Maak dit voorjaar kennis met de Italiaanse Renaissance schilder Sofonisba Anguissola (1532-1625). Historicus Rafaela Soprani omschreef haar in 1674 als ‘la più illustre Pittrice d’Europa’, ’de meest beroemde vrouwelijke schilder van Europa’. Een kunstenaar die hoog op de wensenlijst stond van het team van Rijksmuseum Twenthe in Enschede. Met de hulp van het Deense Nivaagaards Malerisamling werd deze wens gerealiseerd. Voordat ik mijn ervaringen over de tentoonstelling met je deel, eerst een kennismaking met de schilder en haar leven.
Italiaanse adel
Sofonisba Anguissola is de oudste dochter van Amilcare Anguissola en Bianca Ponzini. Het gezin bestaat uit zes meisjes en een zoon (Asdrubale). Sofonisba’s zussen heten Elena, Lucia, Minerva, Europa en Anne Maria. De familie woont in Cremona, de hoofdstad van de Italiaanse provincie Lombardije. Vader Amilcare regelt voor zijn dochters Sofonisba en Elena schilderles bij Bernardino Campi. Tussen 1546 en 1549 wonen beide meisjes bij de leermeester en zijn vrouw in huis. Zij krijgen apart les, los van de jongens die in het atelier werken. Ook past Campi het lesprogramma aan. De meisjes krijgen geen les in anatomie en mogen geen naaktmodellen schilderen. De tweede beperking is dat ze niet alleen de vrije natuur in mogen. Als ze buiten willen schilderen moet er altijd een chaperonne mee. Mede door deze beperkingen specialiseert Sofonisba zich in het schilderen van portretten.
Sofonisba Anguissola zelf leraar
In 1549 verhuist Campi met zijn gezin naar Milaan. Na zijn vertrek neemt schilder Bernardino Gatti zijn de opleiding voor de twee Anguissola-dochters op zich. Als de leertijd bij Gatti er op zit, geeft Sofonisba haar jongere zusjes thuis schilder- en tekenles. Zus Lucia sterft jong. De Italiaanse historicus Vasari heeft Lucia’s werk gezien en zegt hierover in zijn boek dat Lucia’s werk minstens even mooi en waardevol was dan dat van Sofonisba en dat Lucia net zo bekend was als haar oudste zus. Als lid van een adellijk geslacht is het in het Italië van die dagen een ongeschreven wet dat vrouwen geen geld mogen verdienen met hun werkzaamheden.
Vrouwen van adel worden niet betaald voor hun werk
Van zowel Sofonisba als Lucia is bekend dat ze als jonge schilders in hun geboortestad Cremona regelmatig vooraanstaande inwoners portretteerden. Ze worden niet betaald voor hun schilderijen. Enerzijds kun je dit zien als wederzijdse uitwisselingen van gunsten tussen families. Anderzijds was het ook een slimme marketinggedachte van hun vader. Door de vele portretten nam de bekendheid van de schilders verder toe in hun geboortestad en regio. Als Sofonisba en Lucia portretten van mannen schilderden was er altijd een chaperonne bij. Hun vader nam deze rol regelmatig op zich. Dat weten we omdat er op sommige portretten naar hem wordt verwezen. Op het portret van een Lateraanse kanunnik (1556) staat de inscriptie: ‘Coram Amilcare Patre’, in het bijzijn van vader Amilcare.
In ‘il libro del cortegiano’ (1528) beschrijft Baldassare Castiglione
nieuwe, eigentijdse gedragsregels en gewenste
karaktereigenschappen van vrouwen in de zestiende eeuw.
Hofdame aan het Spaanse hof
Sofonisba en haar zusters groeien op in een wereld waarin nieuwe ideeën over vrouwen en hun rol in de samenleving ontstaan. Als kinderen van adel hebben de jonge vrouwen het boek van Baldassare Castiglione gekend. In hoofdstuk drie beschrijf de auteur de aspecten waaraan een vrouw moet voldoen. Daarin staat dat de vereiste kwaliteiten van vrouwen van adel zijn: kennis van muziek, letteren, dans en schilderkunst. Deze thema’s laat Sofonisba Anguissola vaak zien in haar portretten van vrouwen. De Spaanse koning Filips II, in die dagen ook de koning van delen van Noord-Italie, inclusief Lombardije hoort van het werk van Sofonisba. Ook de derde vrouw van deze koning Elisabeth van Valois (1545-1568) is geïnteresseerd in kunst. Door hofdame te worden aan het hof is Sofonisba in staat haar deskundigheid en kwaliteit als schilder verder te laten groeien. Ze geeft schilder- en tekenles aan Elisabeth, die bij de komst van Sofonisba in Madrid in 1559, pas veertien jaar is.
Portret voor de paus
Aan het Spaanse hof is de portretkunst het belangrijkste genre in de schilderkunst. Sofonisba maakt zich de officiële Spaanse hofstijl eigen, net als andere hofschilders, signeert ze haar werk in die periode niet. Ook Paus Pius IV heeft belangstelling voor het werk van Sofonisba Anguissola. Op 16 september 1561 stuurt ze hem een brief dat ze vereerd is om een portret van Elisabeth van Valois voor hem te schilderen. In Enschede kun je in de museumzaal lezen dat de paus blij was met het werk: ‘het portret heeft hem de grootste voldoening gegeven’. De jonge Elisabeth, de derde vrouw van koning Filips II, krijgt met hem twee dochters Isabella Clara Eugenia (1566-1633) en Catharina Michaella (1567-1597). Als Elisabeth in 1568 op 23-jarige leeftijd tijdens een miskraam sterft, wordt Sofonisba de hofdame van haar twee dochters. Ze blijft daarna nog vijf jaar in Spanje.
“Aangezien huwelijken in de hemel worden gesloten
en niet op aarde, bereikte de brief van Uw Hoogheid mij te laat”
brief van Sofonisba Anguissola aan de Groothertog van Toscane in 1597.
Er wordt toch getrouwd
Als Sofonisba in 1573 terug wil naar Italië, regelt de Spaanse koning een huwelijk met de Siciliaans graaf Fabrizio de Moncada. Dit huwelijk duurt maar vijf jaar, Fabrizio verdrinkt tijdens een piratenaanval bij Capri. Als Sofonisba na dit overlijden per schip terug vaart naar haar familie in Lombardije, wordt ze verliefd op een jonge kapitein. Kapitein Orazio Lomellino komt uit de Italiaanse havenstad Genua. Sofonisba’s vraagt geen toestemming voor haar tweede huwelijk. Ze negeert de etiquetten van het Spaanse hof en de regels van de Italiaanse wet. Zonder toestemming trouwt het stel in december 1597. Ze wonen kort in Pisa, daarna enkele jaren in Genua en vanaf 1615 weer op Sicilië. Na een huwelijk van 45 jaar sterft Sofonisba Anguissola op 93-jarige leeftijd in Palermo. Tot op zeer hoge leeftijd blijft ze schilderen. Naast portretten ook religieuze voorstellingen.
Anthony van Dyck op bezoek
Op Sicilië bezoekt de Vlaamse schilder Anthony van Dyck (1599-1641) zijn idool Sofonisba Anguissola. Anguissola heeft tot op hoge leeftijd geschilderd, aan het einde van haar leven laten haar ogen haar in de steek. Van Dyck maakt tussen zijn aantekeningen van zijn bezoek een schets van de oude schilder. Anthony van Dyck schilderde net als Sofonisba veel portretten en ook religieuze onderwerpen. Hij schrijft in zijn dagboek dat hij tijdens dit bezoek en zijn gesprekken met Anguissola meer heeft geleerd van de schilderkunst dan van al zijn leermeesters.
Ik denk dat je met deze informatie, nog meer zult genieten van de tentoonstelling in Rijksmuseum Twenthe in Enschede. Volgende week deel ik mijn ervaringen met de expositie die je daar tot en met 11 juni 2023 kunt zien.
© foto’s en tekst Wilma Lankhorst
© gebruik van de afbeeldingen met dank aan en met toestemming van Rijksmuseum Twenthe en alle bruikleengevers.