Deze tentoonstelling is wegens succes verlengd
tot en met 13 mei 2018
Je bent welkom in het Kröller-Müller Museum
Helene Kröller-Müller
& Bart van der Leck
1e woensdag van de maand: 2017 De Stijl 100 jaar
Wat was de invloed van Helene Kröller-Müller op het werk van Bart van der Leck? Wat liet de vernieuwende kunstenaar Van der Leck zien aan zijn mecenas? Welke rol speelde geld in de ontwikkeling van de nieuwe kunststroming? Om antwoord te vinden op deze en nog meer vragen en over het ontstaan van de Stijl, zijn de conservatoren van het museum in hun archieven gedoken. Ze hebben de briefwisseling tussen kunstenaar en opdrachtgever weer opnieuw gelezen. Het depot, de archieven en de brieven zitten boordevol rijke ingrediënten. Hiermee is geheel uit de eigen collectie, een unieke tentoonstelling samengesteld. Tijdens ‘De mecenas en de ‘verversbaas’’, mag je rondneuzen in de keuken van De Stijl.
Het Stijl-avontuur begint in het kantoor van Helene Kröller-Müller. Op haar bureau ligt een schrift waarin adviseur Bremmer de kunstaankopen bij hield. Op de opengeslagen bladzijde staan ook werken die je in deze zaal kunt zien.
Direct op reis
Helene Kröller-Müller werd bij het samenstellen van haar kunstcollectie bijgestaan door adviseur Hendrik Bremmer. Hij adviseert haar om het opkomende talent Bart van der Leck financieel te onder steunen. Van 1912 tot 1918 krijgt de kunstenaar een jaarlijkse toelage en in 1914 komt hij zelfs in dienst van de Firma Müller & Co. Als mecenas zit Helene zo op de eerste rij van wat wij nu kennen als, het grote veranderproces in de schilderkunst. Bart van der Leck onderzoekt nieuwe vormen in de kunst en past ze toe in zijn werk. Zowel in zijn schilderijen als in zijn kleuradviezen en glas-in-loodramen.
Naar Spanje en Algerije
Bart van der Leck was van nature geen echte reiziger, dit in tegenstelling to zijn latere Stijl-collega Piet Mondiraan. Maar vrijwel direct nadat Van der Leck officieel medewerker werd van de firma, stuurde Helene hem op reis naar Spanje en Algerije. In beide landen was Müller & Co actief in de mijnbouw. In een briefwisseling deelt Van der Leck zijn ervaringen met zijn opdrachtgever.
“De reis gaat voortreffelijk… Aldoor maar kijken.
Prachtige donkere nachten …
Het Moorsch tafereel is om nooit te vergeten”.
(28 mei 1914).
Glas–in–loodraam
Van der Leck’ s vader was huisschilder en zijn moeder onderwijzeres. Als de jonge Bart een kunstopleiding wil volgen, is zijn vader niet enthousiast. “Jongen leer een vak, daar heb je veel meer aan” met als gevolg dat Bart zich inschreef voor de opleiding tot glas-in-lood-maker. Hiermee toch het eerste zaadje gepland voor zijn latere schilderwerk en kleuradviezen.
Tijdens de bezoeken aan de mijnen in Spanje en Algerije maakt Van der Leck veel schetsen. Zijn uiteindelijke opdracht is om een glas-in-loodraam voor het hoofdkantoor van Muller & Co in Den Haag te maken. Met dit idee in je gedachten, zie je de figuren in zijn schetsen steeds gestileerder worden.
‘ Een totaal modern man, een denker en bezit een heerlijkheid: hij kan scheppen.’
23 maart 1914: Helene Kröller-Müller aan Sam van Deventer.
‘ … ik geloof zoo aan zijn kunst. Hij is zoo weldadig gegrond d.w.z. op een werkelijkheid gebouwd.’
21 augustus 1914 Helene Kröller-Müller aan Sam van Deventer.
Drie composities van een gezicht (1916) Bart van der Leck
Van figuratie naar lijnkunst
Naast zijn opdrachten voor de Firma, tekent, schildert en experimenteert Van der Leck volop. Hij onderzoekt in zijn studies hoe je een compositie steeds verder tot de essentie kunt terug brengen. Een mooi voorbeeld hiervan in de tentoonstelling zijn de drie composities van een gezicht uit 1916. Wat begint als een figuratief portret ontwikkelt hij door tot een strak voorbeeld van zuivere lijnkunst. Ook het creatieproces van de Havenarbeiders kun je in de tweede zaal mooi volgen. Bekijk zijn schetsen van de mijn arbeiders en de werkers op het affiche voor de Batavierenlijn. Over het eindwerk schrijft Helene Kröller Müller op 21 augustus 1916 in een brief aan Bart van der Leck
‘vooral het rode paard kunnen de menschen, maar niet begrijpen.
Nu, dat zal in de toekomst ook wel beter gaan, daarop komt het immers aan”.
Ondanks haar twijfel, hangt Helene Kröller-Müller dit werk wel op in haar privé museum. Bedenk op deze plek even dat Van der Leck het doek Havenarbeiders in 1916 gemaakt. Dat is dus vóórdat hij, later dat jaar, kennis maakt met Piet Mondriaan.
Van der Leck & Mondriaan
In het voorjaar van 1916 verhuist de familie Van der Leck, van het ’dure’ Den Haag naar Laren. Toen was Het Gooi nog een goedkopere buurt. Piet Mondriaan heeft op dat moment een atelier aan de bosrand van Laren. De twee kunstenaars ontmoeten elkaar, biljarten samen en wisselen werk en ideeën uit. Mondriaan raakt geïntrigeerd door de ‘exacte techniek’ waarmee van der Leck werkt. Hiermee verwijst Mondriaan naar het gebruik van de strikt primaire kleuren en zwart en wit in egale kleurvlakken. Mondriaan realiseert zich op dat moment dat het ‘egaal maken van vlakken in het beeld’ radicaal verschilt met zijn stijl. Deze is gebaseerd op het kubisme waarmee hij in Parijs kennis heeft gemaakt.
Ondanks de titel “de zee’, noemt en beschrijft Helene Mondriaan’s werk als ‘kerstversiering’.
Ook Van der Leck experimenteert ondertussen verder. Zijn afbeeldingen worden steeds abstracter. In haar brief van 18 oktober 1916 schrijft Helene Kröller-Müller aan Bart van der Leck:
‘ … U lijkt mij op het oogenblik in een phase van ontwikkeling te zijn.’
Tijdschrift De Stijl
De ontmoeting tussen Bart van der Leck en Piet Mondriaan in Laren is het kantelpunt in de Nederlandse schilderkunst. Korte tijd na deze kennismaking, nodigt Theo van Doesburg beide kunstenaars uit om samen met hem het tijdschrift De Stijl op te richten.
In de bibliotheek van Helene Kröller-Müller is geen enkele exemplaar van het tijdschrift De Stijl terug gevonden. Ze noemt de beweging nooit in haar vele brieven. Toch heeft ze een belangrijke rol gespeeld tijdens de eerste ontwikkelingsjaren van de moderne kunst. Ondanks dat Helene niet helemaal begrijpt welke richting het werk van der Leck opgaat, ze blijft het voorlopig onvoorwaardelijk (financieel) steunen en staat ze open voor vernieuwingen die voor anderen (nog) veel te radicaal zijn.
Briefwisseling
“U zult me zeker niet kwalijk nemen wanneer ik u zeg,
dat ik ze voorlopig nog niet kan zien.
Misschien, dat de tijd mij dit al leeren …
Misschien duidelijker zal worden,
wat uwe bedoeling is geweest,
wanneer ik ook uwe studies mocht hebben.
Zoudt u mij deze willen zenden?”.
brief 11 december 1916 Helene Kröller-Müller aan Bart van der Leck
Ervaar zelf dé verrassing
In 1924 organiseert Helene Kröller-Müller in haar Haagse museum annex kantoor, op het Lange Voorhout, een expositie waarin ze haar collectie moderne kunst laat zien. Tevens bereidt ze een lezing voor de ontwikkelingen in de kunst van die periode. Voor de tentoonstelling besluit ze om de muren een van één van de museum kamers volledig wit te verven. Ze heeft op dat moment veertig werken van Bart van der Leck en negen van Piet Mondriaan in haar collectie. Deze doeken hangt ze op in de witte kamer, die ze dé verrassing noemt.
Ook in de expositie in het museum wordt naar de sfeer van deze verrassingskamer toe gewerkt. Let maar eens op de kleurstellingen en het licht in de vier ruimtes waarin deze tentoonstelling te zien is.
Op 24 februari 1924 schrift Helene Kröller Müller hierover aan Sam van Deventer:
Het is de verrassing!
Als je de kamer binnen treed uit de Fantin-kamer,
dan voel je den overgang ..
den sprong van de oude in de nieuwe tijd
“Zelf heb ik zooveel moeite gehad met het laatste werk, waarin …veel is losgelaten
wat aan de oude wereld verbindt, dat ik het niemand en zeker niet u kwalijk neem
enige reserve in acht te nemen met een oordeel. Maar ik hoop, dat u zult gaan zien,
dat de schoonheid zooveel mogelijk zonder tendens …
in zuivere verhouding is gekomen …”
brief 18 december 1916 Bart van der Leck aan Helene Kröller-Müller
Verrassend drieluik
Aan het einde van deze ontdekkingsreis door de keuken van de Stijl, presenteren zowel Bram van der Leck als Piet Mondriaan een prachtig drie gangen diner, in de vorm van een drieluik.
Voor zijn Mijntriptiek vindt Van der Leck opnieuw inspiratie in zijn studies die hij eerder maakte in Spanje en Algerije. Op het (witte) middelste paneel zie je de ingang van een mijnschacht. Op de twee (zwarte) zijpanelen staan mijnwerkers. Deze figuren zijn sterk vereenvoudigd of beter gezegd, je ziet alleen een paar lijnen waarin je als kijker zelf een lichaam mag ontdekken.
Helene’s conclusie in haar brief van 4 februari 1917 aan Bart van der Leck is: ‘Ik blijf er bij, uw abstractie geldt alleen het object en drukt geen stemming uit… Het totaal geabstraheerde object boeit me niet meer, omdat de fantasie er zich niet aan vast kan houden. Mijn gevoel is, dat u in uw tegenwoordige omgeving teveel redeneert en daardoor uw eerste emotie doodt. ..Gaarne geef ik echter toe, dat ook ik mij kan vergissen en daarom moeten wij het maar aan de toekomst overlaten, of een van ons weer van zienswijze verandert’.
Mondriaan is in de war
Na zijn ontmoeting met Van der Leck, maakt Mondriaan lange tijd alleen schetsen. In het voorjaar van 1917 presenteert hij in Amsterdam drie nieuwe doeken bij de Hollandsche Kunstenaars-kring. Hij hangt de drie canvassen als een drieluik op. Het grote doek in het midden, en aan beide kanten, iets lager, twee kleinere panelen. Hier laat Mondriaan zijn nieuwste werk in een compositie van horizontale en verticale lijnen zien. In de twee zijdoeken ontdek ik kleurvlakken in licht blauwe en roze.
In de eerste catalogus van het Rijksmuseum Kröller Müller uit 1938 laat Helene Kröller-Müller weten wie nog altijd haar favoriet is: ‘Een nog veelzijdiger, krachtiger kunstenaar dan Mondriaan, werkende den subjectivistischen tijdsgeest, is Bart van der Leck’.
De mecenas en de verversbaas is t/m 2 april 218 te zien in het Kröller Müller Museum in Otterlo op de Hoge Veluwe.
© foto’s, video en tekst Wilma Lankhorst © gebruik van de afbeeldingen met dan aan het Kröller Müller Museum
Nieuw: Film over de Stijl van Bart van der Leck
Korte samenvatting van de filmopzet: In deze film krijg je het hele levensverhaal van de veelzijdig kunstenaar Bart van der Leck te zien én te horen. Je leert o.a. meer over zijn relaties met ‘kunstpaus’ H.P. Bremmer en Helene Kröller Müller. Er wordt antwoord gegeven op de vraag: In hoeverre Bremmer en Kröller Müller met hun voorkeur voor de niet-geheel abstract werk, de keuzes van Bart van der Leck (mogelijk) hebben beïnvloed. Deze open vraag legt Eva Rovers op nieuw voor aan verschillende deskundigen.
Eerder verschenen in deze STIJL-rubriek:
- Eeuwfeest van De Stijl in het Stedelijk Museum in Amsterdam
- Mondriaan tot Dutch Design(introductie op het jubeljaar)
- Peter Alma, van Stijl naar communisme in Museum Arnhem
- Ontdek het Mondriaanhuis in Amersfoort (zijn geboortehuis)
- Villa Mondriaan in Winterswijk. De jeugdjaren van Mondriaan
- Piet Mondriaan en Bart van der Leckin het Gemeentemuseum Den Haag
- Theo van Doesburg in Drachten(Museum Dr8888)
- Hans Arp, the poetry of forms (deel 1) in het Kröller Müller Museum
- Hans Arp, the poetry of forms(deel 2) in het Kröller Müller Museum
- De ontdekking van Mondriaan in het Gemeentemuseum Den Haag
- Wandeling in STIJL door Leiden
- De Stijl: Architectuur en Interieur in Den Haag
- Geniet van een STIJL-vol najaar
- Filmpremière Bart van der Leck zijn eigen stijl.