In Tate Modern museum in Londen leer je in elf museumzalen het werk van de Franse kunstschilder Paul Cézanne (1839-1906) uitgebreid kennen. Als 22-jarige verlaat hij zijn geboorteplaats Aix-en-Provence voor Parijs. Hij wilde Parijs verrassen met een appel en het is de appel die steeds weer terugkomt in de grote overzichtstentoonstelling. Aan de hand van de appel ontdek je meer over de werkwijze en schilderstijl van deze revolutionair in de kunst.
Paul Cézanne zijn werk, zijn leven
Paul Cézanne is op 19 januari 1839 geboren in het Zuid-Franse Aix-en-Provence. Zijn vader is Louis-Auguste Cézanne, zijn moeder Anne-Elisabeth-Honorine Aubert. Papa was eerst hoedenhandelaar en later bankier en oprichter van de Banque Cézanne & Cabassol. Paul heeft een twee jaar jongere zus, Marie (1841). Op school tekent hij graag en op zijn 17de volgt hij een avondcursus tekenen bij Joseph-Marc Gibert. Na de middelbare school studeert hij twee jaar rechten, hij combineerde dit met teken- en schilderlessen. Zijn vader biedt hem een baan aan bij zijn bank, maar dit werk bevalt hem niet echt. Paul gaat tegen de wens van zijn vader in op de roep van zijn schoolvriend, schrijver en criticus Émile Zola (1840-1902): “Kom ook naar Parijs”. Zola woont dan al enkele jaren in de Franse hoofdstad. Paul zegt tegen Emile: ‘Ik zal Parijs verrassen met een appel’. Met dit verhaal begint de tentoonstelling in de eerste zaal.
Salon des Refusés
Ondanks zijn vertrek naar Parijs (1861) blijf zijn vader hem financieel ondersteunen. Paul begint in Frans hoofdstad met een studie aan de Académie Suisse. Na twee jaar doet hij een toelatingsexamen voor de kunstacademie. Hij komt niet door de test en vervolgt zijn studie aan de Académie. De jonge Cézanne biedt verschillende keren zijn werk aan voor een expositie bij de officiële Parijse salon. Zijn (revolutionaire) schilderijen worden steeds geweigerd, en dan besluit hij om met collega’s te gaan exposeren op de Salon des Refusés (Salon van de geweigerden). In deze “Salon van de geweigerden” worden vanaf 1863 tentoonstellingen georganiseerd van nieuw, avant-garde werk. Dit geldt zowel voor de schilder- als voor de beeldhouwkunst. In de tweede en derde zaal sta je oog in oog met deze radicale tijd in Cézanne ’s leven en zijn reacties daarop.
Familieportretten
Na de roerige jaren van de Salon des Refusés leert hij in 1869 in Parijs het schildersmodel Marie Hortense Fiquet (1850-1922) kennen. Paul houdt deze relatie voor zijn familie geheim want zijn vader zou dit nooit goedkeuren. In 1872 wordt hun zoon Paul junior (1872–1947) geboren. Cézanne maakt tussen 1869 en 1880 zevenentwintig portretten van Marie-Hortense. Een selectie hiervan hangt nu in het Tate Modern. Marie-Hortense heeft een mooi, eivormig gezicht.
Zijn zoon Paul Cézanne junior
Net als vader Louis-Auguste leer je hier Paul junior kennen door de portretten van zijn vader. Als zijn enige kind wordt geboren, schildert Cézanne zelf in Auvers-sur-Oise. Dit dorp ligt op een kleine dertig kilometer van Parijs. Auvers is bekend geworden door de vele impressionistische kunstenaars die er een deel van hun leven werkten. Denk hierbij aan Daubigny, Corneille en onze eigen Vincent van Gogh. In Auvers werkte Cézanne samen met Camille Pissarro en andere impressionisten. Hij zocht hier naar een eigen weg.
Het werk van Cézanne onderscheidt zich van zijn tijdgenoten
omdat hij een nieuwe, ongebruikelijke schilderkunst creëert
met verhalende voorstellingen en een schilderachtige architectuur.
Jeugdherinneringen aan zee
Na de familieportretten loop je in de expositie zo de vakantie jeugdherinneringen van Cézanne in. Je maakt kennis met l’Estaque, toen nog een vissersdorp, nu een wijk van de havenstad Marseille. Als Paul Cézanne de plaats bezoekt in zijn jeugdjaren, liggen de vissersboten in de haven. Er zijn zand- en kiezelstranden en achter de bebouwing beginnen de kalkstenen rotsen van de Chaîne de L’Estaque. In 1870 gaat Paul terug naar l’Estaque, hij probeert te ontkomen aan zijn dienstplicht in de Frans-Duitse oorlog (1870-1871). Naast mooie zee- en dorpsgezichten ontdek ik in deze zaal een aantal schetsboeken van de kunstenaar. Mooie geschilderde geheugenmomenten waardoor je heel dicht bij de belevenis van de maker komt. Cézanne schildert en tekent meer dan 40 herinneringen aan het vissersdorp en de kalk-rotskust. Via een smalle gang, met in de vitrine verschillende aquarelverfdozen van Cézanne, kom je in het tweede deel van de expositie.
In de stilte van zijn atelier
Als impressionistisch schilder werkte Cézanne veel en graag buiten. In de stilte van zijn atelier onderzocht hij intensief thema’s en schildermethodes. In de zevende zaal hangen de resultaten van een serie studies met in de hoofdrol alledaagse, gemakkelijk verkrijgbare huishoudelijke objecten zoals appels, peren, een gemberpot, flessen en kannen, soms met een doek erbij. Het intense blauw dat in Aix-en-Provence veelvuldig wordt gebruikt in textiel en keramiek krijgt een plek op zijn palet. Hij gebruikt een rijk en gevarieerd palet om vorm met kleur te definiëren. Hierdoor benadrukt hij de tweedimensionaliteit van zijn schilderkunstige project. Door deze werken samen, als een duidelijk afgebakende groep te maken, nodigt de kunstenaar ons uit om ze als één groep te beschouwen. Kijk steeds even opnieuw en zo word je deelnemer in zijn schilderexperiment. Ondanks al zijn pogingen werk te exposeren op dé Salon in Parijs, lukt hem dat pas in 1882, twintig jaar na zijn eerste poging.
De zaal van de bergen
Na de verstilling van binnen, loop je door naar de kracht van de natuur: de zaal van de bergen. Cézanne tekent en schildert graag de machtige bergen, net als later Etel Adnan. Voor Cézanne was Mont Sainte-Victoire, gevormd door kalksteen, dé grote uitdaging. Tussen 1882 en 1909 maakt hij meer dan 80 afbeeldingen van deze berg. In deze zaal ontdek ik ook een tekstbord met een uitspraak van Etel Adnan, waarin zij naar Cézanne verwijst. Als in 1886 zijn vader overlijdt, krijgt Paul een grote erfenis. Hij is vanaf nu financieel onafhankelijk en kan hij doorgaan met zijn schilderzoektocht. In hetzelfde jaar trouwt hij met Marie-Hortense. Naast de berg en de appels zijn de zwemmers een vaak terugkomend onderwerp in het oeuvre van Cézanne. De volgende zaal is helemaal ingericht met dit thema: de baders.
De zoektocht naar kleur en vorm
Sinds 1860 tekent en schildert Cézanne met grote regelmaat, naakte figuren in een landschap. Ik zie hier groepen van baders, het schilderij Een baadster voor een tent (1883-1885) en een groot doek waarop een jonge man staat in een zwembroek en zijn handen in zijn zij, de Grote bader (1885-1887). In een aparte nis hangen getekende studies van zwemmers en zongenieters. In de serie baders komen zijn eigen kleur blauw (gedempte kleur) en oker-oranje steeds weer terug. Het bovenste deel van deze schilderijen is licht en de kleuren worden donkerder als de voorstelling verder naar beneden gaat. Net als bij de bergen in de vorige zaal, zie je dat de baders hier, hun vorm ontlenen aan de kleurvlakken op het doek. Cézanne creëert zo een harmonie aan de natuur: een volmaakte voorstelling met daarin een vereniging van mens en natuur.
Weg uit Parijs
Langzaam komt het einde van zijn leven in zicht en daarmee ook het einde van deze overzichtstentoonstelling. Als in 1897 zijn moeder overlijdt wordt het familiehuis in Jas de Bouffan verkocht. Later dat jaar verkoopt Cézanne zijn studio in Parijs aan zijn vriend en galeriehouder Ambroise Vollard (1866-1939). Cézanne vernietigt eigenhandig een groot deel van zijn vroegere werk. Zijn gezondheid gaat achteruit, er wordt diabetes vastgesteld en hij schildert enkele donkere landschappen met daarin af en toe een doodshoofd. Ook al voelt hij het einde naderen, toch werkt hij de laatste zes jaar van zijn leven vol overgave in een nieuw atelier in Les Lauves. Hier onderzoekt hij de mogelijkheden van schilderen met dikke, vette olieverf en delicaat met licht-doorlatende waterverf.
Opnieuw naar buiten
In Les Lauves gaat Cézanne opnieuw naar buiten met zijn schilderezel en zette zijn modellen in een zonovergoten landschap. Een voorbeeld hiervan is het portret van tuinman Vallier (1905/06). Links zie je kleurvlakken in geel en blauwtinten. Centraal op het doek zit de tuinman, op een stoel met een grote hoed die zijn gezicht beschermt tegen de zon. Rechts tinten groen, grijs en blauw. Het lijken wel grove confetti vlokken, als je de tijd neemt is het net alsof je de bladeren hoort ritselen. En hiermee komen we aan het einde van een rijke schildergeschiedenis. Een verhaal waarin de hoofdpersoon Paul Cézanne als revolutionair kunstenaar de brug slaat tussen het impressionisme en het kubisme.
De tentoonstelling Cézanne is nog tot en met 12 maart 2023 te zien in het Tate Modern museum in Londen. Je vindt de expositie in de Eyal Ofer Galleries (the EY Exhibition). Grote delen van het Tate Modern kun je gratis bezoeken. Voor de tentoonstelling van Cézanne betaal je een toeslag van £ 22 per persoon. Gezien de warme belangstelling is het handig om je ticket en bezoektijd vooraf hier online te boeken.
© tekst, video (1) en foto’s Wilma Lankhorst
© gebruik van de afbeeldingen met dank aan en toestemming van Tate Modern London en alle bruikleengevers.
video 2 komt van het YouTube-kanaal van @Tate