Deel 1: Recensie biografie Jeanne Bieruma Oosting © Jolande Withuis
Deel 2: Kennismaking met Jeanne Bieruma Oosting
Biograaf Jolande Withuis, dook diep in het leven van kunstenaar Jeanne Bieruma Oosting (1898-1994). Oosting, geboren in een gespreid, adellijk wiegje had kunnen opgroeien met een gouden lepel in haar mond. Dit is niet wat Jeanne voor zichzelf in petto had. Ze wilde schilderen en een onafhankelijke vrouw zijn. Jeanne vond dat ze geen tijd mocht verliezen. Withuis neemt je in ruim 400 pagina’s mee in een leven vol discipline, doorzettingsvermogen, hang naar kennis en opofferingsgezindheid. Net als in “De eeuw van mijn vader’ (Geert Mak) geeft Withuis ook inzicht in de maatschappelijke ontwikkelingen met focus op de positie van de vrouw in de 20ste eeuw. Deze biografie is de opmaat naar een ‘Zomer met Jeanne’ in verschillende musea in ons land.
De kunstenaar signeerde haar werk met Oosting, daarom gebruik ik in dit artikel, net als Withuis, alleen deze combinatie en niet de volledige adellijke familienaam.
Over wie gaat dit boek?
Geen tijd verliezen, is de biografie van kunstenaar Jeanne Bieruma Oosting (Leeuwarden 5 februari 1898 – Almen 14 juli 1994). Haar ouders zijn Jan Bieruma Oosting (1870-1936) en de rijke jonkvrouw Adriana Janke barones van Harinxma thoe Slooten (1873-1954). Zus Lot is één jaar jonger en broer Hans is tien jaar jonger. Volgens de maatschappelijke waarden en normen in de eerste helft van de 20ste eeuw, was er geen ruimte voor een opleiding voor meisjes buiten de muren van het landgoed. Vrouwen waren in ons land tot 1957 niet handelingsbekwaam. Als je in zo’n gezin en maatschappelijke context wordt geboren en je wilt ondanks alles professioneel kunstenares worden, dan ligt er een flink uitdaging op je te wachten. Jeanne ging dit avontuur aan en Withuis deelt haar verhaal op ruim 400 pagina’s.
Hoe is het boek opgezet?
De biografie telt negen hoofdstukken, aangevuld met een stamboom, plattegronden, ‘het leven in jaartallen’, grafiekmappen, en een selectie van geïllustreerd werk. Het boek bevat ook van een kleurrijke katern met een selectie van Oosting’s werk.
De kern van Oostings levensverhaal is dat ze in haar jeugd heeft moeten vechten om te mogen schilderen. In haar beknopte memoires schrijft ze dat ze in haar ‘ontwikkelingsjaren’ niets dan onbegrip en tegenwerking heeft ervaren van haar familie (p.27). Een gevolg hiervan is dat Oosting onzeker is en blijft over haar artistieke kunnen. Ze volgt steeds nieuwe cursussen en leert nieuwe technieken om aan de buitenwereld te laten zien ‘dat ze het wel kan’. Aan het einde van haar werkzame leven is ze naast kunstschilder ook aquarellist, etser, graficus, lithografe, illustrator, glasschilder, tekenares, boekbandontwerper en beeldhouwer. Over de veelheid aan technieken die ze gebruikte zei ze in 1947: “Het onderwerp inspireert de kunstenaar tot de keuze van zijn techniek.”
Collega’s en critici roemen in koor grafiek
als haar meest diepzinnige en originele werk.
(biografie © Withuis p. 175)
Wat gebeurt er in deze publicatie?
Vóór Withuis het leven van Oosting beschrijft, geeft ze een tijdsbeeld van de maatschappij waarin Jeanne Bieruma Oosting opgroeit in Leeuwarden en in de Achterhoek. Ze schrijft over de eerste feministische golf en het verkrijgen van vrouwenkiesrecht (passief in 1917, actief in 1919). Deze maatschappelijke en sociale ontwikkelingen spelen een belangrijke rol in de geschiedenis van de vrouw in het bijzonder. Het feit dat vrouwen in Nederland tot 1957 niet handelingsbekwaam zijn, ‘veroordeelt’ Bieruma Oosting tot een ongetrouwd leven, alleen op die manier kan ze haar vrijheid behouden.
Brieven en Jeanne’s memoires
Oosting schrijft veel brieven aan vrienden. Velen van hen antwoorden met grote regelmaat. Jeanne heeft de retourbrieven bijna allemaal bewaard. Mede hierdoor had Withuis de uitgelezen kans om ook enkele vrienden van Jeanne beter te leren kennen. Withuis is grondig en voortvarend aan de slag gegaan. Ze beschikte naast veel persoonlijke brieven ook over de memoires van Oostings. Door deze bronnen naast elkaar te leggen, kon de biograaf beter achterhalen welke ervaringen, gevoelens en herinneringen in Oostings leven constante factoren waren en welke de kunstenaar op grond van latere ervaringen heeft herzien of geherinterpreteerd (p.22). De rode draad door deze biografie is de betekenis van Oostings werk voor haar levensgeluk.
Withuis: De relatie tussen leven en werk is de meest voor de hand liggende vraag in een kunstenaarsbiografie. Bij Oosting moeten we hier heel voorzichtig mee zijn, aldus Withuis. Jeanne Oosting: “Een kunstwerk is geen dagboekaantekening’ (p.405).
Twee breukpunten
De twee belangrijkste breukpunten in het werk van Oosting zijn haar vertrek naar Parijs (1929-1940) en de periode in Amsterdam na de Tweede Wereldoorlog.
In Parijs weekt ze zichzelf meer los van haar familie en maakt zich het grafisch ambacht volledig eigen. Als ze in Nederland terugkomt, heeft ze al een aardige naam en faam opgebouwd met talrijke tentoonstellingen.
Als het haar oogsttijd wordt, zit ze midden in de stilte van de oorlogsjaren. Daarna komen met veel mediakabaal de vernieuwers in beeld. De abstracte kunst drukt traditionele kunsttradities en het Frans modernisme uit het de markt. De museumdirecteuren gaan vol voor CoBrA en aanverwanten. Oosting geeft niet op, pers en publiek blijven enthousiast over haar werk. We zien wel dat zowel het werk als de inhoud van Oostings werk in deze jaren veranderd. Grafiek is het hoofdbestanddeel van haar oeuvre, maar het wordt decoratiever en meer analytisch. Naast grafiek gaat ze verder in olieverf en aquarel. Haar interieurs en landschappen verkopen goed. Dit financieel aspect is ook erg belangrijk voor haar professionaliteit en onafhankelijkheid.
Wie is de schrijver?
Jolande Withuis (Zutphen, 1949) is sociologe, feministe en schrijfster. Ze doceerde vrouwenstudies en werkte tot 2014 als onderzoekster verbonden aan het NIOD, het Nationaal Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies. Geïnspireerd door deze ervaring schreef ze sinds 2002 verschillende boeken over mannen en vrouwen in oorlogstijd. Voor de biografie over verzetsman Pim Boellaard, werd ze in 2009 bekroond met de Grote Geschiedenis en in 2010 de Erik Hazelhoff Biografieprijs. In 2016 volgde de bestseller Juliana, Vorstin in een mannenwereld’ en in 2018 verscheen de autobiografische zoektocht Raadselvader. Haar meeste recente biografie is ‘Jeanne Bieruma Oosting: Geen tijd verliezen’ (2021). Naast boeken schrijft Withuis voor NRC Handelsblad, Trouw en de Volkskrant. In 2012 was ze te gast bij het VPRO-programma Zomergasten. Afgelopen november was Withuis te gast in het VPRO-boekenprogramma Brommer op Zee.
Video Jolande Withuis over Geen tijd verliezen
Mijn ervaringen met dit boek
- Eerlijkheid gebied me te zeggen dat ik nog nooit van Jeanne Bieruma Oosting had gehoord. Een recensie in Trouw attendeerde me op deze uitgave. Na het lezen van deze biografie verrast het me dat ik haar naam niet kende want ik ben al tientallen jaren op zoek naar vrouwelijke kunstenaars en hun werk. De verrassing is hierdoor nog groter;
- Withuis weet me op de eerste pagina het verhaal in te trekken met haar opmerking dat ze voor haar promotie in 1990 van haar vriendinnen een mooi cadeau mocht uitzoeken. Dat werd een aquarel van Oosting. Ik herken het gevoel dat wanneer je bij een kunstenaar in zijn/haar atelier staat er iets met je gebeurt;
- Het boek staat boordevol leuke details, zoals het feit dat Oosting de eerste vrouw is die een kinderpostzegel mag ontwerpen (1946). Op de draaimolenpostzegel zie je een vrolijk kind op een draaimolenpaard. Oosting zegt hierover dat de kinderen nu wel ‘wat vreugde en zwier, vrolijkheid en onbevangenheid gunt’ (p.246). Lees hier meer details over haar postzegelontwerp;
- Oosting was zowel in Parijs als later in Amsterdam lid van een kunstenaarsvereniging die zich sterk maakt voor de positie van de vrouwelijke kunstenaar. In Parijs de Société des Femmes Artistes Modernes (FAM 1930-1938) en in Amsterdam, Vereniging van vrouwelijke kunstenaars de Zeester (1950-1956). Dit initiatief is mede door Jeanne Oosting en Charlotte van Pallandt opgezet;
- Na de oorlog pakt Oosting haar reizen naar het buitenland weer op. Ze verblijft jaarlijks enkele weken in Parijs. Hier wordt Saint Germain des Prés, mede door de komst van Paul Sartre, het nieuwe kunstenaarscentrum. Schrijvers en kunstenaars ontmoeten elkaar hier onder andere in Café Les deux Margots;
- Als voormalig reisjournalist ben ik verrast dat Oosting voor Elseviers Weekblad reisverhalen heeft verzorgt. Ze schrijft onder andere over haar ervaringen in Frankrijk (Parijs en Monaco) en het toeristisch nog nauwelijks ontwikkelde Spanje. Bij haar reisverhalen maakt ze kleine schetsen;
- Het werk waarmee Jeanne Bieruma Oosting het meest bekend is zijn haar interieurs, stillevens, decoratief werk en werk in opdracht (zoals portretten). Minder bekend zijn haar litho-series uit haar Parijse jaren (Chairs (1931), Visions et Fantomes (1935) en Rêves et Réalités (1936) en de litho serie gebaseerd op de Watersnoodramp in januari 1953. Ik ben benieuwd of dit werk in de ‘Zomer van Jeanne’ wel te zien is;
- In tegenstelling tot de titel ‘Geen tijd verliezen’ moet je voor de biografie van Withuis echt de tijd nemen. Het uitgebreide onderzoek van de biograaf resulteert in een heel lezenswaardig boek met veel extra informatie over de tijd waarin èn de tijdgenoten waarmee Oosting leefde;
- Ik verheug me na het lezen van deze biografie op een ‘Zomer met Jeanne’ die straks wordt gevierd in verschillende musea in ons land.
Het slotakkoord van deze recensie is voor Oosting zelf. Tijdens haar jaarlijkse verjaardagsdiner met vrienden in Schiller sprak zij op drie bijeenkomsten de volgende zinnen (p.402):
“Nagenoeg mijn hele jeugd heb ik vechtend doorgebracht –
liefst op twee fronten tegelijk,
met het ouderlijk huis en met de doorbraak van de schilderswoede.”
Titel Jeanne Bieruma Oosting – geen tijd verliezen
Auteur Jolande Withuis
Uitgever De Bezige Bij (2021)
Omvang 478 + katern (28 blz.) met afbeeldingen
Uitvoering Hard cover met leeslint
ISBN 978 94 031 5101 4
Prijs € 39,99
E-book € 15,99
Wordt vervolgd…
Lees hier deel twee van het tweeluik – Een zomer met Jeanne Bieruma Oosting
© tekst Wilma Lankhorst
© gebruik van de afbeeldingen met dank aan en met toestemming van Museum Belvédère en Museum Henriëtte Polk, collages: samenstelling Wilma Lankhorst.