Voor de laatste bijdrage in deze serie voor dit jaar, ging ik naar ’s-Hertogenbosch. Daar sprak ik met Jacqueline Grandjean. Zij is sinds juli 2022 de directeur van het Noordbrabants Museum. Op haar zoektocht naar een kamer op het Brabants platteland ontmoet zij bijzondere mensen en hoort ze mooie verhalen. Dat overkwam mij ook op de nieuwste tentoonstelling Brueghel de familiereünie. Daar ontdekte ik de cruciale rol die de vrouwen speelden in deze artistieke familie. In deze bijdrage lees je welke opdracht Grandjean zich stelt voor haar rol binnen het Noordbrabants Museum.
Wanneer en waar ben je geboren? Was er in jullie gezin ruimte voor kunst en cultuur en hoe uitte zich dat?
Jacqueline Grandjean: “Ik ben geboren in Nijmegen. Mijn vader was architect (en is dat eigenlijk nog steeds op zijn 91e). Ik heb vooral naar gebouwen, metselwerk en bouwkundige constructies leren kijken. Pas op mijn 19e bezocht ik voor het eerst een museum als student in Amsterdam.”
Wat is je vroegste museumherinnering? Welke indruk maakte dat op je?
“In het Rijksmuseum liep ik naar binnen omdat het me een interessant gebouw leek, ik wist dat het ontworpen was door Pierre Cuypers. Bij de ingang trof ik een loket aan. Het gebouw bleek een museum. Ik voel nu nog het ongemak van toen, omdat ik niet wist hoe ik me in een museum moest gedragen. Niemand sprak daar. Er werd hooguit gefluisterd. Je moest je jas uitdoen en op de kapstok hangen. Het was een geheel nieuwe omgeving die zo’n overweldigende indruk maakte dat ik me van de kunst helemaal niets kan herinneren.”
Sinds 1 juli 2022 ben je directeur van het Noordbrabants Museum . Hoe ben je op deze plek terechtgekomen?
“Via Het Amsterdam Museum (conservator), Huize Frankendael (ondernemer en directeur), de Oude Kerk (directeur en curator) en het Koninklijk Museum voor Schone Kunst Antwerpen (artistiek directeur). Ik ben geïnteresseerd in musea waar geschiedenis en kunst elkaar raken. Mijn proefschrift gaat hierover. De collectie van Noordbrabants Museum (HNBM) bestaat uit zowel erfgoed als kunst, waardoor de zogenaamde ‘interhistorische methode’ hier goed werkt.”
Ben je voor deze baan naar ’s-Hertogenbosch verhuisd ? Wat verrast je het meest in het Brabantse land?
“Mijn oude vader en mijn broer wonen in ’s-Hertogenbosch, dus ik kende de stad al enigszins. Ik ben nog op zoek naar een plek, een kamer, op een boerderij in de buurt voor de weekdagen. Dat is een ongelofelijk interessante zoektocht waardoor ik allerlei mensen op het land spreek: boeren, veehouders, telers en dorpelingen. Het zijn mooie gesprekken en ik zie daardoor eigenlijk niet eens meer uit naar de dag dat ik de kamer daadwerkelijk vind. Deze ontmoetingen geven mij inspiratie en ook motivatie om als museum dieper in de haarvaten van Brabant uit te komen.”
Wat is je grootste uitdaging voor je museum in de komende jaren?
“HNBM staat bekend om het museum van ‘van alles wat’. Daardoor is het inhoudelijk profiel soms onduidelijk voor mensen. Want wat kun je zien en verwachten? We werken aan ‘Ons Verhaal’; een verhaal dat we ontwikkelen samen met mensen binnen en buiten het museum en waarin hun wensen en ideeën terug komen. Daarnaast zien we dat het museum al heel stevig staat op de twee belangrijkste pijlers: Aarde (Van Gogh) en Hemel (Bosch). Daar bouwen we verder op, allereerst door ‘keigoeie’ kunst te laten zien en door oprecht in verbinding te staan met Brabant, Den Bosch en de wereld om ons heen.”
“De serie ‘Twee Keer Kijken’ (zie YouTube), gepresenteerd door Lucas de Man, is een mooi voorbeeld van hoe dit streven vorm krijgt.”
Welke vrouwelijke kunstenaar zou je graag ontmoeten en waarom?
“Onlangs ontdekte ik het werk van Anna Maria Maiolino (1942). Zij is een Braziliaans / Italiaanse kunstenaar wiens werk perfect past in de Arte Povera. Alleen bestaat die beweging uitsluitend uit mannelijke kunstenaars, ook vanwege de mannelijke blik van Arte Povera’s peetvader Germano Celant. Ook werd niet verder dan Europa gekeken, met vooral Italiaanse kunstenaars als: Yannis Kounelis, Pistoletto en Mario Merz. Ik zou Anna Maria willen vragen of en waarom zij zichzelf verbonden voelt met het gedachtengoed van de Arte Povera. Het liefst zou ik haar er eigenhandig aan toevoegen ;-)”
-
Wat is je favoriete…?
- museum; het Hammer Museum in Los Angeles
- boek; On The Benefits Of Friendship van Isabelle Graw (1962). “On The Benefits Of Friendship (De voordelen van vriendschap) reflecteert op de doelen en worstelingen van vriendschap in concurrerende sociale milieus. Door zich te richten op haar eigen sociale milieu – de kunstwereld – laat Graw zien hoe vriendschappen niet geheel belangeloos zijn en ook niet gereduceerd kunnen worden tot hun nut. Geschreven in de intieme vorm van een fictief dagboek, klaagt dit boek nuttige vriendschappen aan terwijl het ware vriendschap in al zijn vormen prijst. Voor Graw is vriendschap een existentiële noodzaak, al was het maar omdat het aangeeft hoe we ons verhouden tot en afhankelijk zijn van anderen. Vriendschap, vindt ze, is net zo belangrijk als de lucht die we inademen – daarmee zijn we in staat om volledig te leven.”
- film; 12 years a slave van Steve McQueen Een (historische dramafilm gebaseerd op de autobiografie Twelve Years a Slave (1853) van Solomon Northup)
- gerecht; “alles smaakt goed in goed gezelschap.”
- vrijetijdsbesteding: hardlopen (40 km/week)
Welke exposities mogen we in 2024 verwachten in het Noordbrabants Museum?
“We trappen af met een tentoonstelling hedendaagse kunst dat een verbinding legt met een onderwerp dat momenteel sterk leeft in Brabant en Nederland. De tweede grote tentoonstelling draait om het Veranderende (Brabantse) Landschap.
© tekst Wilma Lankhorst
© afbeeldingen met dank aan en met toestemming van het Noordbrabants Museum.
Tot 7 januari 2024 kun je de tentoonstelling Brueghel de familiereünie nog zien. In deze tentoonstelling maak je kennis met vijf generaties Brueghels en wort de cruciale rol van de vrouwen binnen de familie verder belicht.