Alexej von Jawlensky
Expressionisme & Devotie
Wat weet jij van schilder en yogi Alexej von Jawlensky?
Lang is hij de levensgezel van kunstenaar en mecenas Marianne Werefkin. Hij is ook bevriend met Gabriele Münter en haar partner Wassily Kandinsky. Geboren in Rusland, later wonend en werkend in Duitsland en Zwitserland. Als schilder combineert hij het beste uit verschillende culturen en religieuze stromingen. Via Rudolf Steiner maakt hij kennis met de antroposofie en verdiept hij zich daarna in yoga. Marianne Werefkin deelt haar unieke visie over nieuwe kunstvormen, het spirituele in de kunst én symbolisch kleurgebruik met hem.
In Alexej von Jawlensky Expressionisme en Devotie kun je in het Gemeentemuseum (Den Haag) kennismaken met allerlei facetten van het leven en werk van deze Russische schilder. Je kunt het allemaal nog zien t/m 29 januari 2019.
Sneak preview
Na het bezoeken van de tentoonstelling blijft bij mij de vraag hangen: Waar is Marianne Werefkin? Ondanks alle lovende woorden in Den Haag, mag je gerust stellen dat de carrière van Jawlensky er heel anders uit zou hebben gezien, als hij zijn leermeester en mecenas Marianne Werefkin niet had ontmoet. Kunsthistorica Karin Haanappel geeft via haar website een interessant college over Marianne Werefkin. In lijn met mijn levensovertuiging ‘ere wie ere toekomt’ zal ik het verhaal van Werefkin verweven met mijn ervaringen in het Gemeentemuseum.
Zelfportret met hoge hoed (1904) ©Alexej von Jawlensky
Vincent van Gogh
In de eerste zaal maak je direct kennis met één van de grote inspiratoren van Alexej von Jawlensky. Het is onze eigen Vincent van Gogh. In Jawlensky’s zelfportret met hoge hoed (1904) is de penseelstreek van Van Gogh duidelijk herkenbaar. Jawlensky is in 1864 in Torzjok (Rusland) geboren. Zijn vader is kolonel in het leger en zodoende verhuist het gezin regelmatig. Als Alexej tien jaar is, gaat het gezin in Moskou wonen. Daar gaat hij later naar de cadettenschool.
Liever kunst dan het leger
Zijn toekomst is mede door de adellijke afkomst van zijn vader, uitgestippeld met focus op het leger. Als de jonge Jawlensky in 1882 in Moskou een tentoonstelling bezoekt, weet hij daarna zelf dat hij kunstenaar wil worden. Elk vrij moment bezoekt hij de Tretjakovgalerij. Mede door de vroege dood van zijn vader, rust er een financiële familie verplichting op hem. In 1890-1891 verhuist Alexej voor zijn militaire opleiding naar St. Petersburg. Naast zijn dagelijks werk gaat hij een kunstopleiding volgen. Zijn docent raadt hem extra lessen aan bij de Russische meester-schilder Ilja Repin.
De Storm (1912) ©Marianne Werefkin
Russische Rembrandt
De favoriete leerlingen van schilder Ilja Repin is Marianne Werefkin (1860-1938). Zij wordt door haar leermeester de Russische Rembrandt genoemd. Als succesvol kunstenaar krijgt zij van Repin de ruimte om zich over Jawlensky en zijn talent te ontfermen. In die periode (1892-1985) bezoekt Jawlensky vele musea in St. Petersburg. Hij is ook twee maal een zomer te gast op het zomerverblijf van de aristocratische familie Werefkin in Litouwen. In 1896 neemt Kapitein Alexej ontslag in het leger. Marianne wordt naast geestelijk inspirator zijn mecenas. Haar financiële ondersteuning is zowel toereikend voor Alexej om aan zijn familieverplichtingen te voldoen als om zijn droom te verwezenlijken. In 1896 verlaten ze samen St. Petersburg. Ze reizen eerst door Europa en bezoeken hierbij ook ons land. Marianne neemt volgens het (Russische) protocol van die dagen ook haar dienstmeisje Helene Nesnakomoff (1881-1965) mee.
De kennismaking met Werefkin (1892) verandert Jawlensky’s leven. Hij verwoorde het als:
“Ik raakte bevriend met haar, met deze intelligente, briljant begaafde vrouw”.
In 1896 zegt Marianne Werefkin over Alexej Jawlensky:
“Jij, dat ben ik in wezen, maar een hele andere ik, edelmoedig en groot, een geniale ik”.
Tip:
Let in de tentoonstelling op de kleine zwart wit foto waarop Jawlensky achter een ezel zit en Marianne achter hem staat en hem tips geeft.
Jongens op Vastenavond (1912) ©Gabriele Münter
München culturele broedplaats
Na de verkennende rondreis door Europa koopt Marianne een woning aan de Giselastrasse (nr. 23) in München. In die dagen is München hét kunstcentrum van het noorden. Werefkin’s huis wordt één groot kunst- en inspiratiehuis. Op de begane grond komt een groot atelier voor Jawlensky met een verflaboratorium voor haarzelf. Op de 1e verdieping organiseert Marianne zogenaamde kunstsalons. Met deze opzet kan Marianne zowel het werk van Jawlensky, als haar eigen gedachtegoed meer bekendheid geven. In deze salons komen alle kunstgroepen samen. In 1897 schrijft Jawlensky zich in voor de tekenschool van Anton Ažbe. Hier leert hij zijn landgenoot Wassily Kandinsky kennen.
Na aankomst in München richt Marianne Werefkin zich volledig op de artistieke toekomst van Jawlensky. Werefkin realiseert zich dat Jawlensky nooit de grote meester kan worden die zij graag van hem wil maken, als ze zijn concurrent blijft. Dit inzicht in combinatie met de gevolgen van een langdurige revalidatie na een ongeluk met Marianne’s rechterhand, legt ze (tijdelijk) haar penselen neer.
Zoon Andreas
Op 18 januari 1902 wordt (in Rusland) zoon Andreas Jawlensky geboren. Zijn moeder is Helene het (minderjarige) dienstmeisje van Marianne. Dit voorval zet de relatie tussen de schilder en zijn mecenas onder druk.
Landschappen & stillevens
Twee bekende thema’s die steeds terugkomen in het werk van Jawlensky zijn landschappen en stillevens. In de tweede zaal krijg je hiervan een mooi overzicht. Hier hangen ook enkele doeken van kunstenaarsvrienden uit München, zoals Gabriele Münter, Wassily Kandinsky én Marianne Werefkin. Kandinsky komt net als Jawlensky en Werefkin uit Rusland. De kunstenaarsparen worden vrienden en zullen in de daaropvolgende jaren veel tijd samen doorbrengen. Samen eten, praten over Rusland, de toekomst van de kunst en samen kunst maken. Ondertussen werkt Werefkin haar ideeën uit over een nieuwe kunst in een serie brieven: ‘Lettres à un inconnu’ (brieven aan een onbekende 1901-1906).
Zelfportret (1912) ©Alexej von Jawlensky
Tweede reis voor Europa
In de jaren 1905-1906 maken Werefkin, Jawlensky (en dienstmeisje Helene) een tweede grote reis door Europa. Ze bezoeken nu o.a. de Bretonse kustplaats Carantec en Franse hoofdstad Parijs. Hier leren ze o.a. Paul Matisse (toen pionier van het fauvisme) kennen en ontdekken ze het werk van Paul Cézanne (pionier van het kubisme).
Jawlensky ontmoet Rudolf Steiner
Na terugkomst in München ontmoet Jawlensky de Nederlandse monnik Willibrord Verkade. Deze geestelijke opent Jawlensky’s ogen voor het laten samengaan van gevoel én waarneming. Verkade leert hem ook veel over het werk en gedachtegoed van Paul Gauguin. Enge tijd later hij maakt Alexej ook kennis met Rudolf Steiner, de grondlegger van de antroposofie. Geïnspireerd door deze nieuwe zienswijzen gaat hij zich verdiepen in de yogaleer. Kunstenaars vriendin Gabriele Münter heeft inmiddels een huis gekocht in het landelijke Murnau. In 1908 brengen Werefkin en Jawlensky hier de zomermaanden door met Münter en Kandinsky. Het artistieke viertal maakt zich hier los van de academische tradities en impressionistische invloeden. Ze leggen hier met hun emotioneel geladen landschappen de basis van het lyrisch expressionisme.
Twee voorbeelden van vrouwen portretten van Alexej Jawlensky. l. Karma (1933) r. uit de serie Duizen en één nacht
Portretten
Na Murnau is het werk van o.a. Jawlensky regelmatig op tentoonstellingen te zien. Zijn contacten met Kandinsky worden intensiever en hij leert via hem Franz Marc kennen. Marc en Kandinsky zijn in die periode volop bezig met hun gedachtegoed, publicaties en tentoonstellingen in het kader van Der Blaue Reiter (december 1911). Deze internationale kunstenaarsgroep ontwikkelt een nieuwe kunst voor de toekomst. Ze gaan voor felle kleuren in combinatie met decoratieve patronen. Lijnen en ritme voeren de boventoon.
De Blaue Reiter
Voor de leden van Der Blauwe Reiter wordt kunst een expressie van pure emoties. Eén van de gevolgen hiervan is dat Jawlensky krachtige, monumentale portretten gaat schilderen. Zijn Vrouwenkop (1911) is opgebouwd uit rood en blauw, de geelgroene ogen van de vrouw drukken een heftige gemoedstoestand uit. Dit schilderij is één van de publiekslievelingen uit de collectie van Gemeentemuseum. Dit expressieve gezicht is een van de vele portretten in de vierde zaal. Hier kun je de ontwikkelingen die Jawlensky dan door maakt goed zien.
Landschap bij Oberstdorf (1912) Alexej Jawlensky
“Wat in Den Haag niet wordt verteld, is
dat Marianne Werefkin die Blaue Reiter Reiterin is!”
Citaat: Karin Haanappel
l. serie Variatie Zomernachten (1918) r. serie Grote meditatie – Johannes de Doper
Meditatie en de weg naar abstractie
Drie jaar na dat Jawlensky zijn ‘Vrouwenkop’ heeft geschilderd, breekt de Eerste Wereldoorlog uit. Alle Russische schilders moeten op dat moment Duitsland verlaten. Velen van hen zoeken een veilig heenkomen in het neutrale Zwitserland. Marianne Werefkin vindt een geschikt huis in Saint-Prex, aan het meer van Genève. Voor Alexej wordt een klein kamertje ingericht als atelier. Net als Vincent in Arles, schildert Alexej vanuit het enige raam in zijn kleine studio steeds weer het landschap dat hij ervaart. De serie die hieruit ontstaat noemt hij ‘Variationen’ . Het zijn landschappen in heldere kleurvlakken, net als zijn raam, op een klein formaat. Naast de landschappen, vereenvoudigt Jawlensky nu ook zijn serie vrouwenkoppen. Een aantal van deze koppen kun je hier zien. De grote ogen met zwarte pupillen van deze mythische koppen (Mytische Köpfe) kijken je dringend aan.
Het meditatieve aspect van de herhaling vormt een belangrijke spirituele impuls voor Jawlensky en het seriematige is een rode draad in zijn oeuvre.
Een andere laag in deze tentoonstelling is de betekenis van muziek voor Jawlensky’s werk.
Ontdek zijn reisicoon
Nadat bij Jawlensky zware artritis wordt vastgesteld, raakt hij verlamd aan zijn vingers en ellebogen. Hierdoor wordt hij (net als Marianne na haar ongeluk) gedwongen tot een nieuwe werkwijze. Met gestrekte armen en zijn penseel tussen zijn handen vastgeklemd gaat hij aan de slag. Op deze manier werkt hij tussen 1934 en 1937 aan een duizendtal Meditationen. Deze werken zijn vaak niet groter dan een ansichtkaart (18×13 cm.). Tot een paar jaar voor zijn dood in 1941 blijft Jawlensky actief werken aan zijn serie Meditationen en bloemstillevens. Een selectie van deze werken kun je hier zien. Heel leuk is het om zijn reisicoon, verschillende miniaturen en een Madonna-figuur uit het vroegere bezit van de schilder te zien.
“Mijn kunst is meditatie en gebed in kleur”
ALEXEJ VON JAWLENSKY – Expressionisme en devotie is nog t/m 29 januari 2019 te zien in het Gemeentemuseum Den Haag.
Het Gemeentemuseum presenteert Jawlensky’s œuvre van landschappen, stillevens en portretten in een groot overzicht. De nadruk ligt op de invloed van zijn spirituele beleving.
Prachtig kinderboek
Het team van het Gemeentemuseum heeft een mooie traditie door jaarlijks een kinderboek uit te geven. Voor auteur Bette Westera en illustrator Sylvia Weve vormden de serie vrouwenportretten dé inspiratie voor het kinderboek: Jawlensky – haar ogen
Cadeautip: de catalogus
Om het feestje compleet te maken heeft het Gemeentemuseum samen met uitgeverij WBooks een catalogus samengesteld. In 216 pagina’s kun je veel wetenswaardigheden lezen over het leven en werk van Jawlensky, Achter in het boek staan twee tijdslijnen. De bovenste beschrijft het leven van de schilder, er onder staat wat er in die dagen in Europa zoal gebeurde. Deze historische context is belangrijk bij het begrijpen van het werk van Werefkin en Jawlensky. De catalogus( €24,95) is te koop in de museumwinkel, bij de betere boekhandel en via deze link online.
TIP voor de Kerstvakantie
Gabriele Münter
Ook te zien t/m 13 januari 2019 in Museum Ludwig in Keulen, Gabriele Münter Malen ohne Umschweife.
Deze tentoonstelling is perfect te combineren met de kerstmarkt in Keulen.
Portret Marianne van Werefkin door Gabriele Münter
© tekst, video en foto’s Wilma Lankhorst © gebruik van de foto’s met dank aan het Gemeentemuseum en alle bruikleengevers.
Noot: Barones Marianne
Marianne is bij geboorte barones. In Rusland en Duitsland wordt haar naam daarom bij voorkeur als Marianne von Werefkin gespeld. Zelf gebruikte Marianne het lidwoord von niet en ondertekende zij met Marianne Werefkin. Om die reden geef ik hier de voorkeur aan (haar) schrijfwijze.