consequentie is voor een ruimte als zijn ontwerp hierin een plaats krijgt.
Bauhaus& I Modern Textiel in Nederland is t/m 3 november 2019 te zien in het Textielmuseum in Tilburg.
Caroline Boot, conservator van Textielmuseum Tilburg heeft met haar team een leuke en goed leesbare catalogus geschreven. Je krijgt door de verhalen en vele foto’s in deze publicatie veel achtergrondinformatie over de vier bauhausmädels Otti Berger, Lisbeth Oestreicher, Greten Neter-Kähler en Kitty van der Mijll Dekker. Het boekje is voor de vriendelijke prijs van € 13,95 exclusief te koop in de museumwinkel.
© tekst, foto’s en video Wilma Lankhorst © gebruik van de afbeeldingen met dank aan fotograaf Josefina Eikenaar/Textielmuseum in Tilburg en alle bruikleengevers.
Van de in dit artikel genoemde Bauhäuseler zijn portretten van de volgende vier kunstenaars opgenomen in het boek bauhausmädels van Patrick Rössler (Taschen):
- Kitty van de Mijll Dekker;
Otti Bergerl
Greten Neter-Kähler ;
Gunta Stölzl.
Eerdere Bauhaus-artikelen verschenen op deze site:
100 jaar Bauhaus, dé Duitse Ontwerpschool
Laatste kans bauhaus @nederland – Rotterdam
Gunta Stölzl, Bauhaus-vrouw in Groningen
Bauhausmädels, eerbetoon aan vrouwelijke bauhaus-pioniers