Wij als Hollanders zijn trots op de kunst uit onze Gouden Eeuw. Maar wist jij dat er geen Hollandse Gouden Eeuw zou zijn geweest zonder een Vlaamse Gouden Eeuw, bijna 100 jaar eerder? Onder het motto ‘Ere wie ere toekomt’ brengt Museum Catharijneconvent in Utrecht een passende Ode aan Antwerpen. Hier ontdek je de geheimen achter de Hollandse meesters. Een indrukwekkende geschiedenisles over de schilderkunst uit Antwerpen en Amsterdam uit de zestiende en begin van de zeventiende eeuw. Je hebt nog tot en met 17 september 2023 om je kennis op dit terrein bij te spijkeren.
Het begint met de beeldenstorm in 1566
Conservator Micha Leeflang van het Catharijneconvent is in 2007 gepromoveerd op het leven en werk van de Antwerpse schilder Joos van Cleve (Kleef ca. 1485, Antwerpen 1540/41). In ons land is relatief veel bekend over de kunst en de kunstenaars uit de Hollandse Gouden Eeuw. De (aanjagende) rol hierin van de Antwerpse kunstwereld was in ons land tot nu toe vrijwel onbekend. Lang voordat Amsterdam een plek kreeg op het wereldtoneel had Antwerpen de leidende positie als handels- en kunstcentrum in de Lage Landen. Koenraad Jonckheere (1975) professor aan de universiteit van Gent heeft samen met zijn collega Ruben Suykerbuyk in 2012 de publicatie ‘Antwerp Art after Iconoclams, Painting in the Netherlands between 1566 en 1585’ geschreven. Bij het lezen van dit onderzoek stelde Micha Leeflang zich de vraag: ‘Hoe Hollands zijn de beroemde 17de-eeuwse Hollandse schilders en hun schilderijen nu werkelijk? Het verhaal begint in 1566 met de beeldenstorm in de Zuidelijke Nederlanden.
Filips II, de eerste hoofdrolspeler
In de 16de eeuw staan Nederland en België op de kaart als respectievelijk de Noordelijke en de Zuidelijke Nederlanden. Samen vormen ze één land: de Nederlanden. In die dagen regeert in grote delen van Europa de Spaanse Koning Filip II (1527-1598). Hij is de enige zoon van Koning Karel I van Spanje (1500-1558) die na zijn keizersverkiezing (1522) in Duitsland verder leeft als Keizer Karel V en Isabella van Portugal (1503-1539). Als Filips II koning van Spanje wordt, regeert hij met strakke hand. Tegen zijn starre bewind komen de Nederlanden in de 16de-eeuw in opstand. Toen Antwerpen na een eerste overwinning in 1566 in 1585 opnieuw in katholieke Spaanse handen valt, trekken talrijke welvarende protestante kooplieden, wetenschappers en kunstenaars naar het religieus tolerantere Noorden. Amsterdam neemt hier door snel de artistieke leidende positie van Antwerpen over. Ook Haarlem en Leiden maken een flinke groei door als gevolg van de nieuwkomers.
Willem van Oranje, de tweede hoofdrolspeler
In deze tentoonstelling maak je in het tweede deel kennis met Willem van Oranje (1533-1584). Wij kennen hem als de vader des vaderlands, van oorsprong is hij de Duitse graaf Willem van Nassau-Dillenburg. In 1544 erft hij (als elf jarige puber) het prinsdom Oranje van zijn neef René van Chalon. Tot deze erfenis behoren ook bezittingen in de Nederlanden en in Frankrijk. Onder Karel V begint hij zijn militaire loopbaan. Hij groeide uit tot staatsman en legeraanvoerder. Zijn verzet tegen de Spaanse overheersing leidt tot de Tachtigjarige Oorlog (1568-1648) Deze strijd vormt de basis voor de zelfstandige Republiek der Nederlanden. In deze woelige jaren wordt Willem van Oranje in 1568 vermoord in de Prinsenhof in Delft door de katholieke Balthasar Gerards.
Amsterdam groeit ten koste van Antwerpen
We kunnen rustige stellen dat Amsterdam haar groei mede heeft te danken aan de starheid van Filips II en de strijd van Willem van Oranje. In 1585 telt Amsterdam zo’n 30.000 inwoners en is een relatief onbeduidende stad. Als de handelsroute zich verlegt van Antwerpen naar Amsterdam, verdubbelt het inwonertal zich in maar liefst vijftien jaar naar meer dan 60.000 inwoners. 75% van hen is migrant uit de Zuidelijke Nederlanden. En met de rijkdom van Antwerpen begint deze tentoonstelling.
Antwerpen als handelsmetropool
Door haar ligging aan de Schelde en de relatief korte verbinding naar de Noordzee ontwikkelt Antwerpen zich in het begin van de 16de-eeuw tot een drukke haven- en handelsstad. Handelaren uit binnen- en buitenland verdienen er hun geld met de handel in wol, specerijen en diamanten. Zuid-Europese kooplieden die de stad bezoeken, brengen op hun schepen ook tot slaaf gemaakte mensen mee. De inwoners van de stad profiteren van de groeiende rijkdom. Dat geldt ook voor de vele kunstenaars in de stad. Er ontwikkelt zich een middenklasse en zij laten kunst in opdracht maken. Naast religieus werk en portretten voor geestelijken en edellieden, ontstaat er een grote vraag naar nieuwe genres zoals marktscènes, het dagelijks leven, landschappen, stadsgezichten en portretten van burgers.
Audio en zaalgids
Pak aan het begin van de tentoonstelling een audiotour en luister naar de verhalen over de wereldhaven van Antwerpen en het drukke sociale leven in de kathedraal van Antwerpen rond 1600. Er ligt voor iedereen ook een gratis gids klaar. Mijn ervaring is dat de audioverhalen een waardevolle aanvulling zijn op de teksten in de gids.
Ode aan Antwerpen
De expositie is verdeeld in negen thema’s: Handelsmetropool Antwerpen (1), Het ontstaan van de Antwerpse Schilderschool (2), De schilderfamilie Aertsen (3), De Tweede generatie Antwerpse School (4). Na veertig kunstwerken komt het noordelijke deel van de Nederlanden in beeld met Onrust der Nederlanden (5), Amsterdam, het Antwerpen van het Noorden (6), Bloei van de Hollandse schilderkunst (7), Ondertussen in de Zuidelijke Nederlanden (8) en tot slot de vraagstelling Typisch Hollands, Typisch Vlaams? (9). Het is een grote geschiedenisles waarin wij als Nederlanders een aardig lesje leren van de Vlamingen. In meer dan 80 schilderijen zie je deze geschiedenis aan je voorbij trekken.
De titel van deze tentoonstelling, Ode aan Antwerpen, is een terechte. Hier wordt goed onderbouwd waarom er geen Nederlandse Gouden Eeuw zou zijn geweest zonder migranten uit de Zuidelijke Nederlanden. Zonder deze religieuze en economische vluchtelingen zou de Hollandse schilderkunst er niet zijn geweest. Ere wie ere toekomt, is hier wel op zijn plaats.
Ode aan Antwerpen is nog tot en met 17 september 2023 te ontdekken in Museum Catharijneconvent in Utrecht.
Ook te zien in Utrecht
Aan de horizon in het Centraal Museum
Aan de horizon is de eerste in een nieuwe reeks van zomertentoonstellingen in het Centraal Museum. Het is een zomerse reis door de kunsten waarbij de samenstellers zich afvragen: Hoe ziet jouw ideale landschap eruit? En hoe ver moet je nu écht reizen om een vakantiegevoel te ervaren? In Aan de horizon begint de reis in de tijd van de Italianisanten en je reist door tot 2022. Onderweg worden verhalen verteld hoe hedendaagse kunstenaars en makers vandaag de dag naar de reis door het landschap kijken. Aan de horizon is nog tot en met 27 augustus 2023 te ontdekken in het Centraal Museum.
© tekst en foto’s Wilma Lankhorst
© gebruik van de afbeeldingen met dank aan een met toestemming van Museum Catharijneconvent, The Phoebus Foundation, Centraal Museum, alle bruikleengevers en de genoemde kunstenaars.