2017 - De Stijl 100 jaar
Peter Alma, van De Stijl naar communisme
In 2017 vieren we in ons land de 100ste verjaardag van De Stijl. Wat begon als een tijdschrift voor nieuwe ideeën, groeide uit tot een internationale avant-garde stijl in kunst en architectuur. Terwijl in Rusland het communisme werd geboren, werd in ons land De Stijl op de kaart gezet. Bij De Stijl denken we direct aan Piet Mondriaan, Theo van Doesburg, Gerrit Rietveld en Bram van der Leck. Minder bekend zijn de stijl-onderzoeken van Johan van Hell en Peter Alma. En met die laatste begint het STIJLvolle jaar in het Museum Arnhem. Peter Alma wordt in de Gelderse hoofdstad geëerd met een solotentoonstelling onder de titel: van De Stijl naar communisme. Ontdek het in Arnhem…
sneak preview
Kennismaking met Peter Alma
Op 18 januari 1886 wordt Peter Alma in Medan op Sumatra geboren. Als hij twee jaar is, verhuizen zijn ouders terug naar Nederland. Op de terugreis overlijdt zijn vader, moeder Alma en haar twee kinderen gaan in Den Haag wonen. Nadat Peter hier de tweejarige opleiding aan de Academie voor Beeldende Kunst heeft afgerond, vertrekt hij in 1906 naar Parijs. Daar volgt hij de opleiding aan de Académie Humbert (1907-1912) en hij ontmoet hier o.a. Piet Mondriaan en de Mexicaanse schilder Diego Riviera. Tijdens zijn laatste twee jaren in Parijs (1913-1914) heeft hij een atelier in hetzelfde pand als Mondriaan aan de Rue du Depart nr. 26. Mede hierdoor is Alma vanaf het prille ontstaan van de geometrische stijl van Mondriaan op de hoogte van deze nieuwe ontwikkeling. Terwijl Mondriaan zijn eerste abstracte werken schildert, introduceren Picasso en Braque in Parijs het kubisme. Alma absorbeert alle ontwikkelen en zoekt in deze periode intensief naar zijn eigen stijl. Alma exposeert in de periode 1912-1914 samen met andere Parijse Nederlanders in het Stedelijk in Amsterdam, de Sonderbund in Keulen en de Salon de Indépendants in Parijs.
Alma, lotgeval van De Stijl…?
Als Peter Alma in 1914 met de Noorse schilderes Edle Saxlund trouwt, verhuist hij met haar terug naar ons land. De eerste twee jaar van hun huwelijk wonen ze in Laren, daarna verhuizen ze naar Amsterdam naar de kunstenaarskolonie Meerhuizen. In Laren woont in die dagen ook Bram van der Leck. Alma en hij worden vrienden en Alma is onder de indruk van het werk van zijn artistieke vriend. Alma experimenteert verder op basis van zijn Parijse invloeden en heeft in 1917 zijn eerste solotentoonstelling in Amsterdam. Eén van de werken van Alma dat goed aansluit bij De Stijl is: ‘Zaag met goudvissenkom’. Het is dit schilderij dat Theo van Doesburg in 1918 bespreekt in het tijdschrift De Stijl.
Van Doesburg beschrijft dit werk van Alma als “een belangrijke bijdragen aan de moderne kunst”. Even verderop wijst hij de lezer op “de vele onzuiverheden” in dit werk en beschrijft het als “fragmentarisch en willekeurig”.
Voor Alma is dan al duidelijk dat hij zich sterk aangetrokken voelt door de nieuwe politieke stroming van het communisme die een jaar eerder (1917) in de Rusland is ontstaan.
Alma is tegenstander van het Stijl-dogma van de volledige voorstellingsloze kunst die van Doesburg en Mondriaan nastreven. Peter Alma verlaat het pad van de kunst-om-de-kunst en heeft behoefte aan maatschappelijk betrokkenheid. Hij is een man met een missie, is sterk sociaal bewogen en enkele jaren overtuigd communist. Hij vindt de abstracte vormtaal van de Stijl onbegrijpelijk voor de gewone man en ontwikkelt een meer figuratieve beeldtaal. Hij kiest vooral maatschappelijke ontwikkelingen als de revolutie, het leven van de arbeider en het kapitalisme als onderwerp van zijn kunst.
Hij blijft bevriend met Van der Leck en Mondriaan, maar gaat steeds meert zijn eigen weg. Maar het communisme wakkert een vuur in hem aan waardoor hij het individuele uit zijn kunst verwijdert en dit vervangt door het gemeenschappelijke. Hij stelt zijn kunst steeds meer in dienst van het socialisme en hij verzorgt o.a. afbeeldingen voor het communistische blad de Tribune. Hier in Arnhem zie je o.a. zijn houtsnede van het portret van Lenin, dat Alma sneed in de nacht van 21 op 22 januari 1922, de nacht waarna Lenin was overleden.
Een leven in drie zalen
In Arnhem stelt gastcurator Marieke Jooren Peter Alma uitgebreid aan je voor. De expositie begint met een goed onderbouwde tijdslijn in de ontvangstruimte. Boven de lijn beschrijft Jooren het privé leven van Alma in zwart en onder de lijn, de ontwikkeling van het communisme in rood. Door deze aanpak zie je in één oogopslag de context, de wereld waarin Alma werkt en zich ontwikkelt. Daarna ontvouwt Alma’s artistieke leven zich in drie zalen. In de eerste ruimte ben je getuige van de zoektocht van de schilder naar zijn persoonlijke stijl. Naast enkele kubistisch werken, zie je Stijl-elementen bij Arbeider (1919), Havenarbeider (12924) en het al eerder besproken werk Zaag en goudvissenkom (1918). Het grote doek ‘de Roep (1920) luidt de overgang in naar de tweede zaal waarin Alma’s liefde voor het communisme en later het socialisme centraal staan.
Alma’s Bureau voor Beeldstatistieken
Zijn aansluiting bij het communisme (1919) brengt Alma twee dingen. Ten eerste ontdekt hij zijn doel. Hij is een idealist en stelt zijn kunstenaarschap in dienst van de samenleving. Hij vindt dat beeldende kunst toegankelijk en begrijpelijk moet zijn voor een groot publiek. Muurschilderingen in openbare gebouwen zijn voor hem bij uitstek de kunstvorm om aan dit gevoel uitleg te geven. Daarnaast werkt hij intensief mee aan het communistische tijdschrift de Tribune. Naast illustraties, schreef hij in deze publicatie over de rol van kunstenaars in de maatschappij.
Het tweede wat zijn aansluiting bij het communisme Alma brengt is een uitnodiging voor een bezoek aan het derde congres van de Communistischer Internationale. In 1921 reist hij voor de eerste keer naar de Sovjetstaten en legt daar de basis voor een internationaal netwerk van avant-gardekunstenaars. Hij leert hier o.a. Vassily Kandinsky en Kazimir Malevitsj kennen. Tijdens deze reis maakt hij ook kennis met Brecht Willemse. In het daarop volgende jaar laat hij zich van Edle Saxlund scheiden en trouwt hij 9 weken later met zijn tweede vrouw Brecht Willemse. In het najaar van 1932 reist hij via Wenen door naar de Sovjet-Unie. Hij is uitgenodigd om in Charkov mee te werken aan de opzet van het Instituut voor beeldstatistiek, Izostat. Hij werkt ook mee aan de pictogrammen voor de vijfjarenplannen van Stalin. Via Moskou en St. Petersburg reist hij terug naar ons land en in 1933 trekt hij zich terug uit de CPH (Communistische Partij Holland).In dat zelfde jaar maakt hij zijn laatste afbeeldingen voor de Tribune. Mede door zijn kennis van de pictogrammen richt hij in 1933 zijn eigen bedrijf op voor beeldstatistieken: Beeldstatistiek Atelier Peter Alma. Bekende opdrachtgevers zijn o.a. de KLM, de AVRO, Fokker en de Gemeente Amsterdam. In deze tweede ruimte zie je aan de rechterkant allerlei voorbeelden van pictogrammen die Alma heeft ontwikkeld en beeldstatistieken die de gemeente Amsterdam heeft gebruikt voor de verspreiding van haar beleid.
l. Peter Alma aan het werk r. zijn pigmentkistje
Amsterdam Amstel
Zoals ik eerder aangaf, is het voor Alma heel belangrijk dat zijn beeldende kunst begrijpelijk en toegankelijk was voor een groot publiek. De kunstvorm die perfect past bij dit ideaal zijn muurschilderingen. In Parijs had hij de Mexicaanse kunstenaar Diego Rivera leren kennen, deze artiest is bij uitstek bekend door zijn wandschilderingen. In 1928 krijgt Alma zijn eerste opdracht voor een muurschildering voor de openbare leeszaal van het Coöperatiehof in Amsterdam. De voltooiing van dit werk leidt later tot de opdracht voor twee immens grote muurschilderingen in de hal van het nieuw te bouwen Amstel Station in 1939. In de derde zaal ligt het contract dat Alma heeft ondertekent met de NS en ik zie dat hij 5.000 gulden heeft ontvangen voor het voltooien van deze opdracht. Nadat ik dit feit had gelezen, ben ik mijn daarop volgende treinreis naar Amsterdam op Station Amstel uitgestapt om beide wandschilderingen te bekijken. Zie hier de beelden van 2016 en de zwart-wit foto’s die in 1939 zijn gemaakt.
In deze zaal hangt ook een wandschildering van zijn hand die hij in 1956 heeft gemaakt voor het Nederlands Instituut voor Nijverheid en Techniek (NINT), het voormalige Museum voor den Arbeid. Alma schildert op acht panelen tien handwerkers met als doel kinderen enthousiast te maken voor technische beroepen. Ik moet daarbij denken aan eren latere campagne van de Overheid met hetzelfde doel ‘een slimme meid is op haar toekomst voorbereid’. Mijn blik wordt in deze zaal getrokken naar een kleine vitrine waarin de zwart wit foto staat waarop Alma aan het werk is. Naast de foto staat een koffer met papieren zakjes waarin het pigment zit dat de schilder gebruikte voor zijn wandschilderingen. Dichter bij de kunstenaar kun je volgens mij bijna niet komen, dan oog in oog te staan met zijn gereedschap of palet.
Marieke Jooren heeft voor het samenstellen van deze expositie nauw samengewerkt met de twee kinderen van Peter Alma, dochter Sinja en zoon Peter. Beiden zijn nu kloeke zeventigers. In de tijdlijn lees ik dat Alma in 1936 tijdens een protestmanifestatie tegen het fascistische vertoon in Duitsland tijdens de Olympische Spelen in Berlijn, kennis maakt met Anna Aleida (Lie) Heijnen. Zij is betrokken bij de voorbereiding van een tentoonstelling van het Wereld Vrouwen Comité tegen Oorlog en Fascisme. Alma maakt hiervoor het doek ‘Oorlog’ dat je hier ook kunt zien. In december 1938 laat hij zich scheiden van Brecht Willemse. Een maand vóór het begin van de Tweede Wereldoorlog, op 10 april 1940, trouwt hij met zijn derde echtgenote Lie Heijnen. Samen met Lie krijgt hij twee kinderen, Sinja en Peter. Zij beheren sinds de dood van hun ouders (vader 23 mei 1969 en moeder 1990) de nalatenschap van Alma’s werk.
Tijdens de viering van zijn tachtigste verjaardag in 1966 organiseert het Stedelijk Museum in Amsterdam een grote overzichtsexpositie met ruim 90 schilderijen, prenten en tekeningen van zijn hand. Het Museum Arnhem pakt 50 jaar na dato de handdoek weer op en geeft met Peter Alma, van De Stijl naar Communisme, het startsein voor het eeuwfeest van De Stijl in 2017. Het is een interessante ode geworden aan Alma’s inzet en bevlogenheid voor het creëren van kunst voor de samenleving.
Mijn ervaringen:
- Aan het einde van de expositie is de cirkel rond. Hier in Arnhem maak je kennis met een, bijna vergeten, kunstenaar die maatschappelijk zeer betrokken was.
- Ondanks zijn klassieke opleiding en zijn start als schilder, richt Alma zich in de loop van zijn carrière steeds meer op kunstvormen waarmee hij een groter publiek kan bereiken. Denk hierbij aan de relatief goedkope mogelijkheden van de houtsneden (prenten), gratis kunst in openbare ruimten zoals wandschilderingen en beeldstatistieken.
- Na je bezoek aan deze expositie zul je de naam Peter Alma vast niet meer vergeten.
- Net als Johan van Hell kun je hem later in dit Stijl-jaar nog eens zien in de tentoonstelling ‘Werk voor een beter wereld’, vanaf 21 maart 2017 in Museum Helmond.
Peter Alma, van de Stijl naar Communisme is tot en met 19 maart 2017 te zien in Museum Arnhem het museum en de expositie zijn gratis toegankelijk voor Museum- en Rembrandt-kaarthouders.
In de mooi ontworpen catalogus staan interessante achtergrond verhalen over het leven en werk Peter Alma. Daarnaast bevat dit 104 pagina tellende boek veel afbeeldingen van werken van Alma. Gastcurator Marieke Jooren tekent ook voor de samenstelling van deze publicatie.
© tekst, video en foto’s Wilma Lankhorst Gebruik van de afbeeldingen met dank aan Museum Arnhem en de Erven van Peter Alma
OOK te zien in Museum Arnhem t/m 29 januari 2017
The Millennials, werk van tien kunstenaars die allen zijn geboren na 1980. Laat je verrassen en inspireren door hun kijk op de maatschappij.