Carnaval (s) museum in Oeteldonk

Het hele jaar carnaval in Oeteldonk

Oeteldonk_Vaandel
Het vaandel van Oeteldonk © Nationaal Carnavalsmuseum

Het jaarlijkse carnaval staat weer voor de deur. Bij de een kriebelt het al maanden. Hij is al weken in de weer voor de beste vermomming, of bouwt met de buurt aan een praalwagen met een ludieke boodschap. De ander weet niet hoe ver hij weg kan komen van dit volksfeest. Pas op dat je niet een weekend Athene boekt, want daar wordt carnaval ook gevierd en wordt er volop met opblaasbare knuppels naar je geslagen. En weer een andere groep, zit comfortabel voor de televisie en kijkt en viert  op een afstandje mee. Er is nog een ander alternatief: het Gemintemuzejum  (carnavalsmuseum ) in Oeteldonk. Hier vertellen vrijwilligers over de geschiedenis van Vastenavond en zie je het feest door de eeuwen heen aan je voorbij trekken. Het enthousiasme van mijn gids is zo aanstekelijk, dat alleen de tap aan het einde van de lange tocht ontbreekt in dit vrolijke onderkomen.

OLYMPUS DIGITAL CAMERA
Klooster van de Zusters van Orthen aan de Binnendieze in Den Bosch © Wilma Lankhorst

Het Mirakelboek

De collectie van het museum verloopt in chronologische volgorde. Verdeeld over twintig staties maken je een tijdsreis. Bij de eerste statie lees je dat er in het Mirakelboek van de Lieve Vrouwe in de St. Janskathedraal in 1381 al melding is gemaakt van door de stad betaalde drinkgelagen. Op het stadhuis werden toen steekspelen en hanengevechten gehouden. Ook waren maskerades, optochten, spelen van muziek en kluchten. Een vol programma, toen al. In de 16 eeuw schrijft de Bossche humanist Georgius Macropedius het vastenavondspel ‘Bassarus’.  Zijn tijdgenoot, de bekende schilder, Hiëronymus (Jeroen) Bosch schildert regelmatig Vastenavond symboliek op zijn kleurrijke doeken. Een kopie van ‘Het Narrenschip” is hier te zien.

Oeteldonk_Florentijn low res
Florentijns Carnaval © Nationaal Carnavalsmuseum

 Ik leer dat er vier soorten carnavalsfeesten zijn: het Bergcarnaval (met beer en klepper in Oostenrijk en Zwitserland), het Florentijns carnaval (met de bekende maskers), het Midden-Amerikaans carnaval (denk aan carnaval in Rio) en het Rijnlands carnaval dat we o.a. kennen van de grote optochten, de Prins en zijn raad van Elf in kostuum en voorzien van een hoed (steek) met veren en hun eeuwige alaaaaaaaaaaaf. .

Carnaval in Oeteldonk_masker-nar
Oeteldonk masker van een nar © Nationaal Carnavalsmuseum

Ommekeer en nog een keer

Met de komst van de Staatsen* in 1629 komt de ommekeer. Predikanten preken de longen uit hun lijf om de ‘paepsche stoutigheyt’ een halt toe te roepen. Nog liever willen ze het uitbannen. Het volksfeest zit al bijna vier eeuwen in de genen van de Bosschenaren en is niet uit te roeien. Met de komst van de Fransen (1791) krijgt het feest weer een extra impuls. Nieuw is dan de term ‘carnaval’ dat sindsdien naast de oude bekende begrip ‘vastenavond’ wordt gebruikt. De jaarlijkse carnaval en kermis worden steeds meer een uitlaatklep in het grijze en grauwe bestaan van de arbeiders. Excessen in de vorm van drankmisbruik en geluidsoverlast blijven niet uit. En dan zijn het de katholieken die ingrijpen. In 1881 is Bisschop Godschalk er helemaal klaar mee en hij stelt het veertigurengebed in als vervanging van, zoals hij dat noemt ‘de grove uitspattingen en buitensporigheden’.

Opeens herinner ik me een opmerking die mijn schoonmoeder zaliger altijd maakte tijdens het carnaval: “Jongens geniet ervan. Ik moest vroeger altijd naar het veertigurengebed tijdens vastenavond. Daar bewaar ik geen goede herinneringen aan”.

Geboorte van Oeteldonk 

Als reactie op de Bisschop komt een aantal Bossche burgers uit de zogenaamde ‘gegoede burgerij’ met een actieplan. Zij introduceren het spel Oeteldonk. Tijdens dit spel transformeert de stad Den Bosch zich drie dagen in het dorp Oeteldonk. Een spel met boeren en durskes (boerenmeisjes), de notabelen als burgervaojer (Peer van den Muggenheuvel tot Bobberd) en veldwachter Driek Pakon. Met de komst van de prins, Z.K.H. Prins Amadeiro, met zijn gevolg is de gedaantewisseling van de stad compleet. Er ontwikkelt zich een nieuwe opzet waarin het carnaval als driedaagse openluchtopera wordt opgevoerd. De driedaagse van Oeteldonk met drie optochten en meer dan 150 carnavalsverenigingen. En daarmee stap ik in het heden.

Carnaval - uitspraak van de twee pinten - ik ben een Oetel
Uitspraak van een van de twee Pinten, op de muur in de Diederiksteeg © Wilma Lankhorst

In de laatste staties in het museum zie ik een jukebox vol carnavalsmuziek, o.a. van de 2 Pinten. Er liggen oorkondes, souvenirs, vitrines vol gekleurde pakken en mutsen met veren. Op de kaart van Nederland staan alle plaatsen die een carnavalsnaam hebben, ik zoek naar het Limburgse Meerlo dat in die dagen Vossenriek heet. In dat ‘riek’ regeerden in 1987 Prins Martin I met zijn prinses Wilma (ja de auteur van dit blog was ooit prinses).

Carnaval 1987 Prins Martin 1 en Prinses Wilma
Prins Martin 1 van de Vöskes met Prinses Wilma (Meerlo 1987)

 Het Nationaal carnavalsmuseum ligt iets buiten het centrum aan de Binnendieze. Het houdt huis in een mooi historische pand dat in 1424 in gebruik werd genomen door de Zusters van Orthen. Hierdoor is het wel een beetje een sluip-door-kruip-door museum met trapjes en veel kleine kamertjes. Het is er knus en overvol. De introductiefilm vond ik erg leuk en leerzaam.
Denk er aan dat er bij iedere rondgang een enthousiaste vrijwilliger met je meegaat als privé gids. Daardoor moet je al snel op een bezoek van anderhalf tot twee uur rekenen. Als je minder tijd hebt, is dat handig om dit aan het begin even aan te geven. Dan past de gids zijn praatje aan en stel je hem en jezelf aan het einde van de rondgang niet teleur.
In de kleine souvenirhoek van het museum zijn leuke hebbedingetjes te koop. Ik heb me zelf getrakteerd op een gedichtenbundel. Deze viel net binnen de grens van mijn souveniropdracht van maximaal € 5.-

Carnaval- Nationaal carnavals museum in Den Bosch foto Wilma lankhorstHet Nationaal Carnavalsmuseum –of te wel Gemintemuzejum ’s Hertogenbosch
Het museum draait volledig door inzet van vrijwilligers.
Je krijgt korting met je Museumjaarkaart!

*De Staatsen is de naam voor een groep opstandelingen tegen het Spaanse gezag tijdens de Tachtigjarige Oorlog. Zij werden geleid door de Staten-Generaal van de Nederlanden. Zie hier de herkomst van deze naam

© tekst Wilma Lankhorst
 © foto’s van de collectie met dank aan Nationaal Carnavalsmuseum,
 rest van de foto’s © Wilma Lankhorst

Uit het ‘Oeteldonks gedichtebuukske’ Anders anders bekeke (2007) Monique Gloudemans

Oeteldonks gevuul

Veur ieders gebakke ei,
En twee plakke balkenbrei.|
Gij zet koffie, ik staoi te bakke,
Saome wete wij dan deur te zakke.

Gij drinkt te veul, ik drink genoeg,
Same rolle we uit de kroeg.
Gij wilt koffie, ik ’n krokèt,
Drie daoge veul, die daoge vèt.

Dan goan we zeve weke op rantspen,
Gin vet, gin bier en ok gin poen.
Wel dèrmklachte en de griep.
’t Is mooi dè Oeteldonks gevuul,
Dè zit van binne, dè zit heel diep.