De zuid Ierse zeehaven Cobh in het Graafschap Cork, is de laatste haven waar de R.M.S. Titanic voor anker ging, alvorens naar Amerika af te reizen. In die dagen heette het havenstadje nog Queenstown. Na ons bezoek aan Belfast reizen we per schip van Noord-Ierland naar het Ierse Cobh. Hier is een ‘Titanic Trial’ uitgezet. Een pad dat wij gaan lopen en na afloop verlaten we Ierland per schip, net zoals de passagiers van de Titanic. Wij komen na anderhalve dag varen gezond in Amsterdam aan zodat we onze ervaringen nu met je kunnen delen.
Annie Moore
De eerste ontmoeting met passagiers van de Titanic is het beeld van Annie Moore en haar twee broers. Op de kadepunt van Cobh staat het bronzen beeld. Het verhaal van Annie heeft veel lagen. Ook op Ellis Island, voor de kust van New York staat een beeld van haar. Zij was op 1 januari 1892 op Ellis Island de allereerste passagier die door de emigratiedienst liep. Het beeld van Annie staat symbool voor de vele Ieren die aan boord van zeeschepen stapten op weg naar een nieuwe toekomst in een ander land, in dit geval Amerika. Tussen 1848 en 1950 emigreerden meer dan zes miljoenen Ieren (volwassenen en kinderen) van het Verenigd Koninkrijk naar Amerika, Australië en West-Indië/Caraïbische eilanden. Ruim twee-en-een-half miljoen van hen vertrokken vanuit Cobh (toen nog Queenstown). In het Cobh Heritage Centre kun je deze geschiedenis herontdekken. Het centrum ligt direct aan de kade van Cobh, ook hier wijst Annie je de weg.
Titanic Trail
In de souvenirwinkel, annex VVV-informatiepunt in het Heritage Centre kopen we een flyer van de Titanic Trail. De wandeling wordt aangeprezen als ‘Een historische reis door de mist van de tijd’. De samensteller van het boekje, Michael Martin (Dublin, 1958), leid je door dezelfde straatjes en pieren waar miljoen emigranten hebben gelopen vóór hun vertrek. Cobh is de derde naam van de stad die in eerste instantie als Cove of Cork werd gesticht. Na het bezoek van Koningin Victoria in 1849 werd de stad herdoopt in Queenstown. Na de Ierse onafhankelijkheid in 1919 werd het Cobh, dat je als Cove uitspreekt in het Iers. Ondanks drie verschillende plaatsaanduidingen, is het een en dezelfde haven van waaruit miljoenen Ierse emigranten vertrokken. Op 11 april 1912 was het de laatste haven die de 2233 opvarenden van de R.M.S. Titanic hebben gezien. Hun voetsporen kun je volgen in twintig staties.
20 Bronzen plaquettes
In zijn publicatie beschrijft Michael Martin beknopt de verhalen achter de twintig Titanic-staties in het havenstadje. We starten op Deepwater Quay #1 bij het treinstation van Cobh en het Cobh Heritage Centre. Hier ontmoeten we Annie Moore voor de eerste keer. Het beeld is gemaakt door de Ierse kunstenaar Jeananne Ryanhart (1946-2020. Een ander bekend Iers beeld van haar is de sculptuur van de actrice Molly Malone (2007). In 2022 is het beeld verplaats vanaf de originele locatie in Grafton Street naar Suffolk Street in Dublin. Vanaf de haven lopen we naar het gebouw van de voormalige Old Yacht Club #2 (1854-1965), nu het Sirius Arts Centre. Als we de straat oversteken zien we de Wesleyan Church #19a met links daarvan het Carrig House #19. Wij lopen door naar het Commodore Hotel #3.
Queens Hotel
Tijdens het al eerder genoemd bezoek van de Engelse koningin aan Cobh kreeg dit logeeradres de naam het Queens hotel. Later werd dat het Commodore Hotel. Als wij er langs komen, wordt net de lunch geserveerd en is het te druk om binnen te lopen. Het pad gaat verder langs het Lusitania Peace Memorial #4. Hier worden de slachtoffers herdacht van de ramp met het passagierschip de R.M.S. Lusitania in mei 1915. Iets verder op naar rechts op dit plein ontdekken we de bronzen plaquette die in 1998 is onthult ter nagedachtenis aan alle overleden Titanic-opvarenden. Op de plaquette staan Margaret Rice en haar vijf kinderen. Aan de waterkant ligt het kantoor van de ‘White Star Line’ rederij #6, hier schuin tegen over liggen de emigrantenopvang in het Old Soldiers Home #6a en op 2A West Beach #6b de voormalige woning van zakenman Andrew William McIntosh.
Titanic Memorial op The Bench
De oudste kade in Cobh is Lynch’s Quany, hieraan ligt het voormalige kantoor van de Havencommissie #8. Daarna komen we bij de poort en de trappen van de Prediker #9. In 1810 is bovenaan de trappen de eerste Methodistenkerk ontstaan. We lopen bovenlangs naar The Bench #10. Dit is een populaire ontmoetingsplek aan zee.
Mrs. Rice
In een klein park, the Titanic Garden, staat een glazen monument met daarop de namen van de 1522 overleden mensen. Hier zien we de naam Mrs. Rice voor de tweede keer. In 1900 emigreren Margaret, William en hun oudste kind naar Canada. Hier krijgen ze vier kinderen. In 1909 verhuist het gezin naar New York. William overlijdt een jaar daarna tijdens zijn werk bij de spoorwegen. Met het compensatiegeld van de spoorwegen gaan Margaret en de kinderen terug naar Engeland. In 1912 checkt ze met haar kinderen in op de Titanic.
You’ve got mail
Hoeveel pech kun je hebben in je leven? Met deze gedachten in ons hoofd klimmen we omhoog voor het aangeprezen uitzicht op de haven #10a. Op dit punt komen we nooit aan. We maken wel eens de grap dat we experts zijn in het vinden van mooie routes. Als we de route hebben gevonden, lukt het ons bijna nooit om de route te volgen. Ik word afgeleid door een prachtige oude, groene brievenbus van de Royal Mail. Een voorbijganger stopt en vertelt het verhaal achter de bus. Het is een bus uit de tijd van Koningin Victoria (1837-1901). Er moeten er nog twee zijn in Cobh. En na zo’n verhaal vergeten we het uitzichtpunt en klauteren we verder in het hogere deel van Cobh.
St. Colman’s Cathedral
Naast de Titanic Garden is de St. Colman’s Kathedraal #12, voor ons een van de hoogtepunten van deze Titanic route. Varend richting Cobh zagen we de kathedraal al van veraf liggen. Het is ook één van de laatste gebouwen die we zien als we later die dag weer vertrekken. De eerste steen is in de dertiende eeuw gelegd in het Bisdom van Cloye. De heilige Colman (522-604) was de patroon van dit bisdom. Veel Ierse emigranten gingen ons voor bij een bezoek aan deze kathedraal. Hun gebed was voor een behouden vaart. Nadat het bericht van de gezonken Titanic het stadje bereikt, wordt in dit godshuis een Requiemmis gehouden voor alle slachtoffers. We steken enkele kaarsjes op in deze sirene witte kathedraal. Daarna lopen we links om de kerk naar het klooster van de Benedictijner Zusters. In de groene oase ligt ook het Admiralty House #13.
Kleurrijke huisje op de steile weg
Het is onze bedoeling om het oude kerkhof #15 te bezoeken. Maar al snel blijkt dat deze begraafplaats een flinke wandeling van het stadje verwijderd ligt. We draaien om als we het bord ‘eind bebouwde kom’ bereiken en lopen terug naar de kathedraal. We komen langs de oudste gelagkamer van Cobh, Mansworth’s Bar #14. Omdat deze drinkgelegenheid als sinds 1895 bestaat, wordt er van uit gegaan dat menige emigrant en/of hun familie of vriend hier naar toe ging voor een versterkende borrel. Schuin tegenover dit café ligt Jack Doyles Bar #14a, een traditionele Ierse pub die in 2002 is heropend. Deelnemers aan de Titanic Trail krijgen hier een Guinness aangeboden. Wij passen even en lopen door naar West View #14. Vanaf de top van deze steile weg heb je een mooi uitzicht over het stadje en de haven. Links staat drie-en-twintig gekleurde huizen. Deze huizen zijn in het midden van de 19de eeuw gebouwd en kregen de bijnaam ‘een pak speelkaarten’.
Bellavista en de Schotse kerk
Vanaf View West lopen we een klein stukje naar rechts en daarna links af naar Bishop’s Road. Ongeveer in het midden van deze straat staat het geel geverfde ‘Bellavista’. Op de bronzen plaquette lezen we dat dit riante huis in 1845 is gebouwd voor Dr. James Roche Verling. Hij was de persoonlijke arts van Napoleon Bonaparte op St. Helena van 1818 tot 1820. De dokter ligt begraven op het oude kerkhof dat we hebben gemist. Na hem woont de familie Carbery tot 1914 in dit huis. In 1916 wordt het eigendom van bisschop Robert Browne. Via hem komen we uiteindelijk terug bij de link met de Titanic. De neef van de bisschop, Father Browne, was één van de Eerste Klasse passagiers op het traject van Southampton naar Queenstown. De priester was hobby fotograaf en zijn foto’s zijn veelvuldig gebruikt nadat het schip was gezonken.
Schotse kerk is nu het Cobh museum
De laatste statie op onze Titanic Trail is de Schotse kerk #18. De eerste steen werd in 1854 gelegd door de Presbyteriaan Gemeenschap in Cobh. Als gevolg van de leegloop van deze geloofsgemeenschap, is de kerk in 1969 gesloten. Het pand is nu de thuisbasis van het Cobh-museum. Naast de originele kerkelijke inrichting, het preekgestoelte en de Bijbel kun je hier kennis opsteken van het maritieme en culturele verleden van de stad. We hebben pech want de museummedewerker haalt net het bord binnen voor de middagpauze. Enfin, zo blijft er nog iets over voor een vervolg bezoek aan dit gezellige havenstadje. De stad ligt aan een mooie kustroute. We hebben hier een kleine vijftien kilometer van gelopen en hebben zin in meer.
Het laatste uitzicht vanaf de Titanic
Als we in de loop van de middag Cobh per schip verlaten, bedenk ik me dat ik nu het laatste stukje land zie dat passagiers en bemanning van de Titanic ook zagen op 11 april 1912.
© foto’s, video en tekst Wilma Lankhorst
© gebruik van de afbeeldingen met dank aan en toestemming van Titanic Belfast.
Wil je meer lezen over de R.M.S. Titanic, lees hier dan mijn verhaal over de wedergeboorte van de Titanic in Belfast.