Tag archieven: ZERO

NUL = NL bijdrage ZERO

Deel 2 over ZERO, met focus op NUL

NUL = NL bijdrage ZERO

Stedelijk Museum ZERO 2015 GJ.vanROOIJ_zaal 3 herman de vries + krattenwand
ZERO 2015 – de derde zaal – NUL-beweging © GJ v Rooij

Na de introductie van de internationale ZERO kunstbeweging  in deel een, neem ik je in deel twee exclusief mee naar De Derde Zaal. Hier maken we kennis met de Nederlandse NUL-beweging. Wanneer worden autobanden kunst? Hoeveel bierkratten heb je nodig om een kunstwerk te maken en hoe laag moet je een vriezer in stellen om ‘coole’ kunst te creëren? Allemaal uitdagingen waar de Nederlandse kunstenaars in zaal drie in de jaren zestig van de vorige eeuw aan de slag zijn gegaan. Heb je zin in een exclusief Nederlands kunstavontuur?

Lees verder NUL = NL bijdrage ZERO

ZERO & NUL in Stedelijk

ZERO is meer dan niets

ZERO 2015 Stedelijk Museum Amsterdam © WL
Wat is ZERO?

ZERO of Nul kan het minder? Met die vraag stap ik het Stedelijk in Amsterdam binnen. Ik moet naar etage -1, ja het kan dus minder. Wat weet jij van de kunststromingen ZERO en NUL? Mijn persoonlijke nul-telling begint op nieuwjaarsdag 1960. Dit is ongeveer in het midden van de ZERO-periode. De site van het Stedelijk belooft me een ontmoeting met sterren, vuur, licht, beweging, ruimte en demonstraties. Dat is nogal wat en dat allemaal geplaatst in een historisch overzicht van de toenmalige kunstvernieuwers. Ben je er klaar voor?

korte videclip ZERO @ Stedelijk Amsterdam (©Wilma Lankhorst)

ZERO is naast een internationale kunstbeweging ook een tijdschrift © WL
ZERO kunstbeweging en tijdschrift
ZERO

Als we naar de wortels van ZERO zoeken, komen we uit in het midden van de jaren vijftig van de vorige eeuw. Door de recente oorlogsellende ligt er een deken van pessimisme over de samenleving. Een groep jonge kunstenaars wilde zich losmaken van dit miserabele gevoel. Met een grenzeloos optimisme staken zij de koppen bijeen en creëerden het grootste internationale kunstenaarsnetwerk ooit. Oprichters Heinz Mack en Otto Piene gaven hun nieuwe kunstbeweging in 1957 in Düsseldorf de naam ZERO. Onder dezelfde naam publiceerden zij een tijdschrift waarin de ideeën van de nieuwe stroming wereldkundig werden gemaakt. De drie pijlers waren optimisme, experimenteel en een innovatieve houding.

Start ZERO 2015 expo in wit - diverse kunstenaars © Stedelijk AMS
Zaal 1 ZERO volledig in wit tinten © Stedelijk Museum AMS
Piene gaf aan dat zij hun beweging vanaf de start beschouwden als een zone voor stilte en nieuwe mogelijkheden.

Na de Tweede Wereldoorlog waren in de kunst het abstract-expressionisme en art informel* de dominante kunstvormen. De kunstenaars van de ZERO-beweging wilden zich losmaken van deze opvattingen. Zij zochten in hun werk naar de essentie, door te reduceren, te concentreren en te vernieuwen kwamen ze tot nieuwe artistieke vormen
*art informel, is de vorm waarin kunstenaars in het reine probeerden te komen met de harde realiteit van de geschiedenis).

Heinz Mack schrijft in ZERO 1 over functie kleur © Stedelijk Museum Amsterdam
Monochromen, zowel in wit als in kleur (zie Heinz Marck) © Stedelijk AMS
‘De eerste, laatste en de beste betekenis van kleur is dat ze haar belangrijke beeldende functie puur kan vervullen: alleen zo kan ze haar vrijheid vieren.”
Heinz Mack in tijdsschrift ZERO 1 - 1958
Zaal 3 Stedelijk Museum ZERO NUL groep © Stedelijk Museum AMS
In zaal 3 maak je kennis met de Nederlandse NUL-groep
 NUL

In ons land werd in dezelfde tijd de NUL-groep opgericht. De initiatiefnemers hier waren Armando, Jan Henderikse, Henk Peeters, Jan Schoonhoven en herman de vries. Wat de laatste naam betreft weet ik nu van Joost Zwagerman (De stilte van het licht, 2015) dat de vries zijn naam alleen in kleine letters wil omdat hij alle letters even belangrijk vindt. Net als de collega’s van ZERO experimenteerden de kunstenaars van NUL met nieuwe materialen en nieuwe media.
Naast Duitsland en Nederland trok de ZERO gedachte ook veel aandacht in Frankrijk, Italië, België Zwitserland en zelfs in Japan. In zeer korte tijd ontstond er een Europese kunstbeweging waarin kunstenaars nauw met elkaar samenwerkten aan kunstwerken, evenementen, voordrachten en een gezamenlijk tijdschrift.

De naam ZERO was een slimme keuze omdat dit woord in veel talen bestaat én betekenis heeft. Mede hierdoor groeide deze jonge beweging in de jaren zestig snel uit tot een internationaal ‘merk’.
NUL 1965 eerste ZERO-NUL tentoonstelling in museum © Stedelijk Museum AMS
Fotowand expo NUL 1965 in Stedelijk Museum
Expositie 2015

Het Stedelijk organiseerde in 1962 de eerste museale presentatie van ZERO die in 1965 een vervolg kreeg in een uitgebreide expositie onder de naam: NUL 1965. Deze tentoonstelling wordt gezien als een van de hoogtepunten uit de geschiedenis van deze beweging. Naast werken van de genoemde Nederlandse kunstenaars en de twee oprichters van ZERO werden concepten en stellages getoond van Piero Manzoni, Lucio Fontana, Yves Klein, Jean Tinguely, Yayoi Kusama en Günther Uecker.

Anno 2015, precies 50 jaar daarna heeft het Stedelijk opnieuw een overzichtstentoonstelling van de radicale kunstenaarsgroep samengesteld. Volgens de samenstellers laat ‘ZERO – Let Us Explore the Stars’ zien hoe de kunstenaars van toen de betekenis en de vorm van de kunst blijvend hebben veranderd. De zalen zijn gevuld met originele kunstwerken uit het Stedelijk depot, die ook in 1965 werden getoond.

ZERO Krattenwand naar idee Jan Hendrikse NUL groep
ZERO krattenwand naar idee van Jan Hendrikse NUL 1965 © Stedelijk Museum
Nieuwe materialen en financieringsvormen

Canvas en kwast werden afwisselend gecombineerd met papier, glas, licht, rook, vuur en geluid en soms compleet vervangen door re-cyclebare materialen. Zo ontdek ik een vintage TV die een spijkerjas uittrekt, composities van autobanden, bierkratten en waterzakjes, een doek beschoten met pijlen en een collage van langs gestreken lucifersdoosjes. Veel kunstenaars creëerden werken in wit, van een roeiboot vol penissen tot werken beplakt met watten of omwikkeld door doeken.

Een ander nieuw element is de financiering van de realisatie van het kunstwerk. Om het krattenkunstwerk te kunnen uitvoeren zocht Jan Hendrikse contact met een bierbrouwer en liet zijn werk door deze commerciële partij sponseren.

 Mijn ervaringen

Ik leer dat de betekenis van ZERO ligt in het hier en nu. In de interactie tussen het kunstwerk, de toeschouwer en de ruimte waarin kunstwerk en toeschouwer zich bevinden. Verschillende stellages kunnen bewegen. Omdat de meeste werken 50 jaar of ouder zijn, zijn de pauzes aanzienlijk langer dan de draaitijd. Ik zie prachtige schaduwspellen, historische zwart-wit films waarin naakt modellen hun nat geverfde lichamen uitrollen op grote doeken. Het zwarte werk van Tinguely komt niet meer in beweging. Ik loop door zalen met kunstwerken gemaakt tijdens mijn baby en peuterjaren. Een soort back to the roots bezoek, waarvan ik de aanwezigheid & de betekenis van deze wortels tot nu toe niet kende.

Ik had een blanco gevoel bij ZERO en NUL. Dat is nu voorbij en voor een deel ingevuld met zwarten en witten, autobanden, pijlen en rookpluimpjes. Enerzijds moet ik toegeven dat dit niet mijn meest favoriete kunstperiode is, anderzijds inspireren de collages en stellages me wel. Met name de bewegende werken en de witcollages prikkelen mijn geest. Ga zelf kijken en trek je eigen plan!
Een bijzonder element aan dit bezoek voor mij is dat ik er samen was met een dierbare jeugdvriendin, die ook in de beginjaren van ZERO en NUL is geboren. We hebben samen weer een steen verlegd in een rivier op aarde en onbekende sterren verkend.

 

leid jezelf rond in Stedelijk Museum met de audiotour
De audiotour is zeer informatief

ZERO, Let us Explore the Stars
nog tot 8 november 2015 te zien in het Stedelijk Museum in Amsterdam.
Gratis met Museumkaart
De audiotour (€ 5,-) geeft waardevolle achtergrondinformatie over deze (en nog meer werken) in het Stedelijk Museum.
Als je je verder in deze beweging wilt verdiepen is de 560 pagina tellende catalogus, met ruim 950 afbeeldingen, een aanbeveling (€ 29,95).

© tekst, foto’s en video Wilma Lankhorst
© gebruik foto’s met dank aan het Stedelijk Museum Amsterdam en de kunstenaars