Tinguely
provocateur & kinetisch kunstenaar
Jean Tinguely daagt ons uit met zijn bewegende kunst om weer kind te zijn, flexibel te zijn, speels te zijn. Je geest open te stellen voor nieuwe indrukken en ontdekkingen. Beperkingen om te zetten in uitdagingen. Het Stedelijk Museum in Amsterdam eert deze Zwitserse kunstenaar 25 jaar na zijn overlijden met een grote tentoonstelling: Machinespektakel. Dit is de derde maal dat het Stedelijk werk van Tinguely exposeert. De eerste keer was in 1961 toen de meester zelf de machines aan het draaien maakte en een speciale waterfontein vóór het museum bouwde. Deze fontein en een vervanger, kun je nu weer zien. De tweede maal was een jaar later in 1962. Toen exposeerde hij samen met het kunstenaarscollectief Dylaby. Tinguely transformeerde de statische beperkingen van schilderen op canvas in bewegende, kinetische kunst. Hij ageerde tegen de kunst voor de elite en trok met zijn werk naar buiten om het publiek er bij te betrekken. Dat is ook wat het Stedelijk wil met ‘Machinespektakel’ free your mind, wees welkom en speel mee.
Sneak preview
Jean Tinguely in een notendop
Jean Tinguely is op 22 mei 1925 geboren in het Zwitserse Fribourg. Hij is enig kind. Zijn vader werkt als magazijnmeester in Bazel en in 1928 verhuist het gezin naar deze grensstad met Duitsland. In 1941 begint Jean een opleiding tot etaleur. Hij is creatief, opvallend, heeft veel talent maar gedraagt zich vaak tegendraads. Door dit gedrag wordt hij in 1943 op staande voet ontslagen. Joos Hutter wordt zijn nieuwe leermeester. Tinguely bezoekt dan regelmatig een kunstnijverheidsschool waar hij zijn eerste vrouw Eva Aeppeli leert kennen én zijn eerste diploma haalt. Na zijn verplichtingen voor het leger, wordt hij etaleur en betrekt hij met Eva in een onbewoonbaar verklaarde woning. Hier maakt hij zijn eerste beweegbare sculpturen. In 1951 trouwt hij met Eva en in 1953 emigreren ze samen met hun vriend Daniel Spoerri naar Parijs. Tinguely richt zich vanaf dat moment intensief op de abstracte kunst en integreert steeds vaker bewegende en door motoren aangedreven automaten, reliëfs en sculpturen van ijzerdraad. In 1954 heeft hij zijn eerste solo-expositie in Galerie Arnaud. Daar leert hij Ponthus Hultén kennen (Zweeds kunsthistoricus) die later zijn grote promotor zal worden. In 1955 sluiten Jean en Eva zich aan bij een kunstenaarskolonie in Atelier Impasse Ronsin.
“Ik schilderde en schilderde en schilderde. (…) Ik kon het nooit opbrengen een schilderij af te maken, ik voelde me verlamd, als in een doodlopende steeg. Ik kon gewoon nooit het einde zien en wist niet wanneer ik moest stoppen met schilderen. (…) Ik kwam simpelweg nooit tot het punt dat ik kon zeggen: oké, het werk is af. (…) Dus begon ik te werken met beweging. Beweging bood me een uitweg uit deze verstarring, bood me een eindpunt. Beweging zorgde ervoor dat ik kon zeggen: oké het werk is af” Tinguely (1976)
Dylaby collectief 1962 Amsterdam vlnr Per Olof Ultvedt, Robert Rauschenberg, Martial Raysse, Daniel Spoerri, Jean Tinguely en Niki de Saint Phalle foto Stedelijk Museum Amsterdam
Werken in netwerken
Tinguely ontdekt én erkent al heel vroeg dat werken in een netwerk of collectief van groot belang is voor de ontwikkeling, de creativiteit en de vernieuwingsdrang van een kunstenaar. Dit was in de jaren vijftig een relatief onbekend fenomeen. Iedereen werkte vooral voor zichzelf, drinken deden ze samen, maar kunst maken deed je bij voorkeur alleen. In 1956 ontmoet hij in Parijs Niki de Saint Phalle en haar man schrijver Harry Mathews. Tinguely krijgt zijn eerste solo-expositie in Duitsland (Düsseldorf) en na terugkomst in Parijs begint hij met het ontwikkelen van tekenmachines (ook te zien in Amsterdam). Voor de Biënnale van Parijs ontwerpt hij Méta-Matic No. 17. Dit is een verrijdbaar kunstwerk dat zowel tekeningen als geuren kan produceren ontwikkelt. Zijn kinetische kunst wordt in Parijs een groot mediasucces. In Amsterdam kun je een korte film zien van ‘le Transport’ waarbij Tinguely’s kunstwerk door de straten van Parijs wordt gereden. Ook Meta-Matic No 17 staat hier. In combinatie met het schaduwspel op de muur, komt de installatie op mij over als een bizarre creatie. De zwart-wit film is erg leuk om te zien
America is calling…
In 1960 gaat Tinguely op uitnodiging van de Zwitserse galeriehouder, George Staempfli, naar New York. Tinguely krijgt er een solo-expositie en introduceert zijn nieuwste type werk: het zichzelf verwoestende kunstwerk. In dit geval ‘Homage to New York’. In de tuin van het MoMa gaat op een avond zijn kunstwerk in vlammen op.
Tinguely ageert hiermee ook tegen de musea en galeries die op strakke, steriele, witte muren kunst tonen waarbij het publiek op afstand naar een verstild schilderij staat te kijken. Voor Tinguely was zijn werk een verzet tegen de bestaande, statische (kunst)wereld. Met behulp van zijn kinetische kunst zette hij zowel de kunst als de kunstgeschiedenis in beweging.
Samenwerken met andere kunstenaars wordt steeds belangrijker voor Tinguely. Naast allianties met mede kunstenaars zoekt hij steeds meer naar netwerken met kunstenaars én museumdirecteuren. In deze combinatie was hij zowel de leider als de inspirator en de verbinder. Tinguely werkte o.a. samen met kunstenaars als Daniel Spoerri, Yes Klein, Niki de Saint Phalle en leden van het ZERO-netwerk en museumdirecteuren als Willem Sandberg, Paul Wember en de eerder genoemde Pontus Hultén.
In 1962 maakt Tinguely samen met Sandberg en de kunstenaars Spoerri, Rauschenberg, Ultvedt, Raysse en de Saint Phalle in het Stedelijk Museum de expositie DYLABY (dynamic labyrints).
De energie van Tinguely lijkt niet te stoppen. Eind jaren zestig begint hij samen met zijn nieuwe assistent Seppi Imhof aan een project in de bossen van Milly-la-Fôret, bij Fontainebleau. Ze beginnen aan een monumentale kop in de natuur. Maar in november 1969 reizen ze met een groep van 12 kunstenaars naar Milaan voor de viering van het tienjarige bestaan en tevens het opheffingsfeest van ‘Nouveux Réalistes’. Tinguely’s bijdrage is La Vittoria, een zelfvernietigend kunstwerk in de vorm van een enorme fallus. Na terugkomst in Parijs, pakt hij met Imhof de werkzaamheden weer op voor de grote kop, die we nu kennen als Le Cyclop.
“Ik houd van de hergeboorte van gevonden voorwerpen, het opnieuw definiëren, daarin geef ik het voorwerp een nieuwe dimensie, een nieuwe reden voor bestaan” Tinguely (1978)
Ballet des pauvres
Zijn promotor Ponthus Hultén wordt de directeur van het nieuw op te richten Center Pompidou (1977) in Parijs. Hij nodigt Tinguely en zijn netwerk uit om een sculptuur te maken voor de entree van dit museum. Dat wordt Crocrodome waarvan tekeningen en posters in Amsterdam te zien zijn. In Bazel bouwt hij zijn eerste grote fontein project, bestaande uit een ondiep bassin met negen kinetische fonteinfiguren. Samen met Niki ontwikkelt en bouwt hij in 1982 bij het muziekcentrum IRCAM de Fontein van Stravinsky (Fontaine Stravinsky). Nadat Tinguely in 1984 voor de Renault fabriek de sculptuur Pit Stop maakt, wordt hij in 1985 getroffen door hartproblemen. Na een hartoperatie ligt hij enkele dagen in coma. Zijn kunst wordt na deze ervaring sterk beïnvloed door het thema de dood. Een indrukwekkend voorbeeld hiervan is de altaar groep Mengele-Totentanz.
De dodendans van Mengele is geïnspireerd op ervaringen van Tinguely bij een boerderij brand bij hem in de buurt. Museum Tinguely in Bazel had deze sculptuur nog nooit uitgeleend, maar streek over haar hart voor het Stedelijk. In de spaarzaam verlichte, laatste zaal van de tentoonstelling ‘Machinespektakel’ staan bankjes langs de muur. Mijn suggestie: Neem hier de tijd en laat het tafereel enkele malen voor je afspelen. Laat alles nog eens door je gedachten gaan, wat je in zalen hiervoor hebt gezien.
Tinguely & Niki de Saint Phalle
Kort nadat Tinguely, mede kunstenaar Niki de Saint Phalle in Parijs ontmoet, wordt zij zijn muze. Beiden zijn dan nog getrouwd, maar verlaten na enkele jaren hun partners om samen verder te gaan. Op 13 juli 1971 trouwen Tinguely en de Saint Phalle. In de expositie in Amsterdam komt, voor mij, hun artistieke liefde samen in de zaal met de HON – en katedral, Een liggende vrouwen figuur die is gemaakt voor het Moderna Musseet in Stockholm waar Hultén op dat moment directeur is. Aan HON – en kathedraal heeft ook Per Olof Ultvedt meegewerkt. Deze sculptuur, waar het bezoek tussen de benen van de vrouw naar binnen kon lopen, is na de expositie afgebroken. Hier in Amsterdam kun je (helaas) alleen foto’s, tekeningen en filmbeelden zien want de sculptuur is na de expositie voledige ontmanteld. Tinguely gaat in deze periode door met het bouwen van zelfvernietigende kunstwerken. Samen met Niki werkt hij in de woestijn van Nevada aan het project: Study for the end of the world No. 2.
De laatste Tinguely tentoonstelling waaraan hij zelf meewerkt aan de inrichting ervan, wordt in juli 1991 gehouden in het Hundertwasserhaus in Wenen. Als Tinguely op 30 augustus 1991 aan de gevolgen van een tweede hartaanval overlijdt, is hij 66 jaar. Op 3 oktober 1996 is in Bazel het Tinguely museum geopend. Hier kun je altijd een inspirerende stop maken als je met de auto op weg bent naar het Zuiden van Zwitserland of Italië.
Niki de Saint Phalle werkt na zijn dood intensief verder aan haar project in Toscane: El Giardino dei Tarocchi. Zij overlijdt in 2002 mede als gevolg van longproblemen door haar werk met kunststof voor de creatie van haar wereld beroemde, kleurrijke Nana’s.
Mijn ervaringen:
- Ik ervaar ‘Machinespektakel’ als een feestje. Al die draaiende en piepende sculpturen prikkelen mijn geest en ik wil steeds maar weer op de rode knoppen drukken. Als er ergens een apparaat in beweging komt, zie ik mensen door het museum rennen op zoek maar de zaal waar de actie is.
- Om nog meer plezier te hebben aan de deze tentoonstelling kan ik de gratis audiotour aanbevelen.
- Als ik de zaal met HON – en katedral in loop, gaan mijn gedachten direct terug naar onze bezoeken aan de Tarot-tuin (Giardino dei Tarocchi) in Italië/Toscane Niki de Saint Phalle is in het midden van de jaren zeventig aan dit unieke beeldenpark begonnen en ze heeft er tot aan haar dood in 2002 aan gewerkt. Hier kun je onder andere in de borst van een Nana een glaasje drinken, en verschillende kinetische werken van Tinguely in actie zien.
- Een aanrader is een bezoek aan Tinguely’s hoofdkwartier op de begane grond. Daar hebben studenten een collectie samengesteld volgens het gedachtegoed van Tinguely. Je kunt hier zelf experimenteren en creëren. Met behulp van een trapnaaimachine kun je een tekening maken op ronddraaiend papier.
Jean Tinguely, Machinespektakel is nog tot en met 5 maart 2017 te zien en in Stedelijk Museum in Amsterdam. het is de grootste internationale overzichtstentoonstelling van deze kunstenaar in dertig jaar. Groter dan dit, zag je het in ons land in ieder geval nooit.
Let op
Ook voor Museumkaarthouders geldt tijdens Jean Tinguely: Machinespektakel een aangepaste toegangsprijs. Met je Museumkaart betaal je een toeslag van € 3. Het Stedelijk Museum adviseert ook Museumkaarthouders om voorafgaand aan het bezoek hier online alvast een kaartje te kopen.
Als je een online entreebewijs hebt gekocht, hoef je niet meer langs de kassa en kun je bij aankomst direct doorlopen naar de toegangscontrole. Als je tijdens de duur van deze tentoonstelling nog eens naar het museum komt, hoef je niets meer te betalen. Je e-ticket blijft een jaar geldig en staat garant voor een ‘gratis’ herhaal bezoek. In dat geval kun je direct via de ‘priority lane’ doorlopen.
© foto’s, video en tekst Wilma Lankhorst © gebruik afbeeldingen met dank aan het Stedelijk Museum Amsterdam, Monique Chacot en alle deelnemende musea aan deze tentoonstelling.