Dit jaar is het 50 jaar geleden dat kunstenaar Pablo Picasso overleed. Wereldwijd worden in 50 musea exposities gehouden ter nagedachtenis van zijn werk en leven. Eén van de 50 is het Von der Heydt Museum in het Duitse Wuppertal. Zij kregen deze eer omdat dit museum in 1911 het eerste schilderij van Picasso heeft aangekocht ‘acrobaat met jonge harlekijn’ uit 1905. Om dit te vieren is er nu een tentoonstelling waarin het werk van Picasso samen met dat van zijn Duitse tijdgenoot Max Beckmann wordt getoond: Mens, Mythe & Wereld is tot en met 7 januari 2024 in Wuppertal te zien.
Pablo Picasso
Wie kent hem niet?
Pablo Picasso is op 25 oktober 1881 in het Spaanse Malaga geboren. Jeroen Krabbé ging in 2017 in zijn eerste tv-reisprogramma op zoek naar Picasso’s wortels en inspiratiebronnen. Picasso was een artistieke alleskunner: hij was schilder, grafisch kunstenaar, beeldhouwer, keramist en sieradenontwerper. WE weten ook dat hij dol was op vrouwen. Hij had talrijke muzen en trouwde met twee van hen: Olga Khokhlova (gehuwd 1918-1955) en later Jacqueline Roque (gehuwd 1961-1973). Hij is vader van vijf kinderen, niet alleen met zijn echtgenotes maar ook met enkele geliefden. Zijn zoon Paulo (1921-1975) is het eerste kind van de schilder en Olga Khokhlova. Als driejarig jongetje stond hij model voor ‘Paolo als harlekijn’ (1924) en later voor ‘Paulo op een ezel’.
kinderen van zijn muzen
Zijn dochter Maya (1935-2022) heeft Marie-Thérèse Walter als moeder. Van dochter Maya heeft Picasso enkele beelden gemaakt. De moeder van zijn zoon Claude (1947) en dochter Paloma (1949) is Françoise Gilot. Steeds wanneer Picasso opnieuw verliefd werd, zie je in zijn werk duidelijk een wisseling van stijlen.
Max Beckmann
De Duitse schilder Max Beckmann (1884-1950) is bij het grote publiek minder bekend. Beckmann is geboren in de industriestad Leipzig. Als hij 16 is gaat hij naar Weimar voor zijn schildersopleiding. Vier jaar later verhuist hij naar Berlijn. In 1906 trouwt hij met schilder en operazangeres Minna Tube (1881-1964). Als de Eerste Wereldoorlog uitbreekt meldt Max zich als medisch vrijwilliger. Hij ziet de ellende van de oorlog aan het Oost-Pruisische front (1914), in Vlaanderen en in Straatsburg (1915). Wat hij ziet en meemaakt aan het front grijpt hem zo aan dat hij mentaal instort. Na thuiskomst in Berlijn, pakt hij zijn spullen en verhuist hij met zijn vrouw naar Frankfurt. In het begin van de expositie sta je oog in oog met het zelfportret van Beckmann als ziekenverzorger. Ook dit werk zit in de collectie van het Von der Heydt Museum.
De Beckmanns naar Nederland
In Frankfurt wordt Beckman bijzonder hoogleraar aan de Städelschule. Na zijn scheiding van Minna Tun (1925) trouwt hij in dat zelfde jaar met zangeres Mathilde von Kaulbauch (Quappi) (1904-1986). Beckmann was een succesvol kunstenaar en gewaardeerd hoogleraar toen de Nazi’s hem in 1933 zijn hoogleraarschap afnamen. Hij verhuist terug naar Berlijn en doet daar mee aan de veelbesproken expositie van Entartete Kunst, in het Nederlands “ontaarde kunst” of “gedegenereerde kunst”). Na deze tentoonstelling vlucht hij met zijn vrouw naar Amsterdam.
Tien jaren wonen en werken in Amsterdam
Tien jaar is Amsterdam zijn nieuwe woon- en werkplaats. Hij heeft een atelier aan het Rokin 58. In deze periode is hij zeer productief. Beckmann schildert ruim 280 schilderijen, dat is ongeveer een derde van zijn totale oeuvre. Bekende werken uit deze periode zijn de Acrobaten (1939), Perseus (1941), Toneelspelers (1942) en Carnaval (1943). Ondanks zijn vriendschap met Willem Sandberg (1897-1984), directeur van het Stedelijk Museum, breekt Beckmann niet echt door in ons land. In 1947 verhuizen Beckmann en zijn vrouw naar de Verenigde Staten. Daar is zijn werk al bekend en zijn roem is hem hier vooruit gereisd. Na twee jaar lesgeven in St. Louis, verhuizen ze naar New York.
Knooppunt Parijs
Beckmann komt vanaf 1903 regelmatig in Parijs, hij wil zich hier meten met zijn tijdgenoten, de moderne schilders. Het lukt Beckmann niet echt hier door te breken. Picasso verhuist in 1904 definitief naar Parijs. Je zou Parijs als knooppunt kunnen zien tussen Picasso en Beckmann. Op mijn vraag aan Roland Mönig (museumdirecteur) of beide kunstenaars elkaar in het echt hebben ontmoet is het antwoord “We hebben daar geen bronnen over. We weten wel dat ze elkaars werk en ontwikkeling in de gaten hielden.” Beckmann had snel succes in eigen land. Zijn oorlogservaring (WO1) tekent zijn leven en werk. Vanaf 1915-16 worden de kleuren feller, zijn lijnen dikker, zijn onderwerpen grotesker.
Beide kunstenaars proberen vele stijlen
Net als bij Picasso ontdek je in Beckmanns werk steeds nieuwe ontwikkelingen en stijlen. Zijn werk wordt geplaatst tussen het Expressionisme van Die Brücke en de Neue Sachlichkeit (Nieuwe Zakelijkheid). Voor Beckmann is de Eerste Wereldoorlog een keerpunt in zijn werk, voor Picasso is dat de Spaanse Burger Oorlog (1936-1939). Dat zien we in zijn werk Guernica (1937). Picasso’s oeuvre kent nog meer stijlen dan die van Beckman. In de kunstgeschiedenis worden Picasso’s stijlen beschreven als de blauwe, daarna de roze periode, gevolgd door de kubistische, de klassieke en de surrealistische periode.
Hoe is de tentoonstelling opgezet?
Bijna de hele tweede verdieping van het museum is vrij gemaakt voor Picasso en Beckmann. Er zijn drie thema’s: de mens, mythen en de wereld. In de eerste ruimte stellen beide kunstenaars zich voor. We zien Beckmann als vrijwilliger tijdens WO1 en Picasso als schilder in het atelier (1964) naast andere werken uit hun begin jaren. In de eerste kabinet ruimte zien we werken met het thema man & vrouw. Omdat de werken op thema zijn uitgezocht en niet op chronologie zijn de verschillen groot. Beckmanns portret van Fridel Battenberg uit 1920 is figuratief. We zien Fridel met haar zwarte kat in de hand met achter haar een spiegel. De dame met groene bloes uit 1943 van Picasso laat meer vlakken zien dan een het gezicht zoals wij dat herkennen. Er hangen zo’n 200 werken, 70 van Picasso en 120 van Beckmann. Er zijn veertien schilderijen aangevuld met 175 werken op papier van beide kunstenaars.
Luchtacrobaten en rennende vrouwen aan het strand
In de grote hoekzaal zijn de brief lezende mannen (1921) van Picasso en de Luchtacrobaten (1928) van Beckmann de blikvangers. Deze werken kun je meer met elkaar vergelijken omdat Picasso hier ook nog figuratief werkt. De luchtacrobaten van Beckmann zit vol leuke details, neem er de tijd voor. Een van mijn favoriete werken van Picasso hangt hier ook. Het is een klein werk ‘Twee rennende vrouwen op het strand’ (1922). Tussen haakjes staat achter deze titel (een wedstrijd). Ik zie dat element niet zo, maar voel een soort vrolijkheid en snelheid op een plek waar ik zelf ook graag ben.
Mythen en geschiedenis
De reis gaat verder met het thema ‘mythen en geschiedenis’. Naast verschillende werken op papier hangen hier twee schilderijen waarin het raadsel het thema is. Van Max Beckmann hangt hier ‘Messingstadt’ uit 1944 en van Pablo Picasso ‘De roof van de Sabijnse maagden (1962) (naar Jacques Louis David 18e eeuw). Dit laatst genoemde thema is door de eeuwen heen door verschillende (mannelijke) kunstenaars geschilderd. Naast David is de roof bekend van Peter Paul Rubens (1639) en Caspar de Crayer (1640), Johann Henrich Schönnfeld (1640), Gaston Bussière (1862-1928) en Nicolas Poisson (1635). De Sabijnse maagdenroof is een Romeinse mythe na de stichting van de stad Rome.
Finale: de zaal van de vrouwen
De tentoonstelling eindigt met de zaal van de vrouwen. Hier hangen verschillende schilderijen en werken op papier van zowel Max Beckmann als Pablo Picasso. Beckmann schildert zijn vrouwen vooral in een figuratieve, herkenbare stijl. Picasso begint in de loop van zijn carrière zijn onderwerp, in dit geval de vrouw, steeds verder te ontleden en opnieuw op te bouwen in vlakken. In het laatste kabinet ontdek ik zwart-wit foto’s van beide kunstenaars met een korte levensloop. Er zijn ook twee zwart-wit foto’s waarop de relatie van beide kunstenaars met Wuppertal en het Von der Heydt wordt uitgelegd. Beckmann had in 1914 zijn eerste groepsexpositie in Wuppertal en in 1956 postuum zijn eerste solo in het Von der Heydt.
Verdwenen Picasso
Van Picasso kocht het museum in 1911 als eerste museum een schilderij. Dit werk is in 1937 door de Nazi’s geconfisqueerd en in 1939 op een veiling in Luzern aan een particulier verkocht. Daarna is het nooit meer publiekelijk te zien geweest.
Picasso & Beckmann, Mens, Mythe & wereld is tot en met 7 januari 2024 te zien in het Von der Heydt Museum in Wuppertal. Kijk hier voor alle details. Na Wuppertal reist deze expositie door naar Hannover. Daar zijn Beckmann en Picasso vanaf 17 februari tot en met 16 juni 2024 te zien in het Sprengel Museum. Volg via deze link de ontwikkelingen in Hannover.
© tekst en foto’s Wilma Lankhorst
© gebruik van de afbeeldingen met dank aan het Von der Heydt Museum, Sprengel Museum Hannover, de genoemde kunstenaars en alle bruikleengevers.