CHARLOTTE VAN PALLANDT
Kunst als levensdoel
Velen kennen kunstenares Charlotte van Pallandt van het beeld van Koningin Wilhelmina en haar vele geschilderde portretten. Wie zij als persoon was, is minder bekend. Voor Van Pallandt was kunst haar levensdoel. Schrijver Maarten Jager ging op zoek naar de vrouw achter deze getalenteerde icoon. Hij schreef er een boek over en organiseerde samen met Museum de Fundatie in Zwolle én Heino een tentoonstelling. Tot en met 1 september 2019 kun je in een grote overzichtstentoonstelling nader kennis maken met Charlotte Dorothéé, barones van Pallandt. Ik wens je alvast een mooie zomer!
Sneak preview: de expositie door mijn ogen
Charlotte van Pallandt in de deuropening van haar atelier.
Stoere, vrije vrouw
Op de zwart-wit foto in de uitnodiging staat Charlotte van Pallandt (1898-1997) in de deuropening van haar atelier. Ze heeft kort geknipt haar, draagt een broek, open schoenen en heeft een sigaret in haar hand. In mijn ogen een stoere en vrije vrouw. Klopt dat beeld? Maarten Jager deed onderzoek naar de vrouw Charlotte van Pallandt. In de afgelopen jaren is menig boek over haar werk gepubliceerd. Details over haar privé leven komen hierin bijna niet aan bod. Van Pallandt zei hier zelf over: “Wat telt is mijn werk. Dat is de reden van mijn bestaan”. Maarten Jager ging op zoek naar antwoorden op vragen als: Wie is de beeldhouwster zelf, hoe leefde zij en wat dacht zij? Het resultaat van deze speurtocht is te zien en te lezen in het 144 pagina tellende boek “Charlotte van Pallandt, Kunst als levensdoel”.
Volg in Zwolle haar levensloop
Op zes pagina’s beschrijft Jager een beknopte biografie van Charlotte’s leven. Haar wieg stond in Arnhem waar ze op 2 september 1898 werd geboren in het huis van haar oma. Haar ouders zijn van adel en zo wordt Charlotte Dorothée als barones van Pallandt gedoopt. Het gezin telt vijf kinderen, vier meisjes en een jongen. Charlotte is de tweede dochter. Alle kinderen krijgen thuis les van twee gouvernantes en een schoolmeester uit Schaarsbergen. Charlotte tekent en speelt piano als kind. Zelf zei ze over haar jeugd: “het was beklemmend en vrij”. Vrij omdat ze als meisje toch onderwijs kreeg, beklemmend omdat alles zich in het landhuis en op het landgoed ‘Vrijland’ afspeelde. Voor haar vervolgopleiding kozen haar ouders een internaat in Ealing bij Londen. Hier heeft de jonge Charlotte het niet naar haar zin, ze voelt zich eenzaam.
Oorlogsjaren naar Den Haag
Ook al blijft ons land neutraal tijdens de Eerste Wereldoorlog, Charlotte verhuist in die jaren terug van Engeland naar Nederland. Haar ouders wonen dan in Den Haag, hier volgt Charlotte in 1918 een half jaar schilderles bij de society-schilder Albert Roelofs. Ze sluit vriendschap met zijn dochter, Albertine Roelofs. Ondanks haar passie en talent voor tekenen en schilderen, krijgt ze van haar ouders geen toestemming om buitenshuis te gaan werken. Er is maar één manier om naar buiten te gaan en dat is trouwen. Dat doet ze in 1919 met de diplomaat Joachim Adolph Zeyger, graaf van Rechteren Limburg (1893-1943). Het vers getrouwde stel verhuist naar het Zwitserse Bern, waar hij attaché honorair aan de Nederlandse ambassade wordt. Charlotte blijft tekenen en schilderen.
Trouwring op het perron
Volgens Maarten Jager is het is geen gelukkig huwelijk. Manlief is veel buitenshuis en loopt o.a. talrijke receptie af. Charlotte vraagt zich regelmatig af wat deze nieuwe vrijheid voor haar betekent. In 1923 pakt ze haar koffers en neemt een taxi naar het treinstation. Als haar man het perron op rent, opent Charlotte het raam van haar coupe, schuift haar trouwring van de vinger en gooit die in zijn richting. Daarmee is voor haar de (huwelijkse) kous af, ze reist verder naar Lausanne en kiest daar definitief voor een leven als kunstenares. In Lausanne volgt ze schilderlessen bij landschapsschilder Arnold Loup. In 1924 wordt het huwelijk officieel ontbonden en Charlotte vertrekt dan naar haar broer in Parijs.
Charlotte in Parijs
In Parijs volgt ze de ene les naar de ander. In het begin ligt de focus nog helemaal op tekenen en schilderen. De Franse kubist-theoreticus André Lhote laat haar kennis maken met het kubisme. Ze leert o.a. Pablo Gargallo, André Kertész en Kiki de Montparnasse kennen. In de eerste zaal hangt een kubistisch werk van Van Pallandt uit deze periode. In 1927 ontmoet ze de Frans-Russische beeldhouwer Akop Gurdjan. Hij maakt haar enthousiast voor het beeldhouwen en Charlotte werkt korte tijd in zijn studio. In de jaren tussen 1927 tot 1935 werkt en woont Charlotte afwisselend in Parijs en Nederland. In deze periode volgt ze verschillende beeldhouw-cursussen o.a. bij Albert Termote (1887-1978) en Toon Dupuis (1877-1937).
Atelierwoningen in de Zomerdijkstraat in Amsterdam, op de voorgrond het beeld ‘de zieke’.
Charlotte van Pallandt was één van de eerste
vrouwelijke beeldhouwers in ons land die zich
volledig wijdde aan de beeldhouwkunst.
Een atelier en een minnaar
In 1927 biedt Jonkheer Johan Hugo Gevers van Kethel en Spaland, Charlotte een atelier aan. Deze zelfstandige werkruimte staat op zijn landgoed Oud Leeuwenhorst in Noordwijkerhout. Er ontstaat een liefdesrelatie tussen de getrouwde Hugo Gevers en de vrij gevochten Charlotte. Eén ding staat voor Van Pallandt als een paal boven water: haar werk en ambitie gaat voor alles, ook voor de liefde van Hugo. Charlotte gaat regelmatig op inspiratie reis naar o.a. Italië en Frankrijk. Beeldhouwer Toon Dupuis volgt haar ontwikkeling en draagt Charlotte in 1930 voor als lid van de Nederlandse Kring van Beeldhouwers. Drie jaar later in 1933 wordt ze definitief tot deze kring toegelaten. In 1935 exposeert ze samen met Termote en Gra Rueb in Kunsthal Vincent in Den Haag.
Als ze tijdens een reis door Frankrijk in de zomer van 1956, samen met Hugo Gevers een auto-ongeluk krijgt, komt alleen Charlotte levend terug naar huis. Jager attendeert ons op een foto in de expositie waarop haar atelier op het landgoed van Gevers te zien is. Op deze foto staat ook een beeld (kop van Gevers) die later in een sloot op het landgoed is terug gevonden.
Amsterdam-Prijs-Londen-Antwerpen en Venetië
Charlotte van Pallandt heeft haar draai gevonden en haar werk wordt veel gevraagd voor exposities in o.a. Amsterdam (eerste solo in 1948), Londen (1949 Women’s International Art Club) en in 1958 voor de Biënnale van Venetië. In het Holland-paviljoen is dan werk te zien van haar en van collega’s kunstenaars Gerrit Benner, Lotti van der Gaag, Pearl Perlmutter en Carl Visser. Na Venetië is haar werk te zien tijdens ‘Sonsbeek 58’ in Arnhem.
In verschillende zalen ontdek je haar favoriete model Truus.
Model Truus Trompert
Naast schilderopdrachten voor portretten, werkt Van Pallandt gestaag door aan haar beeldhouwcarrière. In de Tweede Wereldoorlog leert Charlotte via haar collega-beeldbouwer Fred Carasso het Amsterdamse naaktmodel Truus Trompert kennen. Ruim twintig jaar inspireert Truus, Charlotte voor een serie Truusbeelden. Charlotte tekent Truus, maar giet haar ook in gips en brons. Na de kennismaking met de eerste Truus in de tentoonstelling, zul je haar steeds weer tegenkomen.
Koninklijke opdrachten
Ook ons Koninklijk Huis heeft ondertussen Charlotte van Pallandt’s werk ontdekt. In 1953 maakt ze in opdracht van de Provincie Gelderland een portret van Koningin Juliana. In 1966 volgt en opdracht va de Rotterdamse Kamer van Koophandel. Zij willen een monument ter ere van koningin Wilhelmina. In 1968 is het drie meter hoge beeld klaar en krijgt het een plaats in het park bij de Euromast. Dankzij de vriendschap met Charlotte krijgt Dirk Hannema van haar de toestemming om een tweede, identiek Wilhelmina-beeld te laten gieten. Dit beeld staat nu op Landgoed van Kasteel het Nijenhuis, de tweede locatie van Museum de Fundatie in Heino. In 1986 onthullen Prinses Juliana en Koning Beatrix samen het Nationaal Monument voor Koningin Wilhelmina in Den Haag.
In de laatste zaal hangt deze foto met op de voorgrond ‘Heraut’ van Marja van Hall (1937).
Kunst als levensdoel
De jaren lijken geen vat op haar werklust te krijgen. Van Pallandt gaat door met beeldhouwen en er volgen nog talrijke exposities. In 1972 maakt ze haar beroemde zelfportret. Een jaar later leert ze de beeldhouwster Maya van Hall kennen. Van Hall’s familie woont ook in Noordwijk. In 1963 treedt Charlotte toe tot Ridder in de Orde van Oranje-Nassau. In 1973 promoveert ze in tot Officier in dezelfde orde. Vijf jaar later wordt de Charlotte van Pallandt prijs ingesteld. De eerste winnares van deze onderscheiding in 1978 is beeldhouwster Eja Siepman.
Lopend meisje (2007)
Eja Siepman van den Berg
Enkele beelden van Eja Siepman van den Berg zijn deze zomer te zien tijdens Art Zuid in Amsterdam.
In 1980 ontvangt Charlotte van Pallandt van Prinses Juliana de Singer Prijs voor haar gehele oeuvre.
Portretgalerij
In de Wilhelminazaal in Museum de Fundatie ontdek ik een portretgalerij. Charlotte van Pallandt is vooral bekend geworden door haar portretten. Verschillende vrienden en zakenmensen poseerden voor haar. Kijk zelf maar eens of jij Adriaan Roland Holst (1963) hier kunt ontdekken, of Gisèlle Waterschoot van der Gracht (1966), Meta Kreeft (1962), Mo Mogendorff (1968), Maud Barones van Heemstra-Whitall (1957), Dirk Hannema en Albert Termote.
Kees Verweij
Begin jaren zestig leert Charlotte van Pallandt schilder Kees Verweij kennen. Van zijn hand hangen hier verschillende portretten van Van Pallandt. Er wordt gezegd Verweij een eigenzinnig heerschap was, Charlotte en hij konden het samen prima vinden. In 1961 wordt de dubbelexpositie Charlotte van Pallandt – Kees Verweij’ in drie Nederlandse musea gehouden.
Vrouwelijke kunstenaar in een mannenwereld
In de jaren vóór de Tweede Wereldoorlog is de rol van de man nog zeer dominant in onze samenleving. Pas in 1956 worden de Nederlandse vrouwen officieel handels bekwaam en kunnen dan pas een eigen bankrekening openen. Charlotte werkt erg hard om haar levensdoel te bereiken. Ze probeert steeds nieuwe disciplines uit en wil daarin ook uitblinken. Naast haar portretten is Van Pallandt vooral door haar beeldhouwwerken beroemd geworden. Charlotte was een echte pionier in de wereld van de vrouwelijke beeldhouwers. Zij nam actief deel aan de bloeiperiode van de beeldhouwkunst na 1945. Na 1960 is haar positie verder versterkt dankzij de opdrachten voor de Wilhelmina-projecten in Rotterdam en Den Haag.
De tentoonstelling Charlotte van Pallandt, Kunst als Levensdoel is t/m 1 september 2019 te zien in Museum de Fundatie en in Kasteel het Nijenhuis in Heino. In deze grote overzichtstentoonstellingen zijn beelden, schilderijen, tekeningen en gipsen voorstudies te zien.
Van Pallandt & De Fundatie
In de museumcollectie van de Fundatie bevinden 362 objecten van Charlotte van Pallandt. Deze omvangrijke collectie is o.a. opgebouwd dankzij een schenking van 65 gipsen door de erven Van Pallandt. Aangevuld met de aankoop van bijna al haar schetsboeken met steun van het Mondriaan Fonds.
Tip!
Vergeet de prachtige catalogus niet. 144 pagina’s met inspirerende verhalen, 100 illustraties in kleur en nog eens 85 in zwart-wit. Dit prachtige werk is te koop voor € 22,50 Dit fraai boek in de museumwinkels te koop en hier online te bestellen.
titel Charlotte van Pallandt, kunst als levensdoel
auteur Maarten Jager
uitgever Uitgeverij Waanders
omvang 144 p.
ISBN 978-94-6262-236-4
prijs € 22,50
© tekst, foto’s en video Wilma Lankhorst © gebruik van de afbeeldingen met dank aan Museum de Fundatie Zwolle, Kasteel het Nijenhuis Heino en alle bruikleengevers.
Nu ook te zien in Museum de Fundatie
Zomer Expo 2019 Europa
Het thema van deze ZomerExpo is Europa. Uit duizenden inzendingen hebben leden van een vak-, junior- en publieksjury 250 werken gekozen. De variatie in het soort werk is groot en ook de interpretatie van het thema Europa. Van de mythologische stier Europa (met premier May als stierenrijder) tot collages opgebouwd uit Europese postzegels. Ik viel echt van de ene verrassing in de andere. En weet je wat extra leuk is? Alles wat je in deze expositie ziet, is ook te koop.
Zomer Expo 2019 Europa is t/m 1 september 2019 te zien in zowel Museum de Fundatie in Zwolle als in Huis Nijenhuis in Heino
Discordia Concors door Michael Triegel
In de afgelopen jaren zijn verschillende Duitse meesters te gast geweest in Museum de Fundatie. Denk aan Neo Rauch en Wolfgang Mattheuer. Deze zomer is het podium voor de kunstschilder Michael Triegel (1968). Mijn eerste indruk is, dat je werk kijkt dat is geïnspireerd door de Europese vroegrenaissance. Museumdirecteur Ralph Keuning spoort me aan verder kijken en dan ontdek ik lagen met verwijzingen naar het nu.
Pure, figuratieve kunst
Triegel’s werk is pure, figuratieve schilderkunst. Zijn basisgedachte is vaak terug te leiden naar klassieke religieuze en wereldse motieven. Deze klassiekers geeft Triegel een totaal nieuw gezicht. En daar sta je dan naar te kijken. Eerst misschien verwarrend, later blij met je ontdekkingen.
Triegel’s opleiding
Michael Triegel is afgestudeerd aan de Hochschule für Grafik und Buchkunst in Leipzig. Deze hogeschool is nauw verbonden met de Neue Leipzicher Schule. Dit is de opleiding waar o.a. Neo Rauch en zijn partner Rosa Loy stonden ingeschreven.
In 1961 kreeg de Hochschule für Grafik een afdeling kunstschilderen. In Leipzig (toen nog een voormalige DDR-opleiding) ligt de aandacht vooral op de ambachtelijke kant van het maakproces in de kunst. Bernhard Heising had de leiding over deze eerste schilders-studierichting. Zijn mede docenten waren Werner Tübke en Wolfgang Mattheuer.
Leipziger Realisme
Deze drie kunstenaars zijn de grondleggers van het zogenaamde Leipziger Realisme. Zij waren de grote inspiratiebron voor de tweede generatie realistische schilders, Arno Rink (1940-2017) en Ulrich Hachulla. Van hen kreeg Triegel o.a. les. Neo Rauch is na zijn opleiding aan de Neue Leipziger Schule, aangesteld als leraar aan de Hochschule für Grafik. Triegel en Rauch worden nu als vertegenwoordigers van de derde generatie Leipziger Realisten gezien.
Ontmoeting met de Duitse Paus
In 2010 leerde Michael Triegel de toenmalige Duitse Paus Benedictus XVI kennen. Triegel kreeg van het Bisdom Regensburg de opdracht voor een portret van de kerkelijke leider. Met dit portret dat hier in de Fundatie te zien is, werd Triegel internationaal bekend. Na de ontmoeting met de Paus heeft de kunstenaar zich aangesloten bij de Rooms Katholieke Kerk.
De expositie Discordia Concors (In harmonie met de tweedracht) bestaat uit twee delen. In Museum de Fundatie in Zwolle zijn t/m 1 september 2019, 50 schilderijen van Triegel te zien. In Kasteel het Nijenhuis in Heino zijn tot die datum 30 werken op papier van hem te zien.